09 december 2011

Het groenhok van PROIRA

Op deze plek stond het oude Groenhok van PROIRA
Het was niet meer het zelfde houten gebouwtje, maar nog wel van de padvinderij: het Groenhok van mijn dispuut met de fraaie naam PROIRA. In het begin van het academisch jaar hielden we daar de groentijd, voor een dispuut een belangrijk moment van saamhorigheid en plezier. Ook ik ben daar in het jaar 1965 "ontgroend". Het was liefde op het eerste gezicht van beide kanten; ik heb me dan ook altijd erg thuis gevoeld in het dispuut.
Toen ik deze week door Amstelveen aan het zwerven was kon ik het niet laten om even te gaan kijken achter het hek dat voorheen altijd gesloten was. Eigenlijk was het er nauwelijks veranderd alleen de ouwe houten keet die we altijd huurden van de padvinders was vervangen door een nieuw, keurig wit geverfd exemplaar. 
Het logo van mijn dispuut PROIRA
Met dank aan Huib
Toen ik lid werd van de Vereniging LIBER en daarin van het dispuut PROIRA stond de babyboom generatie in de startblokken om de universiteit te bestormen. De vereniging dreigde uit haar voegen te barsten. Het jaar voor ons waren meerdere nieuwe disputen opgericht waaronder PROIRA. Dit dispuut was voortgekomen uit het dispuut ROSTRA; de twee voortrekkers, Alef Kluiver en Paul Scheelbeek hadden het huzarenstukje geklaard om met een klein tiental nieuwe studenten een dispuut vorm te geven. Mijn jaar, bestaande uit een viertal nieuwe jaars was dus feitelijk pas de tweede jaargang. Namen die ik me nog weet  te herinneren waren Hans van der Sloot, hij was tevens studiegenoot van mij en dan twee medicijnstudenten, Lex Pull en Onno Meijer. Van het jaar boven ons weet ik nog wel een paar namen: Jan Bouwman, Jaap Jansen, Leendert Koppelaar, Jaap Vlugt, Han Vreeswijk, . Het dispuut had iets met water en zeilen, vandaar ook de naam. PROIRA betekent voorsteven. Het motto van het dispuut was in het Grieks en mocht slechts mondeling worden doorgegeven van praeses op praeses.
Onlangs besprak ik dit met Huib, zoals bekend uit dit Blog ook voormalig lid van PROIRA en hij wist van niks. Huib was zelf cöordinator van het dispuut geworden nadat de officiële bestuursfuncties van Praeses, Abactis, Fiscus en Assessor waren verdwenen. We waren het erover eens dat de magische zin nu wel gepubliceerd mocht worden. Ik doe dat als laatste praeses die hem kende met veel genoegen. Daarbij denk ik aan de moeite die het me destijds kostte om hem als niet-klassiek geschoolde (het is eruit!) uit het hoofd te leren.
Panton
Rèmaton
Ofelimotètos
Idioteias
Rhetorica
Askèsis
Oftewel: Het beste middel om de dwaasheid tegen te gaan is het bedrijven van de rhetorica. Ik denk nog met veel genoegen terug aan mijn tijd in het dispuut. Ik zal er nog wel een paar Bloggies aan gaan wijden.
Met dank aan Roos voor het verbeteren van de Griekse tekst.

2 opmerkingen:

Huib zei

Oef dat is een grote stap om de lijfspreuk te publiseren, maar ja het moest er eens van komen en zo blijft het voor de komende generaties bewaard (ronk, ronk).
Het padvinderhuis kan ik me niet meer herinneren, hoewel ik er zelf zeer waarschijnlijk ook ontgroend (na jou het was inmiddels een kennismaking geworden) ben

groet, Huib

Roos zei

Een waardige spreuk heer Praeses. Fijn om hem nu in zijn geheel te kunnen savoureren. Ik zeg daarop alleen nog:

Io vivat! Io vivat
nostrorum sanitas!