Gisteravond, ondanks m'n soepoog dit boek doorgelezen. Een prachtige blijk van de kracht van samenwerking tussen ver uiteenlopende takken van wetenschap. De aanvulling en het gecombineerd denkvermogen waarbij ook ornithologisch inzicht van pas kwam leidde tot de in mijn ogen verrassende conclusie omtrent de ontwikkelingen in het samenlevingsproces van soorten organismen en de aarde. In een oud interview (1999) met geoloog Peter Westbroek las ik de mooie zinsnede: "Gaia is een taai wijf".
Vanmorgen gaf ik in een dialoog met Roos over WhatsApp weer hoe ik uiteindelijk over de rol van "de mens" in de evolutionaire kermis denk.
Citaat uit m'n WhatsApp bericht:
De mensheid ervaart zichzelf als een bijzonder element in de ontwikkeling van "het leven", de schitterende emergentie hier op Gaia. Homo Sapiens Sapiens, bovenaan de ladder van de evolutie, maar feitelijk ook maar een wat uit de hand gelopen zijtakje aan die enorme boom des levens, evenals menig gidsfossiel. Dus al die noviteiten, waaronder plastic en klimaatverandering horen er ook bij. Als soort gedragen wij ons net als alle andere. Dat is feitelijk ook de conclusie van dit boek. Ben het daar wel mee eens, een deel van mijn caleidoscopisch denkproces ging altijd al die richting op, maar als individu verbaas ik me; had meer van "ons" verwacht. Hoezo "Sapiens"?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten