Vanuit de verte hadden we de enorme witte berg van gewonnen zout al zien liggen. Hier op Lesbos wordt al sinds mensenheugenis zout gewonnen door zeewater op vloeivelden te laten verdampen. Daarbij zijn prachtige natuurvriendelijke situaties ontstaan. Hier en daar krioelde het van de vis; voedsel voor de vogels. Daarnaast is de omgeving niet verstoord door intensieve landbouw zodat er tevens heel veel insecten in de kruidenlaag voorkomen. Reden voor de trekvogels die vanuit Afrika op weg zijn naar noordelijker streken om even langs te gaan voor een uitgebreide "snack". In een paar dagen vreten ze het vet weer aan en gaan dan verder. Het gevolg is dat er gedurende enkele weken talloze soorten trekvogels te zien zijn. Hier in de zoutpannen, waar we direct na het ontbijt van de eerste dag (na eerst "het meertje" te hebben bezocht om 6.00 uur) heen gingen zagen we allerlei steltlopers en andere soorten: kluten, bosruiters, zwarte ruiter, flamingo's, (kuif)aalscholvers, plevieren, (zwarte)ooievaar en nog vele andere soorten waarvan de namen me zijn ontschoten. En meeuw-achtigen als de (kleine) stern, geelpootmeeuw; de prachtige witvleugelstern die in grote groepen insecten consumeerde; de lemniscaten van deze groep vogels is een schoonheid om te aanschouwen; een lust voor het oog en tot grote tevredenheid van de al dan niet fotograferende ornithologen onder ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten