Hier en daar wat mensen. Een "volle" zaal |
Vandaag had ik een heel programma gepland; eerst naar de markt om o.a. kippenvleugels in te slaan (een verzoekje van Ab voor de wandeling van morgen) en nog e.e.a. bij de reformkraam. Daarna naar Vredenburg voor het bijwonen van het lunchconcert en daarna nog een stevige wandeling, afgesloten met een bezoek aan de zuivelboerderij. Helaas zijn vanwege het weer de laatste twee onderdelen van het programma komen te vervallen. Alternatief is lekker thuis aan de thee en dit bloggie schrijven over mijn eerste bezoek weer aan een concert. Een heel gedoe om binnen te komen, maar het was uitstekend georganiseerd en zo langzamerhand krijg ik wat meer routine en vertrouwen dat het wel goed zal komen. De zaal was volgeboekt, d.w.z. dat er hier en daar iemand mocht zitten en dat angstvallig werd geplaceerd. Ik mocht tot mijn groot genoegen vooraan zitten; met die kleine oren van mij en de leeftijd is dat een stuk prettiger. Ook bij de vrienden van het lied zitten Roos en ik vrijwel altijd vooraan; de meeste mensen hebben die voorkeur helemaal niet want de eerste rij blijft vaak leeg.
Het eerste werk dat uitgevoerd werd was gecomponeerd door Johannes van Bree, nu vergeten, maar in het begin van de 19e eeuw een bijzonder belangrijke stimulator en creatief vormgever geweest in de Nederlandse muziekwereld. Lees de aan hem gewijde wiki pagina maar eens. Het daarin genoemde adagio voor vier strijkkwartetten werd hedenmiddag prachtig uitgevoerd door "HKU Utrecht conservatory strings" & Bellamy quartet, zijnde samengesteld uit de docenten van de HKU.
Vervolgens twee wereld premières van werken van jonge componisten; eerst de jonge Spaanse Marc Giné met "Prometheus bound"; bij de eerste maten trok mijn mond gewoon scheef; het was zo vreselijk dissonant dat het vals klonk, maar later trok het bij en was het een leuk modern stuk. Het tweede werk was van de Japans-Syrische componist Daniel Musashi; het bestond uit drie delen die een zeer onderscheiden sfeer vertoonden. De twee jonge mannen kwamen het podium op na afloop van hun werk en straalden gewoon; zij dankten de concertleden voor de uitvoering en het publiek voor hun aanwezigheid. Ontzettend leuk om bij te kunnen wonen.
Tot slot een strijkers serenade van Dvorák; een emotioneel en wat zwaar aangezet werk dat prima uit de verf kwam. Een hartelijk en verdiend applaus was het resultaat.
Wat ik absoluut niet miste was toch wel het gebruikelijk ritueel van de staande ovatie; dat mocht natuurlijk niet vanwege de Covid. Ik hoop dat die idiote gewoonte met Covid ook verdwijnt uit de NLse concertzalen. Een staande ovatie is voor iets heel bijzonders en hoort niet bij iedere uitvoering. Maar je zag het Utrechtse publiek gewoon aarzelen of het eigenlijk niet moest ha ha.
Ik heb bij thuiskomst het adagio voor vier strijkkwartetten nog eens beluisterd op Youtube, genietuh!
2 opmerkingen:
Weet je ook nog de namen van de jonge componisten?
Namen in de tekst opgenomen.
Een reactie posten