|
Tijdens onze ochtendwandeling. |
De zondag voor ons vertrek van Sardinië terug naar huis waren we nog in Tempio. We wilden eerst nog wat wandelen en gingen er zondagmorgen direct op uit en nu in een andere richting. Was ook leuk; we moesten onze weg zoeken; kwamen uiteindelijk via de onderdoorgang van het spoortje in het achterland; was weer wonderschoon. Opnieuw enorme rotspartijen van geërodeerd graniet; imposante structuren. Na enkele uren keerden we terug naar Tempio; misschien wel een beetje met onze ziel onder de arm; we hadden de dag eerder zo'n fijn feest meegemaakt en we waren nog onder de indruk van de "Hamer van Luras" in het museumpje aldaar.
Even na 14.00 uur kwamen we aan bij het busstation; de bus naar Olbia stond klaar voor vertrek. Als we onze bagage bij ons hadden gehad waren we waarschijnlijk meegegaan, maar het zou (gelukkig!) anders lopen!
We liepen terug naar de stad, voor de zoveelste keer langs de beesten in hun toch wel wat benauwde behuizing, langs de vele kraampjes met allerlei onzin prullaria. In het dorp waren ook groepen hun eigen feest aan het vieren, net als in Spanje. Eén groep had een gloeiend houtskoolvuur met daarboven een spit met speenvarken; de huid prachtig knapperig gebakken; er was niet veel meer van over. Een stel tenoren maakte de bekende muziek, begeleid door de lokale guitarist; die man was onvermoeibaar evenals de oppertenor die we overal in de stad zijn helder lied hoorden zingen; ook hier was hij weer van de partij. Maar er waren meerdere tenoren.
|
Een jonge vrouw zingt haar ode aan Sardinië. Op de achtergrond staat een wat oudere dame die ook haar lied zong met de guitarist op de voorgrond. |
Wij liepen verder door Tempio, voor de zoveelste keer. Tenslotte trokken we de stoute schoenen aan, of liever gezegd, spoorde ik Roos aan om te vragen of we misschien tegen betaling wat van het speenvarken zouden mogen eten; de groep was klaar met eten en er lag nog een restant van het speenvarken. Nou, dat mocht en we kregen er nog van alles bij: wijn, brood, kaas en een stukje gebak. We hebben zitten smullen. Vlak voor ons neus begon een ander groepje liederen te zingen; ook twee vrouwen zongen hun lied. Steeds zingt de zanger gericht naar de begeleider/guitarist; maakt een heel intieme indruk. De zangers wisselen elkaar af; ik was er erg van onder de indruk.
De groep was klaar met eten, er was wat over gebleven en kennelijk werd onze vraaag daarom ook gehonoreerd, maar dat weten we niet echt. Toen Roos wilde betalen wilde de leider van het feest daar niets van weten; we waren als gasten beschouwd; wat een eervolle behandeling; roerend.
|
Roos werd uitgenodigd om mee te dansen met de groep. Even later werd ik ook gevraagd! |
De groep bleek afkomstig uit een dorp verderop in deze streek, Gallura geheten. Er werd door een accordeonist - meen ik - muziek gemaakt en de dames maakten aanstalten om te gaan dansen. Eén van de dames moest al haar charmes in de strijd brengen om haar man ervan te overtuigen dat hij mee moest doen en toen deed hij het ook met alle aandacht. Een volgende dans begon; Roos stond wat te kijken en wipte onwillekeurig op de maat mee; één van de dames nodigde haar uit om mee te doen en daar ging ze. Ik maakte er een foto van en vervolgens werd ik ook uitgenodigd om mee te dansen; onze dag kon niet meer stuk. We besloten dat we nu wel genoeg van de gastvrijheid hadden gevraagd en verlieten zwaaiend het feest.
We haalden onze bagage op bij de B&B en maakten ons op voor het vertrek naar Olbia. In de bus zaten we nog na te genieten.
De volgende morgen hadden we de stadsbus naar het vliegveld van 6 uur; de halte was een hanentree van het hotel vandaan. We waren keurig op tijd bij het vliegveld en een paar uur later op Schiphol. Einde van een voor ons doen bijzonder lange, 16-daagse reis naar Sardinië; is ons heel goed bevallen; veel beter dan de eerste keer; wat een fijn eiland met fijne mensen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten