Een opmerking over de betrekkelijkheid van vooruitgang toen "de mens" overging van jager-verzamelaar naar sedentair leven heeft mijn nieuwsgierigheid gewekt; deze overgang zou niet onverdeeld positief zijn; de gezondheidstoestand en voedingstoestand van de sedentair levende mens was vaak minder goed dan die van jager-verzamelaar.
Deze waarneming verbaasde mij nogal en daarom heb ik in de bibliotheek het hier getoonde boek ter lezing meegenomen; de pygmeeën vormen een vanouds als jager-verzamelaar levend volk; nooit hebben zij uit zichzelf de landbouw bedreven.
De foto's die in het boek worden getoond alsmede de verhalen laten zien dat de pygmeeën die in het boek worden opgevoerd behoorlijk gezond zijn; de op de foto's getoonde kinderen en volwassenen zien er weldoorvoed uit; van voedselgebrek lijkt geen sprake. Maar mij had een lichtje moeten op gaan; als er meer dan genoeg voedsel is, dan zou de bevolking toe moeten nemen en dat is bij de Pygmeeën niet het geval. De oorzaak is de volgende: het leven in het oerwoud is vol van gevaren, waaronder infectieziekten; vooral de kindersterfte blijkt ongelooflijk hoog te zijn. Heel treffend is het verhaal van de pygmeeënvrouw Akoumbéng. Zij heeft tijdens haar leven al haar tien kinderen en haar echtgenoot verloren; slechts één van haar kinderen, een zoon, had de volwassen leeftijd bereikt. Uiteindelijk kwam hij jammerlijk om bij de olifantenjacht. Van de andere negen kinderen van Akoumbéng hebben de meesten nauwelijks de babytijd overleefd. Een smartelijk bestaan waar wij ons als westerse mens absoluut geen voorstelling van kunnen maken. Het leven in het oerwoud blijkt buitengewoon gevaarlijk. De jacht, kinderziekten, vallende bomen bij onweer, het is geen lolletje. Desondanks konden deze mensen geweldig genieten van gezamenlijke feesten en waren zij bijzonder begaafd in het dansen. Dit alles wordt op boeiende wijze beschreven door Dr Paul Julien die in de jaren dertig vele reizen heeft gemaakt in equatoriaal Afrika om deze kleine bewoners van de tropische, ondoordringbare bossen te bezoeken. Met de boeken die hij over deze reizen schreef bekostigde hij de reizen die hij maakte. Hij deed bloedonderzoek waarvan hij recentelijk zelf al schreef (hij is honderd jaar oud geworden!) dat dit onderzoek in de hedendaagse tijd zoveel meer had op kunnen leveren.
De zwart wit foto's in het boek zijn bijzonder imposant en authentiek en staan voor een belangrijk deel ook op Internet.
Deze waarneming verbaasde mij nogal en daarom heb ik in de bibliotheek het hier getoonde boek ter lezing meegenomen; de pygmeeën vormen een vanouds als jager-verzamelaar levend volk; nooit hebben zij uit zichzelf de landbouw bedreven.
De foto's die in het boek worden getoond alsmede de verhalen laten zien dat de pygmeeën die in het boek worden opgevoerd behoorlijk gezond zijn; de op de foto's getoonde kinderen en volwassenen zien er weldoorvoed uit; van voedselgebrek lijkt geen sprake. Maar mij had een lichtje moeten op gaan; als er meer dan genoeg voedsel is, dan zou de bevolking toe moeten nemen en dat is bij de Pygmeeën niet het geval. De oorzaak is de volgende: het leven in het oerwoud is vol van gevaren, waaronder infectieziekten; vooral de kindersterfte blijkt ongelooflijk hoog te zijn. Heel treffend is het verhaal van de pygmeeënvrouw Akoumbéng. Zij heeft tijdens haar leven al haar tien kinderen en haar echtgenoot verloren; slechts één van haar kinderen, een zoon, had de volwassen leeftijd bereikt. Uiteindelijk kwam hij jammerlijk om bij de olifantenjacht. Van de andere negen kinderen van Akoumbéng hebben de meesten nauwelijks de babytijd overleefd. Een smartelijk bestaan waar wij ons als westerse mens absoluut geen voorstelling van kunnen maken. Het leven in het oerwoud blijkt buitengewoon gevaarlijk. De jacht, kinderziekten, vallende bomen bij onweer, het is geen lolletje. Desondanks konden deze mensen geweldig genieten van gezamenlijke feesten en waren zij bijzonder begaafd in het dansen. Dit alles wordt op boeiende wijze beschreven door Dr Paul Julien die in de jaren dertig vele reizen heeft gemaakt in equatoriaal Afrika om deze kleine bewoners van de tropische, ondoordringbare bossen te bezoeken. Met de boeken die hij over deze reizen schreef bekostigde hij de reizen die hij maakte. Hij deed bloedonderzoek waarvan hij recentelijk zelf al schreef (hij is honderd jaar oud geworden!) dat dit onderzoek in de hedendaagse tijd zoveel meer had op kunnen leveren.
De zwart wit foto's in het boek zijn bijzonder imposant en authentiek en staan voor een belangrijk deel ook op Internet.
Op titel pagina van het boek van Dr Paul Julien over zijn reizen in Afrika staat een mooie foto van een jonge Pymeeënmoeder. Deze foto sierde tot voor kort deze blog maar is verwijderd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten