Roos op ons rustplekje. |
Als iedere dag ging ik vroeg broodjes halen en vervolgens een bakkie gedaan bij Alejandro. Ik vertelde hem dat het onze laatste dag was in Calpe omdat we de volgende dag zouden vertrekken. Toen ik terugkwam bleek dat Roos haar koffer maar ook mijn tas al zo'm beetje bij elkaar had gezocht; dat was de eerste muizenis die opgeruimd werd. Om half tien meldden we ons bij de auto's voor de "zware wandeling". Het bleek inderdaad een zware te worden maar- zoals René dat noemde - een lineaire. Een eindeloze helling, vrijwel zonder uitzichten maar vooral bosachtige begroeiing die het uitzicht belemmerden. De groep viel al heel snel volkomen uiteen; een stel onder de "nieuwe mensen" liep zonder zich met de achterblijvers op te houden knalhard vooruit. Roos en ik bleven enigszins achter om in ieder geval morele steun te zijn voor de achterblijvers totdat René naar achteren kwam en zich opstelde als bezemwagen. Toen draaiden Roos en ik weer ons eigen tempo tot we een plekje zagen waar we even konden zitten. Daar kwam René weer aan en vertelde ons dat de twee achterblijvers eraan kwamen: "over een kwartier", zo meldde hij tot onze verbazing. Wij wachtten nog even en liepen vervolgens de achterblijvers tegemoet. Die waren verrast maar vooral verheugd; ze voelden zich behoorlijk in de steek gelaten. Ook zij rustten even uit bij het plekje waar wij hadden gezeten en besloten min of meer om terug te gaan naar de auto's; we vonden het allemaal een wandeling van niks. Maar daar kwam René weer terug en zei dat het nog maar een klein stukje was naar de plek waar de anderen zaten.
Rien en Ria |
Toen we daar aankwamen meldden zij ons dat ze daar al 40 minuten zaten. Gelukkig had René hen daar tegen gehouden. Ik heb toen behoorlijk geserreerd aangegeven dat dergelijk onsolidair gedrag bij de vorige groep niet voorkwam en werd door de nieuwen verbaasd aangekeken.
Daar splitsten we de groep opnieuw. Roos en ik gingen met de langzame wandelaars alvast naar de auto's en René ging nog een stuk verder met de anderen. Solidariteit zoals we gewend waren van de oude groep was ver te zoeken. Roos liep voorop en ik sloot de rijen en zo scharrelden we naar beneden totdat de voorloopster van de snelle groep ons knalhard passeerde zonder boe of bah maar kennelijk vooral overtuigd van haar goede bedoelingen.
Toen René zich bij onze langzame groep voegde heb ik ook de benen genomen; ik achtte het verder zijn taak om voor bezemwagen te dienen.
We waren vroeger dan gepland weer op de terugweg naar huis en ik stelde Roos voor om toch deel te nemen aan het afscheidsdiner vanavond. Intussen bleek dat Jeanine bereid was om onze voedselresten over te nemen en eventueel te verdelen over andere liefhebbers. Eenmaal thuis hebben we de rest van de vissoep voorzichtig over gebracht. Een tas vol ander vers lekkers ging ook over; alweer een muizenis minder.
De reuzenmaan |
We gingen eten bij restaurant Dracula, ons ruimschoots aangeraden door Martine, maar het was er niet van gekomen. Bij binnenkomst bleek dat een fors deel van de Bridgeclub Ifach aldaar aanwezig was waardoor we ruimschoots in de gelegenheid waren om een goed afscheid te nemen van degenen die we zo graag mochten aldaar als Eddie en Wieske en bovenal natuurlijk Francois en Suzanna. En vervolgens hebben we daar toch fantastisch gegeten: puntillitas!, ze noemden die wel anders maar Roos had dit fantastische lekkere gerecht besteld; ook mijn Calamares a la Romana was voortreffelijk toebereid.
Na afloop heb ik opnieuw voor opperstalmeester gespeeld en een afscheidspraatje gehouden en daarbij Roos ingeleid; zij had een prachtig gedicht geschreven, een soort ode van dank aan Rien en Ria die onze zes weken tot een geolied feest hebben gemaakt; zij droeg dat goed verstaanbaar voor. Later heeft Ria het nog op de app gezet. Ik zal het hier nog plaatsen.
Toen we terug liepen naar ons appartement zagen we nog de reuzenmaan boven de zee schijnen als een afscheidsteken van Calpe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten