|
Badhuis |
Na "de grot van Corbeddu" gingen we verder naar een Nuragisch dorpje, een woonplaats uit de bronstijd, dus van zo'n 2000 jaar voor de jaartelling. Op Sardinië is nog ontzettend veel cultuur bewaard gebleven uit die tijd; niet alleen de enorme uit joekels van stenen opgebouwde Nurages maar ook dorpjes en zoals we later nog zouden zien, magische bronnen.
Hier in dit eerste dorpje dat we bezochten was nog een prachtig nagenoeg intact badcomplex. De ramskoppen waar het water vroeger uit stroomde waren nog goed te herkennen. De huisjes waren ook nog behoorlijk intact of anders wel geconserveerd. Ik vond het wel heel wonderlijk dat je hier zo rond kon lopen door de huisjes van dit oude prehistorische volkje alsof ze hooguit honderd jaar geleden waren vertrokken.
|
Basaltpijpen |
Het was echt een mengsel van cultuur, geologie maar ook natuur want het volgende uitstapje - letterlijk, want dan stapten we even uit de auto's - betrof het uitzicht op enorme brokken basalt. Dit zijn pijpen van relatief snel afgekoelde lava die vanuit spleten omhoog is komen borrelen en daarbij relatief snel afkoelde met kleine kristallen als gevolg met krimpscheuren die de bekende basaltvormen doen vormen. Fraai gezicht.
Tot slot een stukje natuur - of is dit eigenlijk ook geologie? - de grootste natuurlijke waterbron van Sardinië, de Su Gologno. Heerlijk helder water dat uit de rotsen kwam gestroomd, Ik had er zo in willen springen zo zwemzaam zag het eruit en het was ook behoorlijk warm op dat moment. Maar we moesten weer terug naar Hotel S'Adde in Dorgali.
|
Su Gologone, de grootste natuurlijke waterbron |
Deze tweede avond in Dorgali werd afgesloten met een feestelijk diner met zang. Een groepje van vier zangers - door de leiding "de tenoren" genoemd - bracht tussen de gangen door een aantal authentieke Sardijnse liederen ten gehore. Dit klonk mij zo nieuw, zo vreemd in de oren dat ik na de inzet van het eerste lied met open mond heb zitten luisteren. Het is natuurlijk verbeelding, maar na het bezoek aan die Nuraghes kreeg ik echt zo'n gevoeld dat deze muziek haar wortels nog uit die tijd had overgenomen.
Om dit viertal "de tenoren" te noemen is een beetje benevens de waarheid; er was duidelijk een leider, een tenor inderdaad die een frase inzette waarop de andere drie, waaronder een zeer scherpe tenor, een bas en een contrabas inzetten en ritmisch in een soort vraag en antwoord met de leider verder zongen; fascinerend; die contrabas lijkt wel die laagste pijp, een drone van een doedelzak. Ik heb er helaas geen filmpje van en zou ook niet weten hoe ik dat op Youtube zou moeten plaatsen; lukt me niet meer. Maar ..... vriend Dick zond mij een link waarop
de Sardijnse muziek zoals wij die hebben gehoord goed is weergegeven.
|
De vier zangers; fascinerend om naat te luisteren. De jongste achteraan op deze foto had een geweldig lage bas |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten