Onlangs beluisterde ik een volgende CD vol met cantates van mijn grote favoriet Johann Sebastian Bach en realiseerde ik me dat ik het - ik durf het haast niet te bekennen - behoorlijk zat begon te worden. Ik ging vervolgens wat instrumenteel werk van deze grote meester beluisteren en dat nare gevoel bekroop me opnieuw. Toch maar weer even terug naar de cantates waarvan ik mij had voorgenomen om die systematisch alle te beluisteren. Het is niet te geloven, maar ik ben nog maar op de helft zo ontzettend veel heeft hij ervan nagelaten; en dan schijnt er nog een aantal gewoon verloren zijn geraakt: is vis in ingepakt, zo liet ik mij vertellen.
Maar goed, ik beluisterde BWV 101, niet bijzonder, een heel lange intro met het koor, totdat ik getroffen werd door een heel subtiel intro van theorbe (denk ik) met cello, blokfluit en hobo d'amore. En daar begon, al even subtiel de stem van de alto, even later met de sopraan wel zo prachtig harmonieus een ode te formuleren in de muziek.
Naarmate ik ouder word krijg ik op veel vlakken het gevoel dat ik "het wel gezien, gelezen en gehoord heb"; bij het ouder worden stapelen de ervaringen zich zodanig op dat het wel genoeg begint te lijken/worden, althans, dat gevoel bekruipt mij. Dan is zo'n muzikale verrassing zeer gewenst hoor! Dank, oude meester.
22 juni 2022
BWV 101
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten