29 september 2015

Parkieten op zolder

Een grasparkiet en een zebravinkenman op de voerplek
van de voliere in het Gaia park in Kerkrade 
Bij ons bezoek van afgelopen zondag aan de Gaia Zoo in Kerkrade kwamen we o.a. in een reusachtige voliere met vooral grasparkieten. Tientallen van deze fraaie vogels vlogen rond en nestelden; ze paarden en baltsten er vrolijk op los. Voor mij een moment van herkenning; in mijn jonge jaren had ik met mijn vriend Bram ook parkieten; we waren toen een jaar of twaalf.
Bram had een vogelkooi en mocht van zijn moeder een stelletje vogels aanschaffen. Daarvoor gingen we naar de Ten Katestraat, naar de firma Seket, gevestigd bij de ten Kate markt en die ik al vanaf m'n prille jeugd kende; ik zal daar wat naar de hondjes en de konijntjes hebben staan kijken met m'n neus tegen het glas van de winkelruit. Bram kocht een groen mannetje met de kenmerkende blauwe basis aan de snavel en een blauw vrouwtje, een popje voor kenners met de kenmerkende bruine snavelbasis. We zullen wat uurtjes samen voor die kooi hebben zitten kijken. Ook heb ik toen op de zolder van mijn ouderlijk huis met behulp van houten hamer en steekbijtel van mijn vader een stukje boomstam uitgehold; een deksel erop getimmerd en daar hadden we een nestkast. Als voering voor de eitjes hadden we er uitgeplozen touw in gelegd en toen maar wachten wat er zou gebeuren.
Nou, die parkieten hadden er geen enkele moeite mee om dit bouwsel als nestkast te herkennen. Direct kroop het vrouwtje erin, maar dat geplozen touw zinde haar helemaal niet. Wat wij niet wisten was dat parkieten hun eieren direct op de ondergrond leggen en helemaal geen nestmateriaal nodig hebben. Ze trok de hele kluwen uit het gat en bleef trekken. Op zeker moment liet het touw los en het vrouwtjes viel met kluwen en al op haar rug op de grond van de kooi; ik moet er nog om lachen als ik dat voor me zie.
Het bleek een vruchtbaar koppeltje te zijn want al snel lagen er eieren in het nestkastje en niet veel later ook jonge vogels. Bram en ik raakten er niet op uitgekeken. Mijn moeder had het niet zo op de rotzooi die vogels op zolder gaven; Brams' moeder vond het best. Maar ik zat op het laatst meer bij Bram dan thuis en toen zwichtte mijn moeder. Al snel hadden mijn broer Jan en ik ook parkieten; een schitterend groen mannetje dat we dan ook "Groentje"  noemden en een fanatiek bijtend grijs popje, door mijn moeder "dat bijtende wijf"  genoemd. Ze wilde wel eens proberen hoe hard dat kreng kon bijten; nou ze heeft het geweten!
Later ging ik meer over op de Australische prachtvinken zoals de Binsenastrilde en de Bichenowtjes; buurman Otter was daarin gespecialiseerd. Ik moest daar allemaal aan denken zondag in die voliere.

Geen opmerkingen: