25 juni 2011

Verbraseming

Brasem

Zojuist las ik nog eens een oud Bloggie over watervlooien. Dat doet mij herinneren aan het fraaie ecosysteem dat vroeger zo normaal was in oppervlaktewater en waarin deze kleine kreeftachtigen een cruciale rol spelen. De Friese meren waren in het verleden prachtig helder, evenals de sloten van mijn jeugd overigens. Er bestond een ecosysteem dat teruggebracht tot de belangrijkste organismen de volgende kenmerken had:
Het water, de allesomvattende matrix van het systeem was helder. Hierdoor kon het zonlicht doordringen tot diep in het water. Het gevolg hiervan was dat algen en waterplanten goed konden groeien. De algen werden weggegeten door de watervlooien, die weer werden gegeten door de witvis als voorntjes e.d. De witvis werd weer in toom gehouden door de snoek. De snoek kon goed jagen omdat het water helder was. Dit leverde voor de mens visueel prachtige gebieden op. De sloten van mijn jeugd waren prachtig om te zien met allerlei waterplanten erin en erop, met visjes tussen de planten en zelfs otters die eveneens van de witvis leefden.
Maar wat gebeurde er door de landbouw. Er werd in toenemende mate gif gebruikt waardoor de levenskracht van de watervlooien en daarmee hun aantal afnam. Daardoor kwam er meer alg in het water, dat hield het zonlicht tegen waardoor de plantengroei minder werd, waardoor de snoek niet meer goed op de witvis kon jagen. Vooral de brasem, een vis van troebel water floreerde daar wel bij. Deze vis wroet ook nog eens in de grond om haar voedsel bij elkaar te scharrelen, waardoor het water nog verder vertroebelt. Hiermee is een nieuw, standvastig ecosysteem ontstaan.
Gebleken is dat wanneer de hoeveelheid gif wordt verminderd, of zelfs tot nul wordt gereduceerd dat het oorspronkelijk evenwicht met helder water zich niet vanzelf herstelt. Kijk maar eens naar de drabbige sloten die je tegenwoordig toch vooral ziet in landbouwgebieden dan weet je wat ik bedoel.

Geen opmerkingen: