Roos op het bruggetje in Giethoorn |
Dat was al weer enige tijd geleden dat ik hier was: Giethoorn, dat plaatsje in Overijssel dat wel met Venetië wordt vergeleken?! Beetje overdreven; je kunt het beter bezien in het perspectief van de film van Bert Haanstra: Fanfare, met Johan Kaart. Blijft een schitterend dorp met haar kleine grachten en fraaie bruggetjes; vroeger bevaren met punters. Je kunt in dat oude filmpje van de jaren 50-60 nog zien hoe koeien in zo'n punter worden getransporteerd.
Vanmorgen vertrokken we naar Steenwijk en daar namen we de bus naar Giethoorn. Roos had op Komoot een track geconstrueerd; 15 kilometer, waarvan de eerste kilometers ons door dit schitterende dorpje voerden. De laatste keer dat ik hier was waren er ongelooflijk veel Aziatische toeristen. Hoe die Giethoorn hebben leren ontdekken is mij een raadsel. Ook Venetië schijnt zich in een enorme Chinese belangstelling te mogen wentelen. Maar nu in Corona tijd was er geen toerist te bekennen; we hadden het rijk alleen. Het doorgaand fietspad was leeg, de bruggetjes onbezet; je kon alles prachtig fotograferen.
Maar na enkele kilometers was de Giethoornse koek toch echt op en gingen we over op een vrij lange, maar eveneens zeer rustige weg door de Weerribben, het grote, zompige natuurgebied, tegenwoordig weer leefgebied voor otters.
Ook daar kwam een eind aan en toen volgden nog behoorlijk wat saaie kilometers richting Meppel. Daar was onze eigen koek wel zo'n beetje op. Roos had last van haar darmen en ik had het wel een beetje gehad na het voor mij toch wat drukke programma van deze week. We waren blij dat de trein naar Zwolle niet al te lang op zich liet wachten. In Zwolle scheidden zich onze wegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten