18 januari 2013

Alles kantelt

Na een hele week van leesabstinentie heb ik in arren moede een leesadvies aan Huib gevraagd. Hij kwam met: "Alles kantelt" van de hand van Tomas Lieske. Ik heb het binnen een dag uitgelezen. Mooi thema; een man die lijdt aan epilepsie, in zo'n ernstige mate  dat hij binnen zijn waan met zichzelf als kleine jongen op reis gaat. Daarbij beschrijft hij steeds de twee tijden waarin hij leeft c.q. leefde. In de hoofdrol zijn dominante, wonderlijke vader en twee vrouwen, waaronder een Duits meisje dat vlak na de oorlog in het gezin ondergebracht wordt. De ontknoping waarin de vader zich manifesteert als sexuele boef en het Duitse meisje aanrandt daarmee het beeld dat de jongen van vader en meisje had volledig in gruzelen doet vallen.
De schrijfvorm, waarbij iemand zijn jeugdjaren beschrijft middels een fantoom van zichzelf, vind ik een trouvaille; tussendoor speelt voortdurend de visuele onthechting die bij een aanval van epilepsie door de patiƫnt wordt ervaren. Heel bijzonder.
Herkenbaar voor mij was de beschrijving van een aantal zaken uit de jaren vijftig: de walvis op de trein die in Den Haag werd tentoon gesteld (ging dat lijk dan niet rotten zoals Johannes?); ik heb die ook gezien samen met mijn vader ergens begin jaren vijftig en weet nog dat er naast het enorme corpus een opgezet spitsmuisje stond om het verschil in grootte tussen zoogdiersoorten te accentueren. Het namaakparket in de vorm van zeil (ik wist niet eens hoe je dat moet schrijven met ei of ij, een inmiddels waarschijnlijk verdwenen vorm van vloerbedekking); een slangetje aan de tuut van de kraan. Ja, die zo verguisde jaren vijftig die mij zo dierbaar zijn; ik beschouw die tijd als het gezonde optimum van de westerse beschaving: van alles voldoende en geen ongezonde overbodigheden.

Geen opmerkingen: