Barend Cornelis Koekkoek, Bosgezicht, 1848, olieverf op doek, 136 x 160 cm, Rijksmuseum, Amsterdam. Bron: Wikimedia |
De afgelopen week keerde de zon; Roos zei al vanaf 22 december dat ze merkte dat de avonden al langer duurden. Kon haast niet waar zijn, maar het weer speelt natuurlijk ook wel een rol; het is de laatste tijd niet alleen warm voor de tijd van het jaar maar merkwaardig genoeg ook behoorlijk helder. In ieder geval was dat vanavond het geval.
Toen ik zo tegen vier uur het bos inliep, de zon onder de wolken vandaan piepte en ik naar de boszoom keek werd ik getroffen door het beeld van de oplichtende stammen van de eikenbomen; deed me direct aan de schilderijen van Barend Cornelis Koekkoek denken. Even verderop na de bocht keek ik recht in de zon die zakte door een rij struiken. Het helle, gele licht waar je maar net tegenin kon kijken deed me zo denken aan de werken van Turner. In de film die over hem verscheen roept Turner op zijn sterfbed dat hij het licht van de zon wil vastleggen. Wat ik vanavond zag heeft hij in ieder geval in enkele van de mij bekende hel witgele werken geschilderd. Tot slot, ik zat op een bankje naar de zonsondergang te kijken; hoge wolkenstrepen, van onderuit belicht door de reeds achter de horizon verdwenen zon; hoge bewolking, roze belicht door het gefilterd licht van de zon. De schoonheid van de natuur is inderdaad de inspiratie van grote kunstenaars geweest.
Ik voel me een gelukkig mens dat ik de schoonheid van zowel de natuur als de kunst weet te waarderen!
Lees ook Roland Gieles over de natuur en de kunstenaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten