Het zou vandaag een wat druilerige dag worden; niets van gemerkt, het werd prachtig weer. En dat was maar goed ook want we hadden afgesproken met onze jagervriend Jan dat we langs zouden komen om wat wild in te slaan. Dus om half zeven met de stoptrein, door naar Apeldoorn met de Intercity en vervolgens naar Klarenbeek. Dankzij de overgang naar de wintertijd was het al lekker licht en we werden tot onze verrassing getroffen door het prachtige weer. Stil in het bos; eerst langs de kabouter-allée en door naar de bandijk. Als iedere keer dat we deze aanloop doen ontmoetten we ook nu "de meneer met de honden"; hij kent ons inmiddels en weet waar we nar toe gaan; hij kent Jan ook.
Gek genoeg had ik een paar keer het gevoel dat we verkeerd liepen en één keer was dat ook het geval maar dat kwam heel goed uit; Roos zag een boerderijwinkel waar ze even naar het toilet kon. Toen ze terugkwam bleek dat ze zelfs e.e.a. had ingekocht bij deze biodynamische groentekwekerij: raapsteeltjes en twee winterpenen.
We liepen door en kwamen bij de IJssel-winterdijk; altijd weer een prachtig stuk. Eerst een potje honing van de imker gekocht en vervolgens op het bankje daar wat gegeten. Er kwamen twee wandelaars aan en we raakten met hen in gesprek. Mensen uit de streek en natuurlijk kenden ook zij onze jager-vriend,
Door naar onze vrienden en weer gezellig met elkaar over de jacht en de landbouw gesproken. Jan had een paar prachtige reebouten voor ons - waaronder een enorme van 1,8 kilo - en voor Roos de door haar zo smakelijk gevonden duifjes. Worstjes, een gans, wat wild zwijn. Dat wordt weer smullen. En de volgende keer wellicht weer een haas, hoewel het erg slecht gaat met de hazen in NL; zoals zo veel planten en dieren verdwijnt ook langoor uit de natuur. De landbouw is meedogenloos voor deze wilde weide bewoners. Jammer als je je realiseert hoeveel er aan moois in het boerenland is verdwenen tijdens onze generatie, om van daarvoor maar niet te spreken. Maar de teloorgang gaat zo geleidelijk dat je er in het dagelijks leven weinig van merkt.
Gek genoeg had ik een paar keer het gevoel dat we verkeerd liepen en één keer was dat ook het geval maar dat kwam heel goed uit; Roos zag een boerderijwinkel waar ze even naar het toilet kon. Toen ze terugkwam bleek dat ze zelfs e.e.a. had ingekocht bij deze biodynamische groentekwekerij: raapsteeltjes en twee winterpenen.
We liepen door en kwamen bij de IJssel-winterdijk; altijd weer een prachtig stuk. Eerst een potje honing van de imker gekocht en vervolgens op het bankje daar wat gegeten. Er kwamen twee wandelaars aan en we raakten met hen in gesprek. Mensen uit de streek en natuurlijk kenden ook zij onze jager-vriend,
Door naar onze vrienden en weer gezellig met elkaar over de jacht en de landbouw gesproken. Jan had een paar prachtige reebouten voor ons - waaronder een enorme van 1,8 kilo - en voor Roos de door haar zo smakelijk gevonden duifjes. Worstjes, een gans, wat wild zwijn. Dat wordt weer smullen. En de volgende keer wellicht weer een haas, hoewel het erg slecht gaat met de hazen in NL; zoals zo veel planten en dieren verdwijnt ook langoor uit de natuur. De landbouw is meedogenloos voor deze wilde weide bewoners. Jammer als je je realiseert hoeveel er aan moois in het boerenland is verdwenen tijdens onze generatie, om van daarvoor maar niet te spreken. Maar de teloorgang gaat zo geleidelijk dat je er in het dagelijks leven weinig van merkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten