Bij het graf van onze ouders |
Het doet me toch zeker wat wanneer ik die gang naar dat plekje weer ga; ruim twaalf jaar geleden toen vader werd begraven en ik als laatste met mijn blote handen wat grond pakte en die op de kist wierp; later bij de teraarde bestelling van de urn met de resten van moeder.
Als ik zo'n dag met broer doorbreng is het ook geen wonder dat we praten over vroeger, over ons ouderlijk huis, over wat je voor elkaar hebt betekend, hoe je je hebt ontwikkeld, hoe verschillend je bent geworden ook al kom je uit het zelfde nest. Over de grootouders en hoe je e.e.a. hebt beleefd. En je weet elkaar ook weer te verrassen met een nieuwe verhaal dat de ander dan niet wist zoals dat Henk en onze andere broer Jan samen bij oma ten Brink gingen eten en dat ze dan een half witbrood met dik roomboter en suiker op zaten te nassen. Henk had die smaak van roomboter nooit vergeten maar vond die niet terug in de roomboter van de supermarkt. Daarom had ik op zijn verzoek een stuk van mijn boerenboter voor hem meegenomen; het haalde het toch niet bij de herinnering aan die boter van onze oma daar in de Jan Evertsenstraat.
En zo vloog de dag voorbij. We maakte een wandeling over de dijk vanuit Enkhuizen waarbij we nog een sneeuwbuitje op ons hoofd kregen. We beëindigden de dag met een broodje makreel; tja die Elverens blijven een stel vreetzakken; hebben we van onze vader, was ook zo'n snoeperd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten