Verrijdbaar atelier van koningin Wilhelmina |
Het was zulk slecht weer met die regen dat ik besloot om het museum Paleis het Loo in Apeldoorn te gaan bezoeken. En dat was zeker de moeite waard. Nu ik wat meer heb gelezen over de verschillende stadhouders en paleis en de namen wat meer reliëf hebben gekregen, heb ik extra genoten van het museum bezoek. Als je dan de vertrekken ziet van de koning stadhouder Willem III ben je toch onder de indruk; koning van Engeland en stadhouder van de zeven provinciën. En de vertrekken van prins Hendrik, net als de meeste stadhouders een fervent jager, dus vertrekken vol jacht trofeeën, waaronder een enorme beer. Ook al de pracht en praal die over de eeuwen heen is gebleven en nu voor het publiek toegankelijk is dan geeft mij dat een goed gevoel. Niet te vergelijken met wat je in de paleizen van de Oostenrijkse of Pruisische vorsten te zien krijgt, maar helemaal de Nederlandse maat; eenvoudig en fraai; niet zo overdadig.
Het gebouw, ooit door de stadhouders als jachtverblijf gebouwd; de Veluwe was één groot jachtgebied voor de verschillende stadhouders; doorkruist met kaarsrechte "Koningswegen", waarvan ik er nog eentje heb gezien bij een wandeling met Ab over de Veluwe.
Bij mijn bezoeken aan het Paleispark heb ik het Wilhelminadal gevonden. En nu vind ik het zo'n roerende gedachte dat daar onze oude vorstin zat te schilderen met zo'n eenvoudige pipokar (hoe Nederlands kun je zijn als soeverein) als tijdelijk verblijf. Vond ik leuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten