07 mei 2010

Petits sabots

Het is inmiddels 7 mei en door de noorderwind erg koud voor de tijd van het jaar. Dat doet me denken aan een vakantie in mei 1984 ergens in het midden van Frankrijk, onder Parijs in een huisje van toenmalige buurtjes. Joke, onze oudste was nog niet eens twee jaar en een ontzettend lief kind. Die hele reis lang zat ze vastgesnoerd zoals dat hoort, achterin onze gele 2CV. Als ze sliep hoorde je niks, maar was ze wakker dan hoorde je voortdurend: "bèèèèh", het geluid van een mekkerend schaap. Of het nou een paard of een koe was of enig ander dier in de wei, steeds dat zelfde geluid. Eenmaal aangekomen voor het huisje, hoe kon ze weten dat het de laatste stop was, zei ze: hè, hè en wilde er direct uit. Wat een teleurstelling dat huisje. Het was zo primitief en koud. Geen echte kachel maar een houtkacheltje waarvoor het hout moest worden gezaagd uit de vervallen boomgaard. En het bleef maar zo koud, net als het begin van deze mei maand anno 2010. Het huisje maakte onderdeel uit van een boerengehucht waar we melk en eieren van de boer konden kopen. Joke ging natuurlijk mee, ze was helemaal niet bang voor dieren tot verbazing van de Fransen en ze liep op klompjes, wat de kreet ontlokte: "petit sabots", een uitdrukking die zelfs tot heden in de vorm van piesabo in ons gezin taalgebruikelijk is gebleven. Piesabo sokjes waren de sokken die oma breidde voor in de klompen.
Ondanks de kou gingen we erop uit. Op een avond paste de dochter van de boer op zodat wij uit eten konden bij een echtpaar dat table d'hôte hield. We ontmoetten daar een gezelschap van leuke Fransen die iets te vieren hadden. Ik heb daar zo lekker gegeten en krankzinnig veel gedronken dat ik de volgende dag een kater van jewelste had. En toch mee met dat gezelschap Fransen om in de buurt huizen te bekijken. En ook daar was onze dochter, inmiddels via Yogi bear van naam veranderd in Yogi ourse, op z'n Frans, met haar klompjes en opnieuw de verrukte kreten: "petits sabots". Die Fransen bleken later nog collegae/bekenden te zijn van een goede vriend van mij.
Van die vakantie herinner ik mij toch eigenlijk niet de koude maar vooral dat kleine meisje, nu nog steeds "ourse" genoemd, althans door mij, inmiddels een jonge vrouw natuurlijk en werkzaam. Toen de zon eindelijk doorbrak en ze in de zandbak zat te spelen zei ik, de zonnewarmte bedoelend: "lekker hè", en tot mijn ontzetting stak ze een lepel zand in haar mond omdat ze dacht dat ik dat bedoelde.

Geen opmerkingen: