Dat was lang geleden dat ik op de Biltse markt was; voor het laatst in maart schat ik zo. Eerst naar John voor van die lekkere aardappels nieuwe oogst; het werden Dorées, beetje kruimig en goed van smaak. Daarna door naar de Veenendaalse Reformkraam voor volkorenmeel. Maar daar zag ik een nieuwe kraam, een slager met de naam Ultee. Tot verbazing van Roos ging ik naar deze kraam.
"Vroegig", in mijn kindsjaren in Amsterdam Slotermeer had je overal nog van die echte slagers. In de Bernard Loderstraat, de straat waar ik jarenlang langs kwam op weg naar de Burgemeester de Vlugtschool waar ik mijn lagere school jaren heb mogen genieten, zat een slager, slager Ultee. Was vlakbij de Josephus Jittastraat waar we woonden en mijn moeder kocht daar vlees. Daar liet ze ook in die paar zeldzame gevallen dat mijn vader met een haas thuis kwam het wild slachten, d.w.z. van zijn jas en ingewand ontdoen en in stukken hakken. Ik herinner me nog heel goed hoe die winkel eruit zag; een pilaar in het midden en vlak daar achter een stukje toonbank met glas en een klein doorkijkgat voor de kinderen die bestellingen deden. Daar kreeg je dan ook een plakje worst.
"Komt u uit een slagersfamilie", vroeg ik en had direct een leuk gesprek met de jonge slager. En inderdaad bleek de familie Ultee, want zo heet ook de nieuwe marktslager vanouds een slagerij te drijven. In de grote "kraam" hing een enorme foto van een stier met mensen eromheen; een jonge knul, de vader van degene waar ik mee sprak, zijn grootvader achter de enorme stier. Ook slager Ultee uit Amsterdam was familie, zij het van een andere "tak".
Roos kocht een ferm stuk leverworst en daar hebben we thuis van genoten. Ze had het verhaal over het kindergat in de ruit bij de slager nog niet eerder gehoord; ze staat altijd weer versteld van mijn onuitputtelijk geheugen wanneer daar weer een "nieuw verhaal" uit rolt.
"Vroegig", in mijn kindsjaren in Amsterdam Slotermeer had je overal nog van die echte slagers. In de Bernard Loderstraat, de straat waar ik jarenlang langs kwam op weg naar de Burgemeester de Vlugtschool waar ik mijn lagere school jaren heb mogen genieten, zat een slager, slager Ultee. Was vlakbij de Josephus Jittastraat waar we woonden en mijn moeder kocht daar vlees. Daar liet ze ook in die paar zeldzame gevallen dat mijn vader met een haas thuis kwam het wild slachten, d.w.z. van zijn jas en ingewand ontdoen en in stukken hakken. Ik herinner me nog heel goed hoe die winkel eruit zag; een pilaar in het midden en vlak daar achter een stukje toonbank met glas en een klein doorkijkgat voor de kinderen die bestellingen deden. Daar kreeg je dan ook een plakje worst.
"Komt u uit een slagersfamilie", vroeg ik en had direct een leuk gesprek met de jonge slager. En inderdaad bleek de familie Ultee, want zo heet ook de nieuwe marktslager vanouds een slagerij te drijven. In de grote "kraam" hing een enorme foto van een stier met mensen eromheen; een jonge knul, de vader van degene waar ik mee sprak, zijn grootvader achter de enorme stier. Ook slager Ultee uit Amsterdam was familie, zij het van een andere "tak".
Roos kocht een ferm stuk leverworst en daar hebben we thuis van genoten. Ze had het verhaal over het kindergat in de ruit bij de slager nog niet eerder gehoord; ze staat altijd weer versteld van mijn onuitputtelijk geheugen wanneer daar weer een "nieuw verhaal" uit rolt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten