De Mieren Werkgroep (MWG) houdt jaarlijks een bijeenkomst waarin het determineren van mieren centraal staat. Het is bepaald niet eenvoudig om precies vast te stellen om welke mierensoort het precies gaat; voor wetenschappelijk onderzoek moet de soort dan ook met zekerheid vastgesteld worden door een "gecertificeerd deskundige". Nu geloof ik niet dat er sprake is van een officiƫle certificatie, maar binnen de MWG is een aantal leden die als zodanig worden beschouwd. Onderzoekers van de vlinderstichting hadden materiaal verzameld uit gebieden waar "blauwtjes" voorkomen. Dat zijn vlindersoorten die ergens in hun voortplantingsproces bepaalde mierensoorten nodig hebben van een bepaalde soort, Myrmica. En nu bleek dat in hun materiaal juist Myrmica Galieni voorkwam, een lang niet algemene soort. Ook in eerder verzameld materiaal bleek dat Galieni te zitten die overigens in eerste instantie niet goed op naam was gebracht.
Rudolf had een bijzonder koninginnetje verzameld van M. Rugulosa dat door Peter werd gezien als een hybride van koningin en mannetje. Remco had schitterende preparaten op naald die hij toonde; dat ziet er toch wel beter uit dan preparaten uit de alcohol op een ondergrondje vind ik.
Eerlijk gezegd zat ik er wat verloren bij en dat fluisterde ik ook naar Rudolf; ik had, net als een vorige keer, een soort cursusje voor beginners verwacht. En dat heeft Rudolf vervolgens voor me verzorgd. Hij wees me op de verschillen tussen de verschillende bosmieren en hoe je die het best zicht baar kon maken; een pieklein driehoekje op het "voorhoofd, dat mij altijd ontgaan was. Vervolgens heb ik mij opnieuw gewaagd aan de verschillen van de Myrmica's en dat ging mij ook redelijk af tot mijn genoegen. Misschien krijg ik het ooit nog eens onder de knie. Het blijft trouwens fascinerend om die wondere wereld van de insecten met een binoculair te onderzoeken.
En het was weer een heel genoeglijke bijeenkomst, net als de excursie in de zomer.
Rudolf had een bijzonder koninginnetje verzameld van M. Rugulosa dat door Peter werd gezien als een hybride van koningin en mannetje. Remco had schitterende preparaten op naald die hij toonde; dat ziet er toch wel beter uit dan preparaten uit de alcohol op een ondergrondje vind ik.
Eerlijk gezegd zat ik er wat verloren bij en dat fluisterde ik ook naar Rudolf; ik had, net als een vorige keer, een soort cursusje voor beginners verwacht. En dat heeft Rudolf vervolgens voor me verzorgd. Hij wees me op de verschillen tussen de verschillende bosmieren en hoe je die het best zicht baar kon maken; een pieklein driehoekje op het "voorhoofd, dat mij altijd ontgaan was. Vervolgens heb ik mij opnieuw gewaagd aan de verschillen van de Myrmica's en dat ging mij ook redelijk af tot mijn genoegen. Misschien krijg ik het ooit nog eens onder de knie. Het blijft trouwens fascinerend om die wondere wereld van de insecten met een binoculair te onderzoeken.
En het was weer een heel genoeglijke bijeenkomst, net als de excursie in de zomer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten