De sectie Thijsse is al menigmaal ter sprake gekomen in deze Weblog; activiteit van de NEV met als doelstelling een positieve bijdrage te leveren aan het beheer van de landschappelijke omgeving om het insectenleven te bevorderen. Onderdeel van de doelstelling is het onder de aandacht brengen van insecten bij het geïnteresseerde publiek. Raymond B. lid van de sectie heeft een stevige inspanning geleverd om insectenwandelingen te ontwikkelen op een moderne, met ICT ondersteunde wijze. Eén van de gebieden waar hij zijn tanden in heeft gezet heb ik vandaag bezocht: het Kuinderbos.
Helaas ben ik niet zo'n techneut en ook niet in het bezit van een "smart"-phone. Onze voorzitter Jap heeft mij gevraagd om een sfeertekening van het Kuinderbos te schetsen m.b.t. het insectenleven aldaar. Ik heb bij het bezoek getracht gebruik te maken van de wandel-gegevens die Ray schriftelijk heeft verstrekt.
Het was vandaag een uitstekende dag om op insecten"jacht" te gaan; droog, zonnig weer met een lekker temperatuurtje. Na een OV-reis van een dikke 3.30 uur kwam ik aan in de wereldplaats Kuinre. Volgens de aanwijzingen moest ik beginnen bij de Hopweg; geen bordje te bekennen, maar mijn GPS in combinatie met de plattegrond bij de bushalte bood soelaas. Bij de aanloop naar de Hopweg passeerde ik een inlaat voor zoet water, de eerste "waterval" in een kleine reeks die nog zou volgen. Het water was niet erg helder, beetje bruinig maar er groeiden bijzondere planten in, (pijlkruid?) dus met de kwaliteit zat het wel snor.
Informatiebordje meldt een bloemrijke berm. Helaas was de berm grondig en efficient gemaaid. Geen bloem te bekennen. |
Ondanks een zwaar groen uitgeslagen informatiebordje waarop heel parmantig werd aangekondigd dat er een bloemrijke berm langs de Hopweg zou staan, nog gebaseerd op het zand dat hier uit vroeger tijden door de zee is gedeponeerd was de berm onlangs vakkundig en grondig gemaaid; er was nauwelijks een bloem te bekennen. Het stemde mij wat somber maar dat zou veranderen!
Daar kwam het water weer aan onder de Hopweg door naar het kunstmatige beekje; een sloot met stromend water voor natuur en landbouw. |
Daar kwam het water weer aan van onder de Hopweg; het stroomde na nog een watervalletje in een sloot naast de Hopweg; een kunstmatig beekje; door de watervalletjes zit er waarschijnlijk flink zuurstof in het water. Er zaten opmerkelijk veel libelles van verschillende soorten op de rietstengels in het beekje. In de loop van de dag zou ik op allerlei plekken in het bos en langs de verschillende watertjes tal van libelles tegen komen.
Het was meerdere kilometers lopen langs de Hopweg, een autoweg vooral gebruikt door landbouwvoertuigen maar ook personenauto's; niet zo geschikt om over te wandelen.
Aan de andere kant van de beek begon op de meeste plaatsen direct het bos, hier het Burchtbos geheten; een zeer dicht bos waar weinig licht de bodem kan bereiken; leek mij niet erg uitnodigend voor insecten. Afgezien van de libelles zag ik dan ook niet veel, misschien af en toe een koolwitje en wat vliegen. Door het ontbreken van bloemen was er ook niet zo gek veel te halen voor insecten.
Van links komt de Schansweg. Let op de kaalgeschoren berm. De wandeling begint iets verderop aan de rechterkant van de kruising via het verharde fietspad. |
Na enkele kilometers Hopweg kwam van links de Schansweg; daar verdwijnt de beek met een "watervalletje" naar links; de route gaat daar naar rechts het inmiddels Kuinderbos geheten bos in, aldus het schrijven van Ray. Een betonnen fietspad leek mij de aangewezen weg en dat volgde ik enkele honderden meters. Gelukkig zag ik een witte vlinder, geen koolwitje dacht ik maar verder geen noemenswaardig insect te bekennen. Het was erg dicht begroeid; het licht kon de bodem amper bereiken en er waren ook geen open plekken te zien. Al snel bereikte ik de rand van het bos waar dit overging in boerenland. Dus weer terug en op goed geluk een zandpad ingeslagen. De teleurstelling die zich langzaam aan mij opdrong verdween als sneeuw voor de zon toen ik open gehakte plekken langs het pad passeerde; tal van bloemen en vooral allerlei vlinders van verschillende soorten. Ik zag atalanta's, dagpauwoog en landkaartje (Dank Jan ten Hoopen). Daarnaast ook witjes. Ik werd er helemaal opgetogen van.
Een fraai exemplaar van het landkaartje. |
Even verderop kwam ik een paadje tegen dat gemarkeerd was met blauwe palen, dat heb ik maar verder gevolgd omdat ik me niet met behulp van de tekst van Ray kon oriënteren. Het bos is jong en vitaal; geen dood hout; de beheerders hebben zich ingespannen voor de insecten dat moge duidelijk zijn. Een opstelling met daarin een klein dood dier, met een toelichtend stuk informatie en plaatjes van o.a. de prachtige aaskever en de waarschuwing voor mensen die hier mogelijk niet tegen zouden kunnen. Inderdaad lag er iets verderop aan een zijpaadje een onwelriekend dood reekalfje met daaromheen een forse hoeveelheid vliegen.
Opstelling met een dood reekalf om het publiek te laten zien hoe de natuur een dood beest opruimt. Het stonk er nogal en er vlogen veel vliegen. |
Nog meer open gewerkte stukken met veel vlinders. Ik ben er van overtuigd dat de ecologische diversiteit hier fors is gezien de verschillende soorten vlinders. Overigens zag ik ook veel andere insecten met name foeragerend op de vele schermbloemigen in de zonnige gebieden. In de grassiger streken ook blauwtjes en het onrustig rondvliegend bruin zandoogje.
Op een heerlijk open graspad kwam ik een groep SBB vrijwilligers tegen. Zij waren duidelijk bezig met een experiment. Vrij grootschalig waren op 2 meter hoogte lange netten van enkele tientallen centimeters opgehangen. Ik zag er niets in zitten; heb hen ook niet gevraagd wat ze aan het doen waren. Ik vroeg slechts of een van hen misschien Harco was en dat was niet het geval.
Een voor mij raadselachtige opstelling van vrijwilligers in het Kuinderbos. Een smal net op 2 meter hoogte opgespannen. |
Ik liep op de GPS terug naar de Hopweg en kwam bij het SBB kantoor. Waterfles bijgevuld en de korte wandeling van Ray gemaakt, althans de wandeling rond de Kuinderplas langs de rood gemarkeerde palen. Daarbij kwam ik in een schitterend stuk natte heide, met op één pol struikheide na louter dopheide; vennetjes met kikkers en natuurlijk vele libelles. Alleen al voor dit stuk wil ik nog zeker een keer terug komen naar Kuinre. Ik voelde aan m'n water dat er hier ook zonnedauw moest staan en inderdaad, ik stond er bijna middenin.
Deze natte heide met vennetjes, dopheide, zonnedauw en veel libelles vond ik het pronkstuk van dit natuurgebied. Zal ik vast nog een keer voor terug komen. |
Het was een verdraaid goede dag; het Kuinderbos is ecologisch waarschijnlijk heel interessant en het gebied is volstrekt terecht uitgeroepen tot libellereservaat. Maar hoe we er een voor bezoekers aantrekkelijke insectenwandeling zouden moeten samen stellen is me na dit bezoek niet echt veel duidelijker geworden. De volgende aanbevelingen zou ik willen doen:
Aanbeveling in het kader van de sectie Thijsse
Markering van de wandeling of beter, aansluiting bij de bestaande rode-paaltjes wandeling, informatieborden ter plekke in combinatie met de moderne ICT-benadering van Raymond met korte informatie, gekoppeld aan de locaties. Verder moet de aanloop langs de Hopweg weggelaten worden uit de officiële wandeling; is te lang en niet aangenaam. Als aanloop voor de busreiziger helaas onvermijdelijk, maar aangezien de meeste mensen toch met de auto zullen komen kan het SBB gebouw met parkeerterrein het best als startpunt worden gekozen. De open gehakte stukken in het Kuinderbos moeten onderdeel uitmaken van de wandeling en de natte heide ook en de tocht langs het dode dier; verder de met rode palen gemarkeerde wandeling rond de Kuinderplas opnemen, die gaat ook langs het uitgebreide info-bord over de libelles.Een wat groter informatiebord over insecten i.h.a. bij het SBB centrum c.q. parkeerplaats met zo'n coderingsvierkantje voor de smartphone (ja ja, hier spreekt de "techneut").
Geen opmerkingen:
Een reactie posten