Hier stond ik als jonge doctor 37 jaar geleden |
Maar vandaag waren Roos en ik op de plaats waar ik de verdediging van mijn proefschrift destijds met succes heb mogen doorstaan. Ik heb geen foto's van die gebeurtenis; wilde ik niet; moest in mijn gedachten blijven. Reden voor Roos om nu alsnog een foto van ons beiden te willen doen maken voor het spreekgestoelte waar nu al vele decennia lang promovendi plaats mogen nemen ten overstaan van hun promotiecommissie.
Daar waren we vandaag ook voor gekomen. Een kennis van Roos - hadden we tijdens een van onze groepsreizen leren kennen - promoveerde vandaag op haar onderzoek aan het leven en werk van een Noorse schrijfster, Nobelprijswinnaar (net als in 2011 Tränströmer, de Zweedse dichter ) Sigrid Unsted.
Leuk om elkaar weer te ontmoeten; haar "lekenpraatje" was ook leuk om aan te horen, maar dat was het dan ook wel in mijn beleving. De promotie zelf ging "van dik hout zaagt men planken", de opponenten lieten feitelijk geen spaan heel van het wetenschappelijke gehalte van haar werk. Tot overmaat van ramp was de verdediging ook nog eens onacademisch knullig; we zaten met kromme tenen.In gesprek met de hooggeleerde promotor |
Maar nee hoor, de getekende bul werd overhandigd nadat de nodige formuleringen waren uitgesproken; ik voelde opluchting maar vroeg mij af hoe de promotor zich zou voelen. Deze laadde op moedige wijze alle schuld voor de omissies en methodologische gebreken van het werkstuk op zich.
De betreffende vakgroep mag zich slechts zelden in het genot van een promotie wentelen en meestal betreft dit dan ouderen die na een werkend leven nog een wetenschappelijk interessante prestatie willen neerleggen, waarvan akte.
Tijdens de receptie heb ik de promotor nog op zijn charmante "jonge docotor" toespraak aangesproken, die uiteindelijk de middag nog heel plezierig afrondde. Nog steeds pakkie deftig gingen we weer op tijd naar huis met de trein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten