Mijn professionele jaren heb ik voor een belangrijk deel doorgebracht in de huisartsengeneeskunde. Het begon feitelijk toen ik door mijn voormalig collega Emar V. op het CLB gevraagd werd of ik niet bij hem op het Huisartsen Laboratorium in Utrecht wilde komen werken als hoofd lab. Daar voelde ik op dat moment aanzienlijk meer voor dan om naar de VS te gaan ondanks het feit dat ik daar al een plek had bij een gerenommeerd blad. Daarmee zei ik mijn wetenschappelijke carrière vaarwel! Heb ik daar spijt van? Een vraag die ik mijzelf vaak gesteld heb, maar gezien het verloop van mijn werkzaam leven kan ik die vraag ontkennend beantwoorden; ik heb daar geen spijt van.
Bij het huisartsenlaboratorium, de SAL, Stichting Artsen Laboratorium, tegenwoordig SALTRO geheten, heb ik de ins en outs van de bloedchemie vallend en opstaand eigen gemaakt. Ook ben ik daar begonnen met het schrijven van een "Huisartsenbulletin" over laboratoriumdiagnostiek.
Toen ik uiteindelijk na enkele jaren ontslagen werd bij de SAL was het juist dat Huisartsenbulletin dat zodanig de aandacht had getrokken bij de directie van de SSDZ, de Stichting Samenwerking Delftse Ziekenhuizen, dat ik daar direct aangetrokken werd; ik ben gevraagd en heb niet eens hoeven te solliciteren naar de nieuwe functie van coördinator externe contacten. De bedoeling van de functie was om het contact van dit ziekenhuislaboratorium met huisartsenlab functie met de huisartsen die gebruik maakten van de diensten te verbeteren. Zo verzeilde ik als vertegenwoordiger van het laboratorium bij de huisartsen. Vanuit de zeer dienstbare functie die ik mij had verworven bij de SAL heb ik die functie bij SSDZ mooi uit kunnen werken. Het eerste dat ik deed was het formuleren van een meerjarenbeleid waarbij het formeren van een electronisch netwerk, electronische communicatie één van de peilers vormde. Nascholing en een huisartsenbulletin als instrumenten voor deskundigheidsbevordering. Ik draaf door want waar het mij om gaat is dat ik vanuit die contacten met de huisartsen een goed beeld kreeg van hoe het "vroeger" ging.
Als een huisarts vanwege de leeftijd stopte met de praktijk dan ging ik altijd een afscheidsgesprek aan en dan wilde ik graag weten wat de ontwikkelingen waren geweest. En wat ik het meest opvallend vond, was toch wel de steeds lagere drempel van de mensen, "zeg maar" het ontbreken van zelfredzaamheid in de meest triviale situaties.
Ik sprak een huisarts die in het verleden 4500 patiënten had en dat het zo rustig was dat hij 's middags kon gaan vissen. In de nachtdienst werd je werkelijk nooit voor iets onbenulligs gebeld; een telefoontje 's nachts was een heel grote zeldzaamheid en er was dan ook altijd iets ernstigs: "nu bellen ze middenin de nacht als ze niet kunnen slapen", aldus één van de artsen.
Ik zie het ook om me heen. Dat gezeur van de mensen over niks; ik word er soms echt kregelig van. Maar vandaag had ik zelf na de fitness pijn in mijn pols en nu enige dagen later, nu ik dit bloggie schrijf is het niet minder geworden. Daarom zeur ik daar nu ook eens lekker over in deze blog! Maar naar de dokter gaan? Ik pieker er niet over.
Bij het huisartsenlaboratorium, de SAL, Stichting Artsen Laboratorium, tegenwoordig SALTRO geheten, heb ik de ins en outs van de bloedchemie vallend en opstaand eigen gemaakt. Ook ben ik daar begonnen met het schrijven van een "Huisartsenbulletin" over laboratoriumdiagnostiek.
Toen ik uiteindelijk na enkele jaren ontslagen werd bij de SAL was het juist dat Huisartsenbulletin dat zodanig de aandacht had getrokken bij de directie van de SSDZ, de Stichting Samenwerking Delftse Ziekenhuizen, dat ik daar direct aangetrokken werd; ik ben gevraagd en heb niet eens hoeven te solliciteren naar de nieuwe functie van coördinator externe contacten. De bedoeling van de functie was om het contact van dit ziekenhuislaboratorium met huisartsenlab functie met de huisartsen die gebruik maakten van de diensten te verbeteren. Zo verzeilde ik als vertegenwoordiger van het laboratorium bij de huisartsen. Vanuit de zeer dienstbare functie die ik mij had verworven bij de SAL heb ik die functie bij SSDZ mooi uit kunnen werken. Het eerste dat ik deed was het formuleren van een meerjarenbeleid waarbij het formeren van een electronisch netwerk, electronische communicatie één van de peilers vormde. Nascholing en een huisartsenbulletin als instrumenten voor deskundigheidsbevordering. Ik draaf door want waar het mij om gaat is dat ik vanuit die contacten met de huisartsen een goed beeld kreeg van hoe het "vroeger" ging.
Als een huisarts vanwege de leeftijd stopte met de praktijk dan ging ik altijd een afscheidsgesprek aan en dan wilde ik graag weten wat de ontwikkelingen waren geweest. En wat ik het meest opvallend vond, was toch wel de steeds lagere drempel van de mensen, "zeg maar" het ontbreken van zelfredzaamheid in de meest triviale situaties.
Ik sprak een huisarts die in het verleden 4500 patiënten had en dat het zo rustig was dat hij 's middags kon gaan vissen. In de nachtdienst werd je werkelijk nooit voor iets onbenulligs gebeld; een telefoontje 's nachts was een heel grote zeldzaamheid en er was dan ook altijd iets ernstigs: "nu bellen ze middenin de nacht als ze niet kunnen slapen", aldus één van de artsen.
Ik zie het ook om me heen. Dat gezeur van de mensen over niks; ik word er soms echt kregelig van. Maar vandaag had ik zelf na de fitness pijn in mijn pols en nu enige dagen later, nu ik dit bloggie schrijf is het niet minder geworden. Daarom zeur ik daar nu ook eens lekker over in deze blog! Maar naar de dokter gaan? Ik pieker er niet over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten