Met z'n viertjes in het yogi bear huisje |
De eerste (kerst)vakantie met Anneke was in december 1978; we hadden een appartementje gehuurd in Noorbeek en verkenden de omgeving. In een café te Epen stond een groot aquarium en daarin zwommen zoenvissen. Anneke vond dat zo'n leuk gezicht; zij wilde ook een aquarium met zoenvissen. Toen we dan ook op 1 augustus 1980 neerstreken in Bilthoven ontkwam ik er niet aan om een aquarium met toebehoren te organiseren. Ik had in vroeger jaren toen ik nog met Lien in de Jan Hanzenstraat in Amsterdam woonde ook een aquarium gehouden; dat had ik toen zelfs, uitgaande van een stalen frame en lossen glasplaten waterdicht in elkaar weten te zetten. Een kennis van ons was bevriend met een aquariumwinkel en had mij daartoe geïnspireerd. Apistogramma Ramirezi, een cychlide uit het Victoriameer was mijn favorietje. Maar nu op voor de zoenvissen.
Eerst maar eens een kastje timmeren. Dat was ook niet voor het eerst dat ik iets in elkaar timmerde. Dit keer ging ik uit van oud hout dat ik van mijn toenmalige werkgever had meegenomen na een verbouwing aldaar: "komt altijd van pas", was mijn credo. Alles met de hand gezaagd van oud hout, opgeschuurd, netjes afgewerkt tot bewondering van mijn schoonvader Willem en geschilderd. En toen het aquarium.
Anneke had toen net een miskraam gehad en was enkele weken niet in goede doen. Het had niets met dat aquarium te maken, maar toen ik thuis kwam met dat aquarium deed zij de deur open en enthousiast, zoals ik haar kende stond zij te zwaaien toen ik de oprit opliep. "Ze is weer de ouwe", dacht ik terecht, want over was de malaise.
Het aquarium gevuld, van bodem en planten voorzien. Ik had ook een lichtbak geconstrueerd, een pompje voor de lucht en filter voor het water. Tot slot de vissen natuurlijk; nergens zoenvissen te krijgen. Ik weet me dat overigens niet meer te herinneren. Het grootste probleem was de algengroei op de ruiten van het aquarium. Het stond in één van de kamers op het zuiden en kreeg daarbij zo veel zon dat algengroei geen verrassing had mogen zijn. Maar met enige handigheid kreeg ik het wel schoon. Joke werd geboren in 1982. Toen ze begon te praten liep ze vaak naar het aquarium en riep enthousiast: "Isjes", visjes voor de goede verstaander. Ze hing aan het kastje, maar dat hield het natuurlijk wel met 60 kilogram water en misschien wel meer, maar lekker zat het me niet.
Geen aquarium, geen kindertjes meer, maar een echte Kenwood keukenmachine |
Maar de tijd schreed voort en in het voorjaar van 1984 gingen we op vakantie naar Frankrijk, met z'n drietjes, Anneke hoogzwanger van wat later Hugo zou worden. Inmiddels was Joke's naam al verbasterd tot Yogi bear, en in Frankrijk zou dat evolueren tot Yogi ourse, afgekort met "ourse", nog steeds de naam waarmee ik haar aanroep. Als we heden telefoneren dan is het: "Ha die ouwe!", en dan "Ha die ourse". U voelt het al aankomen lezer, Yogi bear is de basis voor de naam van het kastje geworden; de kinderen gebruikten het om in te spelen; we hebben een foto met een slapend kind in het huisje en deze blog wordt gesierd door een foto die ik onlangs bij toeval tegenkwam toen ik op zoek was naar foto's van mijzelf op jongere leeftijd op verzoek van Asbjörn. Leuk om dat weer te zien; een hele stapel oude foto's met "m'n viertal" toen ze nog klein waren.
En het leuke is dat ik dit kastje nog steeds heb; het staat in het halletje met daarop de keukenmachine waarmee ik het brood kneed, destijds door Arja helemaal beplakt met stickers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten