Door het mateloos slechte resultaat van vorige week, zag ik er erg tegenop om weer in onze nieuwe club te gaan bridgen. Ik voel me dan zo belachelijk. En door de zenuwen ging ook de eerste tafel weer heel slecht; ik kon me nauwelijks concentreren. Ik had wel van de tafel weg willen lopen. Ook de tweede tafel ging in het begin maar moeizaam. Maar toen Roos aangaf dat ik niet meer hoefde als ik echt niet meer wilde gaf dat mij rust. "Ik stop helemaal met bridge, dat hoofdstuk sluiten we af", dacht ik. En dat gaf mij de broodnodige rust om de rest van de tafels prima af te werken; het ging steeds beter en na de pauze schaamde ik me voor mijn kinderachtige, onvolwassen houding. Uiteindelijk haalden we iets van 47%, wat laag voor ons doen, maar niet slecht.
Margreet G. had ons voorafgaand aan deze competitiemiddag uitgenodigd om vrijdagavond te komen bridgen. We hadden nog niet precies bepaald hoe het weekend zou gaan verlopen en half en half waren we van plan om misschien een dag naar Simmerath te gaan. En het overviel me ook een beetje tegen de achtergrond, hier boven beschreven. Maar na afloop zei ik: "we komen morgenavond". Ik ga lekker door en zal nogmaals proberen om m'n fatalistische houding beter in bedwang te houden; ik doe wel een groot beroep op het incasseringsvermogen van Roos met dat eeuwige gezeik.
Opgewekt reden we naar huis; deze avond kwamen onze vrienden Peter C. en zijn geliefde Urdice bij ons eten. Ze had allerlei heerlijks voor ons meegebracht. We aten puur Hollandse winterkost: eerst een bord erwtensoep en daarna boerenkool. "Peter eet anders nooit zo veel", zei Urdice en gaf aan dat ik dat als een compliment mocht beschouwen. Deed me plezier. Werd een heel gezellige afsluiting van deze dag.
Margreet G. had ons voorafgaand aan deze competitiemiddag uitgenodigd om vrijdagavond te komen bridgen. We hadden nog niet precies bepaald hoe het weekend zou gaan verlopen en half en half waren we van plan om misschien een dag naar Simmerath te gaan. En het overviel me ook een beetje tegen de achtergrond, hier boven beschreven. Maar na afloop zei ik: "we komen morgenavond". Ik ga lekker door en zal nogmaals proberen om m'n fatalistische houding beter in bedwang te houden; ik doe wel een groot beroep op het incasseringsvermogen van Roos met dat eeuwige gezeik.
Opgewekt reden we naar huis; deze avond kwamen onze vrienden Peter C. en zijn geliefde Urdice bij ons eten. Ze had allerlei heerlijks voor ons meegebracht. We aten puur Hollandse winterkost: eerst een bord erwtensoep en daarna boerenkool. "Peter eet anders nooit zo veel", zei Urdice en gaf aan dat ik dat als een compliment mocht beschouwen. Deed me plezier. Werd een heel gezellige afsluiting van deze dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten