Was weer fijn om elkaar te spreken; Bea en Tjeerd waren er niet erg gerust op dat het nog wel goed tussen Roos en mij was, want waarom zou je anders zo ver uit elkaar gaan wonen. Nou valt dat ook niet mee hoor; of je nou 200 meter als kerkklokdelers c.q. bushaltedelers uit elkaar woont of anderhalf uur treinen van station naar station, maakt een heel verschil, maar relationeel is er niets aan de hand konden wij tot hun opluchting melden.
Roos had een uitgebreide lunch uitgestald met zalm, garnalen en kreeftjes en verder een kaasplank met kazen van Harry Schoonewille uit Zwolle, kersen, gekookte eitjes en pruimen van het lokale boerderijtje. Het kon niet op en we lieten het ons goed smaken.
Ook aan tafel namen we het gesprek op en bespraken we de politiek en natuurlijk de maatregelen rond het virus waarvan we in NL zo langzamerhand de naam niet meer kunnen verdragen. Daarna vertrokken ze weer voor de lange reis terug. Maar dat is hen vast niet tegen gevallen, want Overijssel is een mooie provincie!
Wij deden de afwas en wat er zoal te doen is in de tuin. Alles staat er zo goed bij dat ik betwijfel of Roos het allemaal wel in haar vriezers kwijt kan. Een moestuintje van niks, maar een opbrengst waar je U tegen zegt. Uitstekende, vruchtbare grond hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten