Begin van mijn carriëre, ongeveer 6 maanden oud |
Vlak na WO II, zo eind veertiger jaren was er in Europa en zeker in NL sprake van een enorme geboortegolf. In de euforie van de zo lang verwachte vrede werden veel kinderen verwekt. Dit babietje hierboven is daar een voorbeeld van; niet echt herkenbaar, maar dit ben ik zelf. In de jaren die volgden op de oorlog was sprake van een opbouw die zijn weerga niet kende; woningbouw, herstel van de oorlogsschade en opbouw van de industrie. Een vrolijke, verwachtingsvolle tijd van sterke economische groei die haar hoogtepunt kende in de zestiger jaren. En natuurlijk die enorme kinderschare die later in het Engels de "baby boom" zou worden genoemd. Daar zat ik middenin, geboren in mei 1948. Ik was een vlotte leerling en bleef nooit zitten en bevond mij na mijn studententijd in de boeggolf van de geboortegolf en kon daardoor gelukkig makkelijk een goede baan vinden.
Ik herinner me nog de houten noodlokalen bij de lagere school, die nodig waren om de plotselinge toename van leerlingen op te vangen zonder overbodige capaciteit voor later jaren te creëren. De middelbare school, zelfde verhaal. Heden zie je een toename van het aantal gepensioneerden; de babyboomers beginnen bejaard te worden; massale uitstroom uit het arbeidsproces.
Maar de laatste maanden merk ik een bijkomend effect: mijn generatie krijgt kleinkinderen bij de vleet. Begon het in mijn omgeving met de kleinkinderen van m'n broer Jan en schoonzus Thea, Nicky en Lizzy, vervolgens de kleine Gijs, Vriend Peter C. kreeg een jaar later een tweetal kleinkinderen vrijwel tegelijk van zijn tweeling dochters, Anneke en Pieter kregen de afgelopen weken twee kleinkinderen, mijn kleindochter Evi vorige week, en Anneke van Pieter krijgen volgende maand nog een kleinzoon. Er is sprake van een "kleinkinder boom", als een soort echo van de "baby boom" van 65 jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten