Wanneer ik naar de Eifel en de Hoge Venen ging, maakte ik altijd gebruik van de wachttijd tussen twee busverbindingen in om bij slager Weber, in Aken even van die heerlijke verse worst te kopen. Daar kreeg ik dan altijd een stevige lik uitgebakken vet, schmalz in het Duits bij om die worst in te kunnen bakken met behulp van het meegenomen pannetje en gasbrander. De leut was dan om in "the middle of nowhere", in la Béole, een schuilhut op de Venen, worstjes te bakken en een heerlijk maal te bereiden met van die Duitse broodjes met lekker Duitse leverworst en natuurlijk die gebakken worstjes: een koningsmaal. De bekroning was natuurlijk als er dan andere wandelaars langs kwamen en zich verbaasd afvroegen waar die heerlijke baklucht vandaan kwam. Gebeurde slechts één keer overigens.
Onlangs heb ik weer eens op ouderwetse wijze vet uitgebakken op laag vuur; de kaantjes uit het vet gevist (ik kon er gewoon niet afblijven zo lekker zijn die kaantjes na afkoelen) en in het vet karbonades gebakken en later ook enkele keren lamsvlees. Het vlees bleef heerlijk vol van smaak door deze behandeling, terwijl de pan ook nog eens opmerkelijk makkelijk schoon gemaakt kon worden.
Ik ga van nu af aan over op het gebruik van rundervet of varkensvet om mijn vlees in te bakken, net als grootmoeder Sientje deed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten