Ergens in de jaren vijftig, we woonden in de tuinstad Amsterdam Slotermeer en mijn ouders, althans mijn vader waren/was aangesloten bij de NH kerk. Van een kerkgebouw was nog geen sprake in die splinternieuwe uitbreiding van Amsterdam; de gemeente kerkte in de aula van mijn lagere school, de Burgemeester de Vlugtschool. Een flink deel van de kerk gemeente bestond uit mensen die uit Indonesië waren verdreven door "Soekarno". In ons buurtje woonden ook veel "Indische mensen", zoals we hen betitelden. Vaak halfbloedjes zoals dat genoemd werd, bruine huidskleur, maar ze waren direct naadloos opgenomen in de gemeenschap; spraken ook vloeiend NLs. Het enige was die knoflook lcuth; dat heeft 40 jaar geduurd voordat NL erachter kwam dat knoflook zo lekker was!
Mijn lieve moeder kon best lekker koken, geen liflafjes zoals ze uitstapjes als macaroni en nassi noemde, maar gewoon arepels met groente en een balletje gehakt of een stukkie vlees, dat was het dagelijks parool.
Welnu, de Indische mensen in onze kerkgemeente hielden op zeker moment een manifestatie waarbij ook lekkers werd geserveerd. Bij die gelegenheid kreeg ik een lekkernij waarvan ik werkelijk onderste boven ben geweest; vele jaren heb ik die verrukkelijke smaak en dat fluwelen mondgevoel herinnerd. Achteraf gezien moet dat een risolle zijn geweest, althans iets gebakkens met een bijzonder smakelijke vulling.
Daar moest ik zojuist aan denken toen ik de risolle waarmee ik mijzelf heb verwend, kant en klaar gekocht bij Ibuku op had gesmikkeld. Meteen dit bloggie geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten