Wellicht kent de onderlegde lezer het boek "Congo" van David van Reybrouck; een dikke pil waarin de ontluisterende historie van het midden-Afrikaanse land in de tijd van de kolonisering door België wordt beschreven. Veel dunner was het tweede boek dat ik van hem in handen kreeg gespeeld door vriend Dick: "Zink", waarin aan de hand van de lotgevallen van een persoon die in het piepkleine zelfstandig landje "Moresnet" werd geboren en daar als een speelbal tijdens de internationale rampen van WO I en WO II heen en weer werd gegooid.
Met Dick ben ik vaak door de bossen en plaatsen van Moresnet wezen wandelen; van de enorme zinkgroeve aldaar heb ik eigenlijk nooit een notie gehad, maar die moet inmiddels onderdeel van het wat ruige landschap zijn geworden. Zo'n 30 jaar geleden maakten we een wandeling van Epen naar Eupen via de Geul en kwamen daar nog de enorme hopen voormalig industrieel afval tegen waarop het zinkviooltje met haar schitterende gele bloempjes welig tierde.
Zink, dat was een strategisch metaal voor de productie van zinken voorwerpen maar ook van messing dat vooral gebruikt werd voor de oorlogsindustrie. Vandaar dat NL en Pruisen enig verschil van inzicht hadden hoe de grens moest worden getrokken nadat Napoleon zijn Waterloo had gevonden en Europa heringericht moest worden bij het Weens congres.
Zink werd als eerste door de alchemist Paracelsus ontdekt en de naam werd door hem gemunt aldus Reybrouck.
Moresnet werd een zelfstandig landje, toevluchtsoord voor allerlei lieden waaronder de ongehuwde moeder van de boven genoemde hoofdpersoon. Zijn droevig lot deed mij enigszins denken aan dat van een andere Belg, beschreven in het boek "Oorlog en terpentijn", ook bijzonder lezenswaardig!
Het boekje "Zink" was een boekenweekessay in België en is zeer lezenswaardig; met zijn 42 bladzijden lees je het binnen één adem uit.
Met Dick ben ik vaak door de bossen en plaatsen van Moresnet wezen wandelen; van de enorme zinkgroeve aldaar heb ik eigenlijk nooit een notie gehad, maar die moet inmiddels onderdeel van het wat ruige landschap zijn geworden. Zo'n 30 jaar geleden maakten we een wandeling van Epen naar Eupen via de Geul en kwamen daar nog de enorme hopen voormalig industrieel afval tegen waarop het zinkviooltje met haar schitterende gele bloempjes welig tierde.
Zink, dat was een strategisch metaal voor de productie van zinken voorwerpen maar ook van messing dat vooral gebruikt werd voor de oorlogsindustrie. Vandaar dat NL en Pruisen enig verschil van inzicht hadden hoe de grens moest worden getrokken nadat Napoleon zijn Waterloo had gevonden en Europa heringericht moest worden bij het Weens congres.
Zink werd als eerste door de alchemist Paracelsus ontdekt en de naam werd door hem gemunt aldus Reybrouck.
Moresnet werd een zelfstandig landje, toevluchtsoord voor allerlei lieden waaronder de ongehuwde moeder van de boven genoemde hoofdpersoon. Zijn droevig lot deed mij enigszins denken aan dat van een andere Belg, beschreven in het boek "Oorlog en terpentijn", ook bijzonder lezenswaardig!
Het boekje "Zink" was een boekenweekessay in België en is zeer lezenswaardig; met zijn 42 bladzijden lees je het binnen één adem uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten