25 september 2015

Het raadsel van de mentale ruimte

Uitzicht op het standbeeld van Willem van Oranje,
de vader des vaderlands
Eenmaal op de tramhalte Kamperfoeliestraat aangekomen wist ik niet welke richting ik op moest: "weet u waar ik de begraafplaats kan vinden?", vroeg ik uiteindelijk maar aan leeftijdsgenoten - een jonge dame die ik dat vroeg had kennelijk geen idee -  "Loopt u maar mee", was het antwoord, "we gaan vast naar de zelfde begrafenis", suggereerde ik; "naar tante Jo", was het antwoord. En dat klopte, hoewel ik de overledene niet als zodanig kende; zij was de grootmoeder van mijn schoonzoon Walter.
Voorafgaand had ik het Mauritshuis bezocht en genoten van de altijd weer schitterende collectie; ook nog even naar het Haags historisch museum, ik had nog tijd om naar de Wiener Konditorei te gaan voor een plak tulband en een stuk maanzaadgebak voor Roos. Die tulband heb ik weggesmikkeld op een bankje op het Plein met uitzicht op het standbeeld van de Vader des vaderlands, Willem de Zwijger.
Vervolgens met de tram naar de begraafplaats.
Het werd een heel indringende bijeenkomst; de gestalte van de overledene kreeg voor mij meer en meer profiel. Allereerst was het al bijzonder hoe ontzettend veel belangstellenden er waren voor deze hoogbejaarde dame; zij had uiteindelijk de respectabele leeftijd van 92 jaar bereikt. Haar einde was niet vrolijk geweest; de dood kwam voor haar als een welkome verlossing, zoveel werd wel duidelijk uit de verschillende toespraken die werden gehouden. Allereerst door Wilma, dochter, en moeder van mijn schoonzoon Walter. Helder schetste zij hoe zij zelf binnen een gezin met 3 broers dankzij inzet van "mamma" alle gelegenheid kreeg om de meisjesdingen te mogen dragen en doen; een lange broek!, opmaakspullen en laat thuis komen. De waarderng voor haar moeder was enorm dat was wel duidelijk. Er was ook sprake van een grap: "en, voor ik het vergeet, dokter Sassen heeft vandaag de hele dag geen praktijk vanwege de begrafenis", deze strofe zou bij vrijwel alle toespraken als slot genoemd worden. In haar werkzaam leven had de overledene als medisch secretaresse gewerkt bij een zekere dokter Sassen en die had kennelijk een hele dag geen praktijk willen voeren toen zij met haar man Joop in het huwelijk trad. Zoveel werd duidelijk dat ze verhalen eindeloos heeft herhaald en dokter Sassen en de bijbehorende gebeurtenis was daarbij kennelijk heel prominent geweest.
Dat  alsmaar herhalen van verhalen uit het verleden werd tegen het einde van haar leven minder en minder; wat daarvoor in de plaats kwam was onzekerheid, angst en in plaats van verhalen kwamen er vragen.
Het beeld van wat dementia betekent voor de betrokkene kreeg voor mij meer duidelijkheid. Een van de sprekers was ook zeer uitgesproken dat in deze situaties het actief beeindigen van het leven eigenlijk zou moeten kunnen. Mijn overleden vriend en huisarts A.M. zei dat ook: "het is het laatste wat je voor een patient kunt betekenen als je niets meer hebt te bieden en het lijden te groot is".

Later heb ik lopen denken aan die angsten die kunnen ontstaan binnen de mentale ruimte, het gedachtenuniversum van de individuele mens. Als baby is die ruimte nog maar klein; naarmate de volwassen leeftijd wordt bereikt wordt deze groter en voller, met kennis, met ervaringen, met emoties. Bij dementia blijft die grote ruimte, maar de inhoud verdwijnt; die ruimte klinkt steeds holler en je kunt niet meer terug vinden wat ooit was, vaag beseffend dat er meer was. Tot het moment van het niets meer weten.

Na afloop de receptie waar ik de warmte van een grote familie heb mogen ervaren. Natuurlijk uitgebreid gepraat met dochter Arja en de kleine Sjoerd weer eens bewonderd; wat gaat die ontwikkeling toch snel en fijn dat hij er bij was; leuk om te zien toen Walter geemotioneerd een toespraak hield met mijn dochter en dat nieuwe leven naast zich op het podium. Zo gaat het: de generaties komen en gaan als de bladeren aan de bomen.

Geen opmerkingen: