30 april 2016

Vandaag precies dertig jaar geleden

Voorbij Kreuz im Venn
Mijn eerste kennismaking met het gebied van de Hoge Venen was vandaag precies 30 jaar geleden. Na een zekere "inwerkperiode" waarbij vriend Dick mij trainde op het gebied van het Lange Afstands Wandelen gingen we op koninginnedag 1986, te beginnen in Eupen en verder langs de Helle mijn eerste meerdaagse tocht lopen.
Het was enkele dagen na de ontploffing van de kerncentrale in Tsjernobyl; het was prachtig weer en Dick noemde het onze "stralende" wandeling vanwege de gevreesde fall out van de ontploffing. Ik had veel te veel bagage in mijn enorme rugzak en mijn voeten waren onvoldoende bestand tegen een grote wandeling. Ver voordat we Monschau zouden bereiken was ik dan ook uitgeput en aan een hotel toe. Dat vonden we toen in Mützenich bij Hotel zur Buche. De volgende dag liepen we eerst naar Monschau en toen verder door naar Hellenthal; ik was vervolgens helemaal kapot, maar 'savonds bij de maaltijd voelde ik me weer een hele Piet. En zo ging het nog een paar dagen door; we eindigden in Altenahr; het weer was prachtig en ik kijk er nog steeds met veel genoegen op terug ondanks de blaren.
Roos bij de wild stromende Ruhr
Vandaag liepen Roos en ik door het dal van de Ruhr terug naar Monschau. Via een andere route, meer de route die ik vorige week had gevolgd en die ik graag aan Roos wilde tonen zo mooi vond ik die. Langs de Kulturweg en hoog boven de Ruitzhof, langs het Kreuz im Venn, het nieuwe fietspad over de voormalige spoorbaan en het laatste stuk langs de Ruhr. Die stond zelfs nog hoger dan de Helle; de Ruhr voert zo te zien nog meer water af dan de Helle.
Ik verwachtte op grond van de dienstregeling van bus 385 en bus 66 dat we om 13.30 naar Aachen konden reizen en dat bleek ook het geval. Iets over enen kwamen we bij het Bushof en met een vlotte verbinding over Heerlen, waar we nog een frietje scoorden waren we tegen zevenen weer thuis.
Was weer een heerlijk uitje geweest en voor herhaling vatbaar.

De Ruhr op z'n breedst


Fraai zijbeekje van de Ruhr

29 april 2016

Hoog water in de Helle

Besneeuwd veenlandschap met Roos
Er lag behoorlijk veel sneeuw hier in het Eifelgebied; in de lagere gebieden was de sneeuw al weggesmolten of aan het smelten. En al dat water komt natuurlijk uiteindelijk terecht in de grotere beken/rivieren, de Ruhr en de Helle. En waar je de Ruhr in "de beschaving" kunt zien lopen - denk maar aan Monschau en verder - daar loopt de Helle uitsluitend op de Hoge Venen. Waar de Hoge Venen endigen, daar eindigt ook de Helle; zij wordt opgeslorpt in een kunstmatige leiding en verderop in een drinkwateropslagbekken uitgestort. De Helle ken ik vooral als een kalm stroompje in de zomer.
Voor vandaag hadden Roos en ik gepland om over het Venn te gaan wandelen richting de Helle en zo geschiedde. Een voor ons nieuwe aanlooproute - Roos wil altijd iets nieuws lopen - via Ruitzhof gelopen met behulp van kaart, GPS en bordjes tot we aankwamen bij de vanouds bekende Herzogenhügel.
Zo ruig hebben we de Helle niet eerder gezien
Vandaaruit het dalletje van de Spohrbach afgelopen naar het dal van de Helle; die konden we van bovenaf zien stromen. De steile afdaling naar de oever van de Helle hebben we maar gelaten voor wat die was; het zag er erg zompig uit; de Helle hadden we niet zo breed verwacht en het was maar de vraag of je er nog langs kon lopen. Dus verder over het grote pad. De brug over de Helle overgestoken en van het ruige landschap aan de overkant genoten. Grappig genoeg kwamen we daar een drietal wandelaars tegen; verder nog niemand gezien onderweg. Het was niet mogelijk om de oever van de Helle te belopen; het wandelpad aldaar was onbegaanbaar. Maar het uitzicht was prachtig.
Een onsie op de oude boomstam
Toen verder gelopen naar de "oude" zomerovergang van de Helle met het kiezelstrandje; dat plekje is ons zeer dierbaar vanwege de oeroude herinneringen. Ik was hier vele jaren geleden met Hugo terwijl het meer dan 10 graden vroor; we waren hier ook met Tycho en Douwe; bij die gelegenheid had Roos een ontzettend leuke foto gemaakt van Hugo en mij samen terwijl ik thee oid aan het zetten was.
Nu maakten we een onsie terwijl we op die oude boomstam zaten waar we vroeger broodjes hebben gesmeerd en geluncht met onze poncho's tegen de regen; lang geleden allemaal.
We liepen terug; het was uiteindelijk een forse en zware wandeling geworden van ergens tussen de 20 en de 25 kilometer door redelijk zwaar terrein. We waren blij dat we weer in het hotel waren.
In het hotel gegeten; asperges. Vroeg naar bed en als een blok geslapen.

Het "Hoge Veen" in de verte nog flink besneeuwd

28 april 2016

Höfener Mühle

Om kwart voor twaalf vertrokken we uit Monschau,
omhoog naar het dal van de Perlenbach
Een wind afkomstig van Nova Zembla zorgde vandaag, aldus weeronline een bijzonder koude atmosfeer, maar wel droog. En dus liepen we dik aangekleed vanmorgen al om 5.55 uur richting station Bilthoven. Helaas had de stoptrein van iets voor half zeven al zovel vertraging (sic) dat we de aansluiting met de Intercity naar Heerlen niet meer zouden halen, althans dat dacht ik toen en stelde al pessimistisch voor om dan maar onze hele Eifeltocht af te gelasten en weer naar huis te gaan. Maar het zou gelukkig anders lopen en zo arriveerden we al om 20 over 11 in Monschau en schoven we aan de Kaffee mit Kuche; fijn om daar weer te zijn ook al was ik er een week geleden al geweest; die Eifel blijft voor ons toch wel een heerlijke plek; relatief makkelijk en snel bereikbaar met OV, lekker geaccidenteerd wandelgebied en goed(koop) van eten, drinken en onderdak.
Proost op een paar fijne wandeldagen
We liepen vanuit het dal van de Ruhr naar boven, richting Perlenau; daalden naar de Perlenbach en liepen deze verder langs tot hotel Perlenau alwaar we iets kleins hadden willen lunchen; het bleek gesloten te zijn. Maar een uurtje verder lag de Höfener Mühle en daar hebben we heerlijk geluncht met een biertje erbij. Hoe we verder moesten lopen wist ik niet meer zo precies; vroeger heb ik deze route richting Kalterherberg vaak gedaan, maar dat is lang geleden. Vorige week had ik de Perlenbach verder afgelopen en was ik via Gut Heistert terug gelopen, maar nu wilden we door het besneeuwde landbouwgebied die richting uit.
Ik bestudeerde de kaart om te zien hoe we verder moesten.
Een voor ons "nieuw" zijdalletje met beekje
Na het biertje gingen we langs een andere beek in een wonderschoon dal; zo'n beek door een besneeuwd landschap blijft een prachtig gezicht.  Met hulp van de kaart bereikten we het richtingbord van Gut Heistert alwaar Roos een nieuw pad ontdekte, dwars door weer een zijdalletje. Het liep door een nog onbetreden stuk sneeuwlandschap; dat was genieten geblazen. Een nog steeds niet opgelost raadsel blijft de "Theisbaum" die op elke kaart staat maar die ik in al die jaren nog niet heb mogen aanschouwen. Nu kruisten we de Theisbaumstrasse. Het raadsel bleef echter. Op Internet kon ik de volgende informatie vinden:

Kalterherberg. Sie ist 17 Meter hoch, hat einen Umfang von 3,50 Meter und könnte sie reden, dann hätte sie wohl viel zu erzählen aus den vergangenen 300 Jahren. Die alte Eiche, von der hier die Rede ist, steht im Süden von Kalterherberg und ist den Ortskundigen bekannt als Theisbaum. Woher ihr Name stammt, ist nicht völlig geklärt. Ob der Name zurückgeht auf die Fronleichnamsprozession und die Matthäus Passion oder ob an diesem Baum zu Gericht gesessen wurde, lässt sich nicht mit Gewissheit sagen. 
Rustiek pad door het landbouwgebied

Bij een volgend bezoek ga ik eens kijken of die boom aan de Theisbaumweg er nog staat. Ik krijg uit de rest van de info de indruk dat hij is vervangen door beuken en dat er een gedenkteken is opgericht. Ik ben benieuwd. Nu hadden we geen puf meer om te gaan kijken en liepen verder naar hotel Hirsch. Daar hebben we ons uitgepeld uit de dikke kleding vanwege de winterse kou en hebben wat uitgerust. 's Avonds weer lekker gegeten bij Brandenburg. Genoeglijk gesproken met een leeftijdsgenoot die op de fietst op weg was naar Rome.
Middenin de slaap gewekt door een SMS-je. Onrustig verder geslapen.

27 april 2016

Koningsdag 2016

Lekker kneden van de vlees-vet-lever massa, de basis
voor een heerlijke paté de campagne
Dat woord "Koningsdag" gaat er bij mij nog steeds niet in; mijn hele leven heb ik "koninginnedag" op 30 april meegemaakt; heb zelfs nog enkele maanden Wilhelmina als koningin "gekend". In augustus van mijn geboortejaar, 1948 heeft zij de kroon overgedragen aan haar dochter Juliana. Niet om die reden, maar gewoon omdat het "kloteweer" zou worden volgens de weerberichten heb ik vandaag mijn flatje niet verlaten; ik heb mij onledig gehouden met het maken van paté.
Met behulp van mijn nieuwste aanwinst, een handmatig aangedreven vleesmolen heb ik varkensvet, vlees van wildzwijn en hertenlever staan verwerken, althans geprobeerd te verwerken tot een smeuïge vleesmassa. Het ging niet erg en moest ik overgaan tot de vermaling met het snijapparaat van mijn staafmixer; gaat eigenlijk veel beter; de vleesmolen liep helemaal vast in het bindweefsel van het zwijnenvlees. Inmiddels weet ik uit mijn ervaring dat het varkensgehakt, betrokken van "Veldvarkens" de beste basis vormt voor de paté. Al doende leert men.
Verder heb ik mij deze dag onledig gehouden met het pakken van de rugzak voor morgen; opnieuw naar de ons zo dierbare Eifel. Roos en ik gaan een paar dagen wandelen rond Kalterherberg.

26 april 2016

Dat gilt toch om geblogged te worden?!

Omdat ik letterlijk nooit naar de radio luister was het mij ontgaan, maar wat Roos mij vertelde over wat zij op de radio gehoord had was zo hilarisch dat ik er absoluut over wilde bloggen. Het betrof de ontmoeting van twee allergiën van mij: enerzijds de praktijken van de voedingsindustrie en anderzijds de in de malingnemerij door de communicatie-industrie.
Er schijnt een product op de markt te zijn met de naam "good noodles kip" waarvan is aangetoond dat er geen kip aan te pas is gekomen. Niet te geloven toch? en hoe reageert dan de fabrikant (Unox) op deze bevinding? Alsof ze van niets weten wordt vanwege dit onderzoek de verpakking aangepast om "misleiding te voorkomen"; de kip verdwijnt van het pak maar de naam blijft vast nog wel. Er moet beter gecommuniceerd worden met de consument, of dat het product zou verbeteren. Ik zat te schateren van het lachen toen ik het van Roos hoorde. Zal ons niet gebeuren; voordat ik dat soort rare rommel zou eten; trek al een vies gezicht bij de gedachte.
Op internet kunt u e.e.a. nog nalezen.

25 april 2016

Michel de Klerk in het Stedelijk Museum

Enorm portret van de architect Michel de Klerk
Mijn vriend Peter C. heeft mij kennis doen maken met de architectuur. We hebben onze interessen gecombineerd door een paar keer een stadswandeling te maken. Met name de wandelingen door Amsterdam waren voor mij heel informatief. Namen die bleven hangen waren Michel de Klerk, Piet Kramer en Hildo Krop. Arthur Staal hoorde ik ook vaak noemen maar die is van een ander tijdvak meen ik. De drie eerst genoemden waren onderwerp van de tentoonstelling die Roos en ik vandaag hebben bezocht in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ik had de aankondiging al een paar keer voorbij zien komen en had me vast voorgenomen om deze tentoonstelling te gaan bezoeken; het betrof de "Amsterdamse School" als stijl, niet alleen voor bouwwerken maar ook voor meubilair en versierselen aan bouwwerken. Het prachtige smeedwerk dat zo vaak aan de bruggen van Amsterdam zichtbaar is, ik dacht van Piet Kramer is ook onderdeel van die stijl. Het heeft allemaal iets van Art nouveau, maar is toch anders, heeft iets heel specifieks. Ik heb van het geheel genoten en wil er zeker nog een keer naar toe!

Fraai meubilair eveneens van de hand van de Amsterdamse School architecten

24 april 2016

Drie maanden wachten op antwoord

Die biografie van Busken Huet blijft toch een bron van inspiratie. Een lastige man die zijn hele omgeving op adequate wijze tegen zich in het harnas weet te jagen. Inmiddels is hij naar Indië geweest, heeft daar ook weer met iedereen problemen gemaakt, maar is er toch in geslaagd om uiteindelijk een eigen krant het licht te doen zien, heeft een neef als zetbaas aldaar geïnstalleerd en is gerepatrieerd om zijn zoon in Europa een opleiding te doen volgen. Niet in NL, maar in Parijs. Intussen houdt hij met correspondentie contact met Indië, met zijn negotie dus. En dan lees je dat een brief er 6 weken over doet om van Parijs naar Indië te komen en omgekeerd natuurlijk ook. Dus voordat je een antwoord kreeg gingen er drie maanden overheen.
Daar moest ik aan denken toen ik een mailtje stuurde naar mijn buurman Sjoerd. Ik wilde iets van hem weten dat hij voor mij op moest zoeken en ik stuurde hem een mailtje. Het antwoord kreeg ik binnen vijf minuten, maar Sjoerd zat wel in New Orleans?! We hadden gewoon correspondentie alsof hij in het portiek naast mij aanwezig was. Het is wel een wonderlijk verschil. Overigens duurde het in de zeventiende eeuw meer vaak dan een jaar om met Indië te corresponderen; de tijd van de zeilschepen en voordat het Suezkanaal was gerealiseerd.
Busken Huet leefde zo'n 150 jaar geleden; hoe zou het over 150 jaar gaan? Veel sneller kan het in ieder geval niet.

23 april 2016

Geef de Neanderthaler toch niet de schuld

Roos heeft een abonnement op het Financieel Dagblad (FD), althans op de zaterdageditie. Vanmorgen werd ik wakker door het geluid van de scooter van de bezorger; iets over zevenen. We waren vroeg gaan slapen dus ik was lekker uitgerust na het wandelen en de toch wel forse reis naar en van de Eifel. Roos maakte een ontbijtje en daarna lazen we het FD in bed.
Als ik het FD doorlees heb ik vaak het gevoel dat het over een ander soort wereld gaat dan waar ik in leef, maar één artikel was mij met mijn biochemische achtergrond volstrekt duidelijk; een artikel onder de omineuze titel: "Neanderthaler, u wordt bedankt", van de pen van Leonard Rutgers. En dat artikel schoot mij in het verkeerde keelgat, sterker nog, het wekte mijn boosheid. Moest er eigenlijk zelf om lachen, maar het is in ieder geval aanleiding voor een Bloggie, waarvan acte.
Uit bewonderenswaardig precies onderzoek is gebleken dat in het DNA van met name de West en Noord Europeanen een kleine 3% van het DNA is aan te wijzen als afkomstig van de Neanderthaler mensen. De Neanderthaler is zo'n 40.000 jaar geleden als soort verdwenen; slechts de moderne mens, waartoe wij behoren is er nog. Kennelijk heeft er een vermenging plaats gevonden en vermoed wordt dat de soorten in elkaar zijn opgegaan.

Schedel van een Néanderthaler mens
En nu stelt de classicus Leonard Rutgers (geen medicus) dat er een aantal welvaartsziekten samen zouden hangen met eigenschappen die specifiek zijn gecodeerd in het kleine beetje Neanderthaler DNA dat we bezitten. Ons DNA heeft ons dus 40.000 jaar door de winter geholpen en nu we onverstandig zijn gaan leven zou het niet goed meer zijn. Ik vind het een omgekeerde redenatie: wij gaan juist onverstandig met de mogelijkheden van ons DNA om. Maar dat zal de trouwe lezer van dit Blog niet verbazen. Mijn credo is toch vooral dat je je moet gedragen op de manier waarvoor we gemaakt zijn en dat is natuurlijk eten en veel bewegen en op tijd en genoeg slapen, want daar zijn we voor uitgerust met ons DNA, inclusief dat specifieke stukje van de Neanderthaler.

NB Op Wikipedia staat een bijzonder interessant stuk over de Homo Sapiens Neanderthaliensis

22 april 2016

Motorrijders in de Eifel

Voor de foto de kaart bestuderen; een selfie.
De kok van hotel Hirsch had gisteravond vrij en zo was ik voor het avondmaal aangewezen op restaurants elders. Zo kwam ik bij restaurant Brandenburg terecht dat naar bleek werd gedreven door een landgenoot. In onvervalst Amsterdams werd ik tewoord gestaan door een overjarige motormuis naar ik begreep. Hij was met deze nering begonnen vanwege de motorrijders die graag van de wegen in de Eifel gebruik maken voor hun vertier. Voor de deur stond ook een drietal motoren die overigens van hemzelf waren naar ik begreep. Hij serveerde allemaal maaltijden XL en zo zat ik achter een stevige T-bone steak die ik overigens wel helemaal soldaat wist te maken. Ik raakte bij de bar nog even met hem aan de praat en kreeg nog een glaasje "Els" van hem. We praatten nog wat door over motorrijden. Vervolgens ben ik moe en voldaan in mijn hotelbed op de geheel nieuw ingerichte "Zimmer acht" in slaap gevallen.
Ik werd vanmorgen pas laat wakker ondanks dat ik er eigenlijk bijtijds in lag. Moe van het wandelen, het vroege opstaan en de oorverdovende stilte sliep ik als een marmot. Moest me nog haasten om om 8.30 uur aan het ontbijt te zitten. Ik bleek de enige hotelgast te zijn. Nog even met de heer en mevrouw Eichstädt gesproken over de familie en andere zaken. Afscheid genomen.
Motorfietsen op de parkeerplaats in Monschau
Ik wilde via een nieuwe route naar de Ruhr lopen en dan via het dal van de Ruhr naar Monschau om daar weer de bus terug te nemen. Het eerste stuk met uitzicht op Kalterherberg gaat door boerenland via de Kulturweg van de Eifelverein. Op een uitizchtspunt stond een bankje waar ik met de zelfontspanner een foto heb gemaakt. Lekker even van het uitzicht genoten en me daar heel gelukkig gevoeld; heerlijk om weer in de Eifel te zijn. Het was nu volkomen verlaten en de stilte was overweldigend; daar kan ik zo van genieten.
Ik kwam langs het Kreuz im Venn, geplaatst bovenop een enorme rots middenin het verder zo grasbegroeide landschap. Uiteindelijk kwam ik op een fietspad over de oude Eifel spoordijk die na WO I is overgedragen aan België aldus het info-bordje. Nu begrijp ik hoe dat lint België zo dwars door dit stukje Duitsland kan lopen.
Eindelijk bereikte ik de ferme stroom van de Ruhr die hier door een zeer rotsige bedding loopt met stroomversnellingen. Ik nam om mijn conditie te bepalen de omweg via de forse en steile klim voordat ik bij Monschau zou komen; een klim van ongeveer 100 meter schat ik. Boven gekomen heb ik mijn polsslag gemeten en die was tot mijn verbazing niet eens 100 slagen per minuut doch slechts iets meer dan 90. En een minuut later nog maar 80 en nog een minuut later weer normaal op 60. Ik was helemaal trots op mijn "alter Adam".
Het bordje "Zur Stadt" dat ik mij nog herinner uit 1986
Afgedaald en de weg overgestoken waar het bordje "Zur Stadt" mij weer deed denken aan die eerste lange wandeling in 1986 met vriend Dick; toen was mijn wandelconditie heel wat minder dan nu. In het dorp zag ik een groot aantal motorfietsen staan, allemaal van die fraaie chromen monsters. "Wat voor lieden zouden daar nou bij horen?", vroeg ik mij af. En die zaten even verderop op het terras bij elkaar; duidelijk herkenbaar aan de leren uitrusting. Het waren allemaal keurige vijftigers met kort haar: met "jongere ouderen" zou ik hen willen karakteriseren.
Ik ging bij restaurant "Alte Post" een biertje drinken en Schlachtplatte met Sauerkraut nuttigen. Daarna nog een stuk van de Ruhr heen en weer gelopen zodat ik om half vijf de bus naar Aachen kon nemen en verder door met bus 44 naar Heerlen. Sloot allemaal naadloos aan en om kwart over negen stond ik bij Roos op de stoep voor een heerlijk Duits Erdinger biertje. Gezellige afsluiting van twee heerlijke Eifel dagen!

PS
De bus van Kalterherberg via Monschau naar Eupen bus 385
Rijdt op zaterdag om 11.10, 13.10, 15.10 en 17.10 vanaf halte Kirch in Kalterherberg.

Op zondag rijdt deze bus van Monschau en niet vanaf Kalterherberg.

21 april 2016

Die Narzissenwiesen

Wilde narcissen langs het water van de Perlenbach
Roos wist mij begin deze week al te vertellen dat het vandaag schitterend weer zou worden. Nu wilde ik graag weer eens naar de Eifel dus dat kwam goed uit. Deze keer eens via Heerlen en dat beviel prima. Uiteindelijk was ik al om half twaalf in Monschau.
En wat liggen daar toch veel herinneringen. Als ik vlak voor Monschau door Imgenbroich rijd moet ik altijd aan die keer met Arja denken; ze was een jaar of 9 en zat ijverig alle plaatsnamen op te schrijven, zo ook Imgenbroich. Eenmaal in Monschau aan de wandel weer eens de oude route langs de Perlenbach gekozen; ik wilde de Narzissenwiesen zien; het was er nu het jaargetijde voor. Boven gekomen stond daar nog het bankje waar ik 25 jaar geleden met Hugo ijs zag sublimeren tot waterdamp onder invloed van de zon bij -10 graden. Na de klim in het dorp en omhoog door Höfen in de Hütte m'n korte broek aangetrokken; het was inderdaad prachtig warm weer geworden zoals Roos had beloofd. Daar liep ik langs de helling waar Hugo met Peter als rechtgeaarde Hollandse jongens dammetjes moesten aanleggen om het stromende water tegen te houden.
Eifeler Dom in Kalterherberg
Toen de lange helling die ik vroeger vast heel eng heb gevonden naar de Perlenbach, naar hotel Perlenau. Dom genoeg had ik in de trein wat gegeten en had ik geen trek; de volgende keer ga ik hier lekker lunchen; heb ik een paar jaar geleden ook gedaan en was lekker.
Langs de Perlenbach, Fuhrtsbachtal in. Langs het pad waar ik begin mei 1986 liep te strompelen op weg naar Hellenthal met Dick op mijn allereerste meerdaagse wandeltocht in het buitenland. Wat een blaren had ik toen. Maar nu genoot ik van de Narcissen die volop in bloei stonden. Dat is kennelijk een trekpleister voor dagjesmensen want ik heb het nog nooit zo druk gezien daar.
Ik had willen eindigen bij boerderij-hotel Gut Heistert; heb daar jaren geleden een keer met Anneke gelogeerd en wilde het nu weer proberen; het ligt middenin het Narcissengebied en mooi rustig in de natuur. Maar ondanks de wervende website die nog steeds in de lucht is blijkt het niet meer te functioneren als hotel. Er stonden twee heren en ik vroeg of zij iets wisten en of het echt gesloten was als hotel. Dat bleek het geval; ze vroegen of ik misschien mee wilde rijden naar Kalterherberg of Monschau en zo zat ik even later achter een biertje in de tuin van het mij al jaren bekende Hotel Hirsch waar ik zo vaak heb gelogeerd met deze en gene.
Biertje in de tuin van hotel Hirsch


20 april 2016

Gainsborough in Enschede

Rudolf vH, een goede kennis, had ons gevraagd of we zin hadden om gezamenlijk naar Twente te gaan, met name naar de tentoonstelling van het werk van de Engelse schilder Gainsborough. Eigenlijk ging het Rudolf om een bezoek aan Hengelo, waarvan hij vermoedt dat zijn voorouders daar vandaan komen. Hengelo lieten wij graag aan ons voorbij gaan en zo ontmoetten wij Rudolf en Jonna in de hal van het Twents museum in Enschede, exact om 14.00 uur zoals afgesproken.
Uit de e-mails van "Museumjaaarkaart" en uit het museumblad waarop ik een proefabonnement heb had ik al het plan opgevat om naar deze TT te gaan; niet dat Gainsborough bij mij iets losmaakte, maar die verre musea hebben vaak iets verrassends.
Gainsborough is vooral bekend om zijn portretten en inderdaad die werken vond ik fraai. Vooral het portret van Johann Christian Bach, zoon van de grote Bach deed mij wat; een zeer zelfovertuigde blik, goed getroffen, een gezicht met veel expressie. Maar ook de andere portretten waren bijzonder; geen Rembrandt, maar dat hoeft ook niet.
Maar wat uit de verdere informatie duidelijk bleek was de echte interesse van deze schilder; hij was een groot liefhebber van de natuur en wilde eigenlijk veel liever landschappen schilderen dan portretten van rijke lui. Maar ja, ook bij hem moest de schoorsteen wel brandend gehouden worden en hij was er ook goed in zoals ik boven al beweerde.
Maar zijn landschapjes vond ik onvergelijkbaar veel minder. Zijn liefde ging daar misschien wel naar uit, maar zijn talent hield daar niet gelijke tred mee. Ik vond hem echt een "gemankeerde Koekkoek".
Verderop hing een tweetal schilderijen van Barend Cornelis Koekkoek in de vaste collectie van het museum en die vormden wel het sluitend bewijs voor mijn bewering (vind ik).

19 april 2016

Van Heveadorp naar Arnhem

In de verte het oude kerkje, zichtbaar van tussen de sleedoorn.
Vandaag weer een étappe van het Maarten van Rossempad met Roos; vorige week waren we geëindigd in Heveadorp en nu van daar weer verder. We begonnen langseen verrassend mooi beekdal en toen verder over de hoogten die het dal van de Nederrijn markeren. Erg mooi; dit laatste deel van de wandeling langs de grote rivieren is prachtig. We gingen de uiterwaarde in en hadden een prachtig uitzicht door de bloesem van de sleedoorn  en in de verte een oude kerk die we eerder hadden gepasseerd. Het leek wel een schilderij van Jacob Maris met de luchten van Ruijsdael; wat hebben we toch een mooi land verzuchtten we.
Verderop kwamen we vlakbij de rivier bij een camping met piepklein haventje.
Enorme staalconstructie; het spoorviaduct over de Rijn.
We liepen onder de enorme spoorbrug van Nijmegen naar Arnhem door; imposant. Uiteindelijk kwamen we in Arnhem; kenden we eigenlijk niet. Eerst in een ontzettend leuk wijkje uit de twintiger jaren met een buurt/wijkhuis, kluphuis geheten, waarin een muziekvereniging was gevestigd. Toen nog een flinke cirkel door de hele binnenstad van Arnhem en uiteindelijk naar het station en weer terug naar huis. Was een prachtige wandeldag geweest.
Volgende étappe wordt definitief afscheid van het rivierenlandschap; viel ons niks tegen.


18 april 2016

Infrastructuur voor de LA wandelaar!

Prachtige, gloednieuwe brug over het spoor. Een levens-
gevaarlijke overgang is daarmee verleden tijd.
Ben ik met Roos het Maarten van Rossempad aan het lopen daar doe ik de laatste tijd verschillende étappes van het Trekvogelpad in m'n uppie. Vandaag de étappe van Lage Vuursche naar kasteel Groeneveld in Baarn. Eerst naar Den Dolder en daar de bus naar Lage Vuursche.
Het had wat geregend de laatste tijd met als gevolg dat de zandpaden behoorlijk drassig waren en in het afgelopen weekend op de doorweekte plekken helemaal in flarden waren gereden door cross-fietsers. Maar er viel goed te wandelen al met al.
Ik dacht dat ik het Trekvogelpad en met name de omgeving van Lage Vuursche en Baarn wel kende, maar ik kwam toch nog op verrassende stukjes; viel me niks tegen. Ik had uiteraard de track van Internet gehaald voor op de GPS. Na het passeren van de provinciale weg zag ik dat de markering in het veld sterk afweek van de track. In dat geval geef ik meestal de voorkeur aan de track, maar in dit geval (gelukkig) niet; ik liep op de markering. Overigens was er nauwelijks markering en ik zag op honderd meter voor me uit een trein voorbij razen met een hek ervoor; ik was benieuwd.
Was hier vroeger een echt gevaarlijke overgang voor wandelaars over dit zeer drukke tweebaansspoor, daar was nu, speciaal voor de wandelaars en fietsers een brug aangelegd. De weg ernaartoe is een onbeduidend zandpad en toch zo'n fraaie brug. Bravo!, wordt door "de wandelaar" op prijs gesteld.

17 april 2016

Wat moeten we zo lang?

In het volkenkundig museum was een oude apotheek.
Ik kon het niet laten om even achter de toonbank
te gaan staan voor de foto
Vanmorgen rond half acht werden we pas wakker hier in Gent. Prachtig badkamer in ons B&B en om half negen aan het ontbijt. Eigenlijk een stuk gezelliger dan in een hotel. Toen we terug waren op de kamer vroeg ik Roos hoe laat we eigenlijk weer terug moesten met de Flixbus. Het bleek pas 'savonds om 19.20 te zijn en ik vroeg me hardop af wat we dan al die tijd moesten doen. We mochten best nog langer op de kamer blijven dus hebben we eerst wat zitten lezen en ons plan getrokken naar welke musea we zouden gaan.
Het was helder maar koud voorjaarsweer met af en toe een piepklein buitje; prima weer om musea te bezoeken. Ik wilde graag naar het Michel Thierry museum vanwege de uitgebreide natuur-historische collectie. Op weg daar naar toe waarbij Roos gidste kwamen we eerst bij het volkenkundig museumpje, gevestigd in een rijtje huizen ooit als genoegdoening voor de moord op twee broers gerealiseerd; een aflaat uit de vijftiende eeuw, nu onderdak voor een museum. Grappig overzicht van hoe dit godvruchtige volkje honderd jaar geleden leefde; de kerk was zeer prominent aanwezig bij alle manifestaties. Een luistermogelijkheid om enkele tientallen Vlaamse dialecten, opgenomen in de zestiger jaren te beluisteren vonden we beiden boeiend. Van de meesten verstond je geen woord en onderling waren ze zeer verschillend. Het bleek ook in WO I dat de Belgisch Vlaamse soldaten elkaar nauwelijks konden verstaan, laat staan hun frans sprekende officieren. Nu begrijp ik dat beter.
Na afloop in de tuin van het museum een kopje koffie met rozijnen-notenbrood genuttigd. En vervolgens door de binnenstad naar het Sint Pietersplein waar in de voormalige abdij het Thierry museum was gevestigd. Een interessante verzameling weekdieren, met name schelpen met goede toelichting. Een fraai tijdsoverzicht van de ontwikkeling van de aarde met alweer het zeer vroege opduiken van levende organismen. Boven waren grote vitrines met vogels en knopjes om hun geluiden te doen horen.
Op advies van de portière van het Thierry museum gingen we nog een biertje drinken in het Waterhuis aan het Bier; een leuke Vlaamse tent. Het was druk en we waren zo brutaal om aan een stel van onze leeftijd dat aan een vierpersoonstafel zat te vragen of ze er bezwaar tegen hadden als we aan zouden schuiven. En dat werd toch gezellig! We hebben uitgebreid met z'n viertjes zitten praten en voordat we het wisten moesten we nog snel weg om de bus naar huis te halen.
Van die rit heb ik weinig gemerkt; na Antwerpen heb ik de rit in Morpheus' armen doorgebracht en voor m'n gevoel waren we in een half uurtje weer bij de trein naar huis. Was ondanks die rare opera een zeer geslaagde tweedaagse!

Foto's volgen nog.



16 april 2016

Koning Kandaulis in Gent

De dulle griet; een enorm kanon dat overigens
nooit werd gebruikt.
Vanmorgen met de Flixbus naar Gent gereisd. Vlotte reis via Antwerpen; mooie oude stad met middeleeuwse en latere antieke plekken. Beetje vervallen hier en daar en vol van toeristen. Roos had een perfecte overnachtingsplek gevonden; een bed & breakfast in een rustige buurt iets naast de oude binnenstad. Na onze spullen daar te hebben achtergelaten gingen we de stad bekijken en streken we neer bij een biertent: "de trollenkelder". Gent is vol van dit soort gezellige plekken om een biertje te doen. En wat bier is weet men verdraaid goed in Vlaanderen. Mijn eerste kennismaking was destijds in Brussel; tal van bieren die je nu gewoon bij AH kunt kopen waren toen nog onbekend en slechts in België verkrijgbaar; denk maar aan Orval en Duval bier. In Gent dronk ik op advies van de bediening een heerlijk donker bier met ontzettend veel smaak. En daarna nog een lichtere om de eerste weg te spoelen. Roos dronk een Gentse gruut die haar prima smaakte. En vervolgens naar de opera.
We konden het gebouw makkelijk vinden, daarbij geholpen door een vriendelijk wat ouder echtpaar. Allereerst woonden we een lezing bij over de verschillende aspecten van deze onbekende opera van Zemlinsky. De dramaturg van het huis hield de aandacht van het publiek moeiteloos vast en vertelde heel systematisch de diverse aspecten van componist, het verhaal over koning Kandaulis met al haar psychologische achtergrond en natuurlijk over het werk dat we vanavond zouden gaan horen en zien.
Het gebouw was lekker knus; echt Belgisch en eigenlijk wat je van een operagebouw mag verwachten. De zaal was ook echt zo'n klassieke operazaal. Het décor was prachtig; drie verdiepingen, modern met allerlei lichteffecten. Echter, muziek en enscenering waren zeker voor mij moeilijk te verteren. Ondanks dat het verhaal was toegelicht en dat de vertaling van de tekst boven werd geprojecteerd snapte ik het verband tussen wat er gebeurde en wat er gezongen werd helemaal niet. De muziek vond ik ronduit tegenvallen om niet te zeggen raar. En natuurlijk viel ik in slaap en ervoer tegen het eind de - overigens voortreffelijke - stem van de bas als vervelend omdat ik daardoor uit mijn slaap werd gewekt, zo luidruchtig! Ik was blij dat het was afgelopen. Ook Roos was niet onder de indruk van het kunstwerk; het wordt niet voor niets zo weinig uitgevoerd.
Toen we weer op onze overnachtingsplek waren aangekomen rolde ik direct in bed en van vermoeidheid viel ik onmiddellijk in een diepe slaap. Aan Zemlinsky heb ik verder geen gedachte meer gewijd totdat ik deze Blog heb geschreven.

Hier een recensie

15 april 2016

Een lastig karakter

Conrad Busken Huet, ongeveer 30 jaar
Enkele weken geleden was ik met Roos in Amsterdam voor het bezichtigen van een aantal huizen die daartoe waren opengesteld. Begin april; ik was in mijn hoofd nogal bezig met de negentiende eeuw, daartoe aangezet door het lezen van de boeken van Auke van der Woud. Op de terugweg naar het station kwamen we langs de boekenmarkt bij het Spui; er lag kwalitatief goed leesvoer waaronder een biografie van Busken Huet, een naam die mij al enkele jaren intrigeert; onlangs kocht ik het boekje "Lidewyde" van Huets' pen.
Ik wist niet veel van hem; eigenlijk alleen maar dat hij een scherp criticus was in zijn tijd; hij werde "de beul van Haarlem" genoemd vanwege zijn scherpe pen; kortom een bijzondere figuur.
Het was een dik boek en dat wil ik niet; een boek is voor mij feitelijk een toekomstige stapel oud papier die je persoonlijke ruimte blijvend vult; een boek weggooien dat doe ik nu eenmaal niet evenmin als het weggooien van goed voedsel. Maar ja, wat moet je ermee. En nu kwam Roos met het idee om het boek via de UB te bestellen.
Een lijvig werk waarin heel systematisch en boeiend over het leven van deze worstelaar met het leven ten tonele wordt gevoerd. Afkomstig uit een geslacht van Hugenoten, van predikanten van de Waalse kerk gaat hij de weg zijner voorvaderen en studeert theologie en wordt uiteindelijk beroepen in Haarlem. Daar zal hij zijn NLse tijd slijten eerst als predikant en later als literatuur criticus.
Als predikant hoort hij bij de zgn. modernisten, theologen die de bijbel niet meer letterlijk nemen, die de "wonderen" op hun realiteitsgehalte toetsen en daarmee langzaam maar zeker het godsbegrip verliezen. Voor Busken Huet blijft er geen plek meer voor "de kerk" als instituut en hij neemt de consequentie en geeft zijn baan op. Hij heeft een enorme worsteling achter de rug.
En worstelen, de mensen tegen zich in het harnas jagen blijft zijn manier van doen. Hij snapt daarbij niet dat de manier waarop hij aan de gang is zo'n weerstand oproept bij anderen. Gefrustreerd vertrekt hij naar Indië. Zijn boekej Lidewyde ligt nog op me te wachten. Hij heeft het geschreven om te tonen hoe een realistische roman geschreven zou moeten worden. Het boekje werd geen succes; was haar tijd voor. Ik ben benieuwd.

14 april 2016

Een moderne kathedraal

Dat was gisteren voor mijn doen een drukke dag; eerst het haas braden, aardappelpurée maken, zuurkool toebereiden; om 13.00 uur de trein naar Amersfoort voor ziekenhuisbezoek aan mijn goede vriend Peter C. die vorige week acuut was opgenomen. Eerlijk gezegd dacht ik dat hij allang weer thuis was, maar naar bleek lag hij nog in Amersfoort.
Ik wist niet eens dat Amersfoort een zo groot Medisch Centrum had, Méander geheten. Ik wist van de Ligtenberg, maar dat was kennelijk verleden tijd. Met bus 2, halte Iskanderpad zag ik het imposant grote complex al van enige afstand liggen; enorme luxueuze ingang alsof je een luxe theater betreedt. Een gigantische hal waar bezoek en patiënten door elkaar heen zaten, liepen of strompelden. Het deed mij onwillekeurig denken aan de kathedralen die ik bezocht heb; een gewijde sfeer, gericht op het eeuwige leven; gelovigen en natuurlijk de priesterkaste die in witte jas, vriendelijk lachend maar zich toch ook met de ernst van de toewijding tussen de gelovigen mengden. De luxe kan niet groot genoeg zijn en dat allemaal met collectief geld. Ik ervaar deze waanzinnige luxe en overdaad ook vanuit het perspectief van diefstal aan de volgende generaties; voor hen is er niet eens meer pensioengeld. Nou ja, dat schoot door mij heen toen ik deze kathedraal betrad.
Vriend Peter zat boven op mij te wachten en we spraken over de onverwachte problematiek die over hem heen is gewalst. Plotseling ben je patiënt en overkomt je van alles. Maar bovenal bleef hij toch de architect, kortom, zoals ik hem ken. Hij was erg onder de indruk van de architectuur van dit ziekenhuis en hij zag de toegevoegde waarde van het architectenbureau dat dit moderne ziekenhuisgebouw had ontworpen. Tja, ik kon toch mijn bedenkingen als boven voornoemd niet voor mij houden. Heb er grote moeite mee dat we door vertechnologisering van de gezondheidszorg steeds meer kosten genereren waarvan het positief effect nog maar de vraag is. Maar goed, dat heb ik al zo vaak in deze Blog geventileerd en daar laat ik het bij.
Ik zou liever investeren in een gezondere levenswijze als preventie.

13 april 2016

Haas braden

Het ontdooide haas dat we gisteren mochten scoren bij onze jager lag er vanmorgen prachtig bij; mooi droog vlees, lekkere dikke bouten, mooie rug en smakelijk ogende voorboutjes. Verder was hij keurig geschoten zodat er geen kogeltjes in het vlees te verwachten waren. Puur klasse dus.
De laatste keren had ik het wild steeds met "slow cooking" techniek, d.w.z. bij 90 graden gegaard. Dat was me toch niet zo bevallen. Dus vandaag weer echt ouderwets; stevig aangebraden in twee porties in een mengsel van boter en eendenvet. Zo compact mogelijk in de Creusot gestapeld en zo weinig water toegevoegd dat het vlees net niet onderstond. En dan sudderen op een zo laag mogelijk vuur dat het maar net aan borrelt en dat dan vele uren lang. Mijn inductieformuis is daar uitermate geschikt voor; je kunt de kookplaat heel laag afstellen en de tijd instellen. Een heerlijke bruine jus met daarin de botermalse stukken haas waren het resultaat van mijn inspanningen. Het nuttigen daarvan moest nog even uitgesteld worden; zoon Peter kwam eten en die houdt (gelukkig ha ha) niet van haas. Ik had zuurkool bereid op de Duitse manier, met schmalz en kummel oftewel varkensreuzel en karwijzaad. Lekker lang laten stoven; rook heerlijk en smaakte prima. Een stevige karbonade en aardappelpuree en we hebben samen zitten smullen. Vla van ganzenei voor toe met boerenyoghurt en een beetje bramenjam van eigen pluk als toetje.
Zo tegen achten heb ik Peter buiten de deur moeten zetten want ik ging mijn laatste vergadering als bestuurslid van de VvE bijwonen; een hele opluchting dat ik kon aftreden. Vond Anneke het altijd ongepast dat ik mij vrijwel onttrok aan maatschappelijke activiteiten daar was ik nu opgelucht dat het definitief voorbij was; ik heb niks meer met activiteiten die een zekere verantwoording met zich meebrengen; maakt me onrustig. Zelfs deze toch weinig betekenende vergadering heeft mij nachtrust gekost.

12 april 2016

Aardappelen en wild halen

Die arme Roos; vanmorgen weer vroeg op. Overigens was ik zelf behoorlijk gebroken toen ik vanmorgen om 5.00 uur door de wekker uit m'n slaap werd gerukt. Snel opgestaan, anders was het zeker mis gegaan en was ik weer in slaap gevallen; wat zou Roos dan terecht boos zijn geweest?! Maar nu gingen we via Amersfoort op weg naar Klarenbeek en via het Marskramerpad richting "Jan de jager"; het was weer tijd om wat wild te gaan halen; altijd gezellig om bij de familie O. op bezoek te gaan.
Het was weer een schitterende ochtend en daar liepen we door het bos en langs de IJsseldijk richting Wilp. De vorige keer was ik er met slecht weer en had ik op de terugweg een lift gekregen van de aardappelboer Jan. S. die we al eens eerder hadden ontmoet en een paar kilo aardappelen, ras Parel hadden meegenomen. Hij was weer op de boerderij en we vulden onze rugzak voor een deel met piepers; hij had nog wat parels staan, normaal een vroege aardappel, maar door omstandigheden had hij nog een kist.
Met luid geblaf van de honden werden we als gewoonlijk hartelijk ontvangen en babbelden we met z'n vieren over wat ons allen zo bezig houdt en natuurlijk over de jacht.
Jan, de jager had voor mij speciaal een prachitg haas bewaard; ik voelde me echt verwend en nam me voor om hem thuis direct te laten ontdooien. Verder nog wat wild zwijn, gans, ree, hert en twee hertenlevers voor de paté! Dat belooft wat bij elkaar.
We hadden geen zin om helemaal naar Deventer te lopen en gingen met de buurtbus die binnen vijf minuten na onze komst op de halte aan kwam rijden.
En 'savonds hebben we nog gebridged; laatste avond van deze ronde die zo desastreus voor ons is verlopen. We haalden nu weer een fatsoenlijk, om niet te zeggen voortreffelijk resultaat, 56, 25% en stonden vijfde deze avond. We zullen echter toch degraderen, maar het gaf een uitermate prettig gevoel om nu weer fatsoenlijk te eindigen. We kunnen het nog!

11 april 2016

Van de Bosbeek naar Heveadorp

Met veel overredingskracht had ik Roos ertoe weten te brengen om deze prachtige dag in haar geheel te kunnen genieten, d.w.z. dat we om 6.30 de stoptrein naar Utrecht namen en met de Intercity naar Ede-Wageningen. Daar liepen we eerst naar waar we de vorige keer waren gebleven met het Maarten van Rossempad; NIVONhuis de Bosbeek. Na een kort sanitair oponthoud aldaar gingen we verder via de loop van de Bosbeek, een fraaie heldere stroom, gevoed door kwelwater van de Veluwe. Na korte tijd gewoon weer door het bos op weg naar de Rijn. We kwamen aan in het fraaie plaatsje Heelsum, ons beiden onbekend. Een kopje koffie gedronken in een paardenspul met kantine. Even verderop kwamen we voor de laatste maal bij de oever van de Rijn. Het pad aan de Veluwe kant liep hoog waardoor we een fraai uitzicht hadden op de rivier en aan de overkant de Betuwe. Het pad was nog fraaier dan dat op de Wageningse berg.
Uiteindelijk kwamen we aan in Heveadorp. Dit dorp werd honderd jaar geleden gesticht door een maatschappelijk ondernemer avant la lettre. Wij namen er de bus terug naar huis en waren nog zo lekker vroeg dat we nog van de zon konden genieten op het zonneterreintje van de sauna bij onze Sportcity vestiging. Moe maar voldaan de dag afgesloten. Morgen weer vroeg op?!

10 april 2016

Paracelsus in Moresnet

Wellicht kent de onderlegde lezer het boek "Congo" van David van Reybrouck; een dikke pil waarin de ontluisterende historie van het midden-Afrikaanse land in de tijd van de kolonisering door België wordt beschreven. Veel dunner was het tweede boek dat ik van hem in handen kreeg gespeeld door vriend Dick: "Zink", waarin aan de hand van de lotgevallen van een persoon die in het piepkleine zelfstandig landje "Moresnet" werd geboren en daar als een speelbal tijdens de internationale rampen van WO I en WO II heen en weer werd gegooid.
Met Dick ben ik vaak door de bossen en plaatsen van Moresnet wezen wandelen; van de enorme zinkgroeve aldaar heb ik eigenlijk nooit een notie gehad, maar die moet inmiddels onderdeel van het wat ruige landschap zijn geworden. Zo'n 30 jaar geleden maakten we een wandeling van Epen naar Eupen via de Geul en kwamen daar nog de enorme hopen voormalig industrieel afval tegen waarop het zinkviooltje met haar schitterende gele bloempjes welig tierde.
Zink, dat was een strategisch metaal voor de productie van zinken voorwerpen maar ook van messing dat vooral gebruikt werd voor de oorlogsindustrie. Vandaar dat NL en Pruisen enig verschil van inzicht hadden hoe de grens moest worden getrokken nadat Napoleon zijn Waterloo had gevonden en Europa heringericht moest worden bij het Weens congres.
Zink werd als eerste door de alchemist Paracelsus ontdekt en de naam werd door hem gemunt aldus Reybrouck.
Moresnet werd een zelfstandig landje, toevluchtsoord voor allerlei lieden waaronder de ongehuwde moeder van de boven genoemde hoofdpersoon. Zijn droevig lot deed mij enigszins denken aan dat van een andere Belg, beschreven in het boek "Oorlog en terpentijn", ook bijzonder lezenswaardig!
Het boekje "Zink" was een boekenweekessay in België en is zeer lezenswaardig; met zijn 42 bladzijden lees je het binnen één adem uit.

09 april 2016

Van Hoenderloo naar Loenen

Ab nam "een paar" ganzen- en zwaneneieren voor me mee.
Ik heb e.e.a. gewogen; het betreft het equivalent van 60
kippeneieren. 
Vandaag met Ab gewandeld van Hoenderloo naar Loenen, de volgende étappe van het Trekvogelpad. Ab wilde zijn geblesseerde voet uittesten voordat hij volgende week met vakantie gaat en natuurlijk ook gewoon om weer eens gezellig aan de wandel te gaan.
We hadden afgesproken dat hij mij om 8.00 uur zou komen ophalen. Ab is altijd aan de vroege kant dus toen ik om kwart voor acht naar buiten keek vanaf het balkon stond hij al voor de flat op de parkeerplaats. Hij haalde voorzichtig een plastic zak uit de achterbak; hij had voor mij een stel ganzen- en zwaneneieren geraapt voor consumptie. Roos kwam er op dat moment ook aangefietst; ze wilde onverwacht met ons samen een kop koffie komen drinken. Gezellig!
We reden naar de parkeerplaats bij station Apeldoorn en vanaf daar met de bus naar Hoenderloo. De bushalte lag werkelijk bovenop de track van het Trekvogelpad; we konden direct op pad. Overigens zou ik ondanks de GPS tot twee keer toe de route kwijt raken zo liepen we te kletsen. Maar Ab vond dat gelukkig niet zo'n probleem. Natuurlijk hadden we beiden onze Swarovski's op de borst.
Bonte vliegenvanger
Op sommige plekken was het een geweldig getwinkeleer en we zagen ook tal van bosvogels. Mijn triomf was toch wel toen Ab na een vluchtige blik een vink dacht te zien en ik terecht kon vaststellen dat het een ander vogeltje was; een bonte vliegenvanger aldus Ab. 's-Avonds stuurde hij mij de hier bijgevoegde foto van dit fraaie insectenvangertje met z'n puntsnaveltje.
We liepen langs de Loenense beek die overigens tot de "waterval" geen druppel water bevatte. Na de waterval zorgde een aangevoerde stroom voor een redelijke hoeveelheid water. Van de opwinding daarover vergat ik op de GPS te kijken en liepen we verkeerd. Uiteindelijk, na 20 km bereikten we Loenen en namen we de bus.
Altijd weer fijn om over de Veluwe te lopen; je komt geen mens tegen, rustig en mooi; wat wil je als natuurliefhebber nog meer? Op station Apeldoorn namen we afscheid; was weer een fijne wandeldag.

08 april 2016

Toen ik begon met wandelen

Kunstwerk in de buurt van station Maarn; herinner
ik me nog goed van mijn eerste grote wandeling.
Eigenlijk begon ik al met wandelen toen ik een jaar of tien was. Met mijn vriend Fred van Manen liep ik naar Zaandam op en neer; daar woonden mijn grootouders. Maar het echte langeafstandswandelen heb ik toch vooral met vriend Dick ondernomen. We werkten beiden bij het Huisartsen Lab in Utrecht; Dick bij de automatisering en ik was hoofd lab. Dick ging ieder jaar met een stel vrienden enkele weken wandelen in de Alpen of de pyreneeën; leek mij ook wel wat. Van het een kwam het ander en we begonnen samen te wandelen. Eerst gewoon 'savonds na het werk en later ook wel overdag een echte lange wandeling.
De eerste was vanaf Pijnenburg (denk ik achteraf) naar Maarn. Van die wandeling herinner ik me vooral dat ik helemaal gesloopt was toen we aankwamen bij station Maarn; een bepaald abstract kunstwerk is me altijd bijgebleven van die aankomst (zie foto).

De twee helften van de info op de ronde paal
Later gingen we wel vaker aan de wandel in de buurt van Utrecht. Bij Dick ontstond toen het idee om een eigen pad te gaan ontwikkelen, het Ronddom pad, een pad dat globaal rond de Dom van Utrecht, het centrale punt van de provincie zou lopen. We hebben er zelfs een aantal étappes van bedacht en naar ik meen heeft Dick die ook voorgelegd aan een bepaald Utrechts wandelforum. En nu zag ik gisteren tot mijn genoegen een markering van het RONDOM DE DOM pad. Alleen weet ik niet meer of Dick en ik destijds deze route hadden bepaald, maar dat zou "zomaar kunnen".
Ik ben benieuwd naar een eventuele aanvulling door vriend Dick.

Hier de aanvulling van Dick:

Heb net je bloggies bij zitten lezen, en van het rondom pad heb ik de beschrijving indertijd inderdaad aan het wandelforum van de nederlandse wandel bond (NWB) overgedragen. Zij hebben er wat wijzigingen in aangebracht omdat niet alle paden die wij gebruikt hebben vrij toegankelijk waren en het vervolgens uitgebracht als rond de dom pad in een boekje.
Dat ze het nu met officiele markeringen hebben toegerust doet me pleizier.
Mijn uitgangspunt indertijd was dat je de domtoren, als hoogste punt in een relatief vlak landschap, overal van verre kon zien vanuit deze route, en je dus makkelijk via spaken op diverse punten in deze route kon starten en eindigen via openbaar vervoer naar/van Utereg. Zo hebben wij ook samen verschillende etappes gewandeld en beschreven. Zo vlak rond de stad zijn er veel mooie landschappen en fraaie versteckte wegen zu finden nichtwar?

07 april 2016

Van Soesterberg naar Maarn

Huis De Wallenberg 1813. Foto gemaakt van het
infobordje
Het was eigenlijk helemaal geen wandelweer; weeronline gaf aan dat het een dag met buien zou worden. Eerst naar Halte het Biltsche tunneltje gewandeld en daar bus 52 genomen naar de halte Kontakt der Kontinenten. En daar ben ik verder gegaan met het Trekvogelpad. Na een stukje door het bos kom je in Soesterberg. Het was lang geleden dat ik hier wandelde; daarvan herinner ik me nog dat er in de verte een groep kinderen was met in mijn ogen vreemd gedrag; druk gesticulerend en voortdurend met hun handen en armen bewegend stonden ze bij elkaar. Het waren Amerikaanse kinderen van de daar woonachtige militairen die bij de vliegbasis Soesterberg hoorden. Moet je maar eens opletten als je een Amerikaan ziet praten; voortdurend die bewegende handen en armen om maar nadruk te geven aan wat gezegd wordt; ik krijg daar het lazarus van; kijk en luister niet graag naar Amerikaanse sprekerds.
Nu geen Amerikanen meer; de vliegbasis is opgeheven. Even verderop passeer je de snelweg en kom je in het bos en langs een detentiecentrum, heel ongezellig met prikkeldraad en bewaking met camera's. In de verte zag ik een collega-wandelaar; een markante witte kop haar. Bij een bocht verloor ik hem uit het oog.
Slechts de put resteert nog na 200 jaar verval
Intussen was het behoorlijk gaan regenen. Daar zag ik een oude put met een informatiebordje. Hier had rond 1810 een huis gestaan van een landgoed waar een fransman - het was de Frans-Bataafse tijd natuurlijk - landbouw bedreef met behulp van de "mest" van een frans-bataafs militair kamp. Het landgoed had "de Wallenberg" geheten.
Tot mijn verbazing kwam mijn collega-wandelaar terug gelopen; hij vroeg mij waar "het witte huis" was; hij dacht dat de Wallenberg het witte huis zou zijn, maar naar ik wist lag dat verderop. We hebben vervolgens tot Austerlitz samen opgelopen; onverwachte ontmoeting. In Austerlitz ging hij aan de koffie en namen we afscheid. Ik liep door naar Maarn en had binnen 5 minuten de stoptrein naar Utrecht CS. Toch weer 15 km afgelegd.

Tekst gefotografeerd van het informatiebord tussen de regendruppels door

06 april 2016

Over stierensperma, schudmachine en statistiek

In mijn wetenschappelijke tijd heb ik veel met statistiek te maken gehad. Ik had er niks mee, maar in ons instituut was een statisticus. Had je resultaten dan moest hij daar een statistische test bij zoeken waarmee je het verschil tussen data of een bepaalde relatie kon aantonen. Een collega wetenschapper, Lucien A. zei wel eens dat als je niet aan je water voelde dat er een bepaalde relatie was dat statistiek dan gewoon een lapmiddel was. Kortom, je voelt aan je water dat iets wel of niet statistisch juist is. Dat is natuurlijk niet in alle gevallen waar, maar een zekere kern van waarheid bevat die uitspraak zeker.
Alweer een hele poos geleden heb ik op boerderij Boom en Bosch vrijwillig geholpen bij het melken, d.w.z. ik ruimde de stront uit het liggedeelte, herschudde het ligstro, verdeelde het hooi en gooide water over het loopdeel. Bij het daadwerkelijke melken kwam ik er niet aan te pas. Ik denk dat ik het wel zo'n twee jaar heb gedaan; niet elke dag, maar wel heel regelmatig en dan hoor je nog wel eens wat. Eén van de dingen die mij opviel was dat de boer altijd liep te mopperen over wat "de overheid", zowel centraal als lokaal en ook de andere bij de landbouw betrokken organisaties weer hadden bedacht. Ik snapte er meestal geen hout van, maar luisterde trouwhartig naar het eeuwige gemopper. Daarentegen hoorde je nooit gemopper over de dingen der natuur; het weer, waar je toch als boer erg van afhankelijk bent, daar hoorde je hem nooit over.
Wat mij op een bepaald moment opviel is dat hij zei: "alweer een stierkalf". Toen ging mij een lichtje op. Het was opvallend hoe lang de serie stierkalveren inmiddels was aangegroeid; statistisch klopte het gewoon niet.
Nu wist ik dat de KI bedrijven inmiddels bewerkt stierensperma in de handel brengen dat is verrijkt met spermatozoën waaruit koekalveren voortkomen; absoluut is die scheiding vast niet, maar de verrijking is behoorlijk. De keerzijde is natuurlijk dat er anderzijds verarmd sperma overblijft en ik suggereerde dat men dat wel eens zou kunnen gebruiken als normaal sperma - weggooien is zonde nietwaar - waardoor je uiteraard meer stierkalveren mag verwachten. Hij zou het bespreken met de KI. Daarna heb ik hem niet meer over dit probleem gehoord.
En nu heb ik een enigszins vergelijkbare indruk met de kaartverdelingen in de bridgeclub sinds we gebruik maken van een schudmachine annex dupliceermachine. Roos en ik zijn altijd grote voorstanders geweest van het zodanig schudden van de kaarten dat deze volstrekt willekeurig zijn verdeeld, d.w.z. statistisch willekeurig; iedere verdeling is mogelijk, maar er zit in iedere verdeling een zekere mate van waarschijnlijkheid. De Nederlandse Bridge Bond heeft in haar maandblad aangegeven hoe dat handmatig mogelijk is; minimaal zeven keer wassen van de kaarten en dan gewoon uitverdelen. Dat deden Roos en ik al zolang we ons realiseerden dat je bij slordig schudden vaak van die zgn. vlakke verdelingen krijgt waarbij de oorspronkelijke volgorde van de kaarten nog te veel van invloed is op de uiteindelijke verdeling. Wij zijn dus altijd voorstanders geweest van adequaat schudden.
Sinds we gebruik maken van de faciliteiten van een schudmachine lijkt van een normaalverdeling echter geen sprake meer te zijn. Bijna alle spellen kenmerken zich door extreme verdelingen; mijn gevoel voor statistiek fluistert mij in dat er iets niet klopt. Ik noem het kermisspellen of konijnespellen. Hierdoor begint het spelen meer op gokken te lijken dan de bedoeling van een goed bridgesysteem is.
Kennelijk speelt deze discussie wel vaker.

05 april 2016

Weer snel thuis

Lief eierhoedje en perfect gekookt ei, maar wel
erg simpel ontbijt
Hadden we gisteren nog gedacht dat we wel een daggie langer zouden kunnen blijven daar zouden we vandaag alweer naar huis gaan. Het was een grijze, regenachtige dag helaas. We begonnen met een wel erg simpel ontbijt en stonden om 9.30 uur buiten. Hadden we gisteren al gezien dat hier een bus naar Simmerath voor de deur stopte daar kon ik het uiteraard niet laten om de bustijden te bekijken. En nu zou er om 10.00 uur een bus naar Aachen gaan. We hoefden er niet lang over na te denken en waren om een uur of drie alweer aan de haring op station Utrecht CS.
Hier in Utrecht was het droog en ik liep lekker door het bos terug naar huis. Kwam nog een moeder met een peutertje tegen; ze liet het kind lekker in eigen tempo wandelen zoals ik dat ook altijd deed met m'n jonge kids; is het beste om te leren lopen en de wereld te verkennen denk ik; beter dan een buggie in ieder geval.
Ik ontkwam er natuurlijk niet aan om te bridgen, hoewel Roos mij duidelijk de keuze liet. We zouden weer als laatste in de A-lijn eindigen. Het is niet dat ik niet tegen mijn verlies kan, maar mijn spelplezier wordt wel aanzienlijk minder door de rare verdelingen die tegenwoordig "bon ton" zijn sinds er een schudmachine wordt gebruikt. Natuurlijk ondervindt iedereen de zelfde moeilijkheid en kan het ene paar daar veel beter mee omgaan dan het andere, maar mijn spelplezier neemt er zeker niet van toe. Ik heb ook het donkerbruine vermoeden dat de schudmachine niet op willekeurig is ingesteld. We zullen opperschudder Bert eens vragen hoe het komt dat de verdelingen zo extreem zijn; volgens mij manipuleert hij e.e.a.

04 april 2016

Van Heimbach naar Rurberg

Taarten in de Konditorei in Heimbach; een goed begin
Eerlijk gezegd zag ik het niet zo zitten om te beginnen in Heimbach. Roos en ik hadden gepland om 2 dagen in de Eifel te gaan wandelen; ze had een overnachting gereserveerd in Rurberg, naar we ten onrechte dachten in het Hotelletje dat we ooit hadden gezien vanuit de bus en dat we zo mooi vonden. Maar Heimbach zou het worden; Roos was behoorlijk directief daar in. Dus kwart over zes met de stoptrein en vervolgens met de Intercity naar Maastricht, de Interlinerbus naar Aachen Hbf waar we een perfecte aansluiting hadden naar Düren en direct door met het boemeltje naar Heimbach. We waren er al om 11.00 uur?! Had ik niet verwacht eerlijk gezegd, vandaar mijn aanvankelijke weerstand.
Ik herinnerde mij Heimbach als een plaatsje van niks, eveneens ten onrechte. We hadden trek in koffie en vonden uiteindelijk een Konditorei; wat wil je nog meer. Kaffe mit Kuche dat ging erin als het evangelie in een weduwvrouw zal ik maar zeggen.
Daarna de berg op; het werd een forse klim vanuit het Ruhrdal. Al snel kregen we het te warm; Roos ontdeed zich van haar maillot terwijl ik doorstiefelde. Boven gekomen voelde ik mijn hartslag; ik schatte die niet hoger dan 140; ik was behoorlijk trots op mijn conditie! Ik had maar steeds het gevoel dat ik al eens eerder hier gelopen had, maar kon het niet duiden; vast lang geleden.
Het was niet al te koud, bewolkt en droog; prima wandelweer dus. Het terrein was redelijk geaccidenteerd. We liepen van de ene gemarkeerde Eifelwanderung naar de andere; we moesten hier en daar behoorlijk goed op de kaart kijken om niet de verkeerde afslag te nemen. We liepen in de buurt van het stuwmeer en daar heb je maar weinig overgangen over het water; je moet wel goed uitkomen anders is het terugklimmen of omlopen geblazen en daar hadden we geen oren naar.
Uiteindelijk moesten we via een scherpe afdaling al zigzaggend weer naar de Ruhr terug en via de stuwdam naar Rurberg. Ik had het wel een beetje gehad met ruim 20 km over geaccidenteerd terrein en ging ff zitten.
Grijze roodstaart op de beschoeing van de stuwdam
En daar poseerde een vogel voor ons: "kijk een vink", zei Roos. Maar met een "kennersblik" (ha ha) zag ik natuurlijk direct dat het een grijze roodstaart was. Met de Swarovski van Roos konden we hem goed bekijken. Roos slaagde er zelfs in om hem duidelijk op de prent te zetten.
Vervolgens door naar het hotelletje. Het was inderdaad allerminst het leuke hotelletje dat we een paar jaar geleden vanuit de bus hadden gezien. Het stelde niet veul voor, maar we hebben er heerlijk geslapen. Was een fijne wandeldag. Omdat ik de nacht tevoren door de spanning vanwege de reis niet best had geslapen heb deze nacht geslapen als een blok; wie ein Murmeltier, zeg je op z'n Duits. Morgen weer aan de wandel.

03 april 2016

Stigmatisering van Betondorp en de van Leeuwenlaan

Gisteren bij de lunchpauze van het werk in de Zandkuil, sprak ik Els. Haar ouders komen oorspronkelijk uit De Bilt - had ze me al eens eerder verteld - en liggen bij de begraafplaats Brandenburg voor hun eeuwige rust; derhalve komt Els daar eens per jaar om hen te gedenken door het graf te bezoeken. Els, een uitermate breedsprakig type vertelde uitgebreid over haar jeugd die zij doorbracht in Amsterdam oud-West, zo niet centrum, vlakbij de Jordaan. Of de duvel ermee speelt, opnieuw kreeg ik informatie die aansluit bij de boeken over de 19e eeuw van Auke van der Woud. Els wist mij te vertellen over de armoede en het onaangepaste gedrag van de mensen uit de jordaan van die tijd. Els is van mijn leeftijd; zij sprak dus over de vijftiger jaren, de tijd dat ik ook (weer) in Amsterdam woonde in mijn lagere school jaren. In het Slotermeer waar we in 1954 waren neergestreken was vlakbij waar wij woonden een wijk waarin mensen uit de jordaan werden geplaatst; werd een "asocialenwijk" genoemd, over stigmatisering gesproken. Misschien waren het wat eigenaardige mensen af en toe, maar asociaal waren ze zeker niet. De jordaan was een volkswijk waar mensen met een krachtige overlevingskunst woonden; lees Auke van der Wouds' "een koninkrijk vol sloppen" er maar eens op na.
Van Els vernam ik dat "Betondorp" destijds ook was gebouwd voor "asocialen" - schandalig woord vind ik heden -, het heette betondorp omdat alles van beton was zodat het niet kapot gemaakt kon worden, aldus Els. Had ik niet eerder gehoord; is ook onzin. Het was een nieuwe wijk waarin veel beton werd toegepast omdat de bakstenen op dat moment erg duur waren. Merkwaardig hoe stigmatiserende flauwekul in de wereld kan komen. Ik heb van zeer nabij mensen gekend die in die jaren daar gewoond hebben en daar was echt niets asociaals aan, net zo min als die uit de van Leeuwenlaan waarvan de kinderen ook gewoon bij mij in de klas van de lagere school zaten.  

02 april 2016

Ollekebollekes in de Zandkuil op Texel

De Zandkuil deze dagen. Foto Rob van Gerve.
Mijn werk in de werkgroep Kwadijkse Vlot is dit seizoen nogal in de versukkeling geraakt; ben niet één keer geweest. Maar voor vandaag had ik besloten wel te gaan, althans als het mooi weer zou zijn: werken in de Zandkuil, het eerste insectenreservaat van NL dankzij Jacques P. Thijsse.
Om 6.00 uur ging de wekker; direct opgestaan, een trogje met karnemelksegortepap opgenuttigd en vervolgens een trogje met een mengsel van erwtensnert en hutspot en dit alles weggespoeld met een liter thee. Brood gesmeerd om mee te nemen; nog even de sporen voor het overstappen controleren en vort met de geit. Onderweg heerlijk zitten lezen; ik heb die oude cadans van lezen en treinen weer helemaal te pakken; met de e-reader heb je helemaal geen extra gewicht. Maakte voor vandaag natuurlijk niks uit want ik hoefde alleen maar van de bushalte naar de Hoge Berg en de Zandkuil te lopen. Daar kwam ik uiteindelijk na 3 uur reizen aan om 11.25 uur. Een hels kabaal van maaimachines en zelfs een motorzaag klonk me al tegemoet. Tja, echt aangenaam werken is er helaas niet bij. Ben had een afplagklus voor me; niet echt mijn goesting, maar ik deed mijn best. Na een uurtje ging de groep lunchen en heb ik genoeglijk met deze en gene zitten kletsen. Daarna weer verder met afplaggen volgens mij een heilloze klus want alle plekken die de afgelopen jaren zijn geplagd zien er weer net zo uit als voorheen: volledig dichtgegroeid. Het leek mij een goed idee om wat grond om te spitten maar dat zinde Ben helemaal niet en na een schrobbering trapte hij het gespitte deel weer zo plat mogelijk. Ik kreeg er behoorlijk de pest in.
Daarna wat opgewerkt met Bart V. en dat vond ik eigenlijk wel het leukste deel van de dag. Hij is biofysicus en zit middenin zijn promotie onderzoek. We hadden het over het proces van het publiceren van het wetenschappelijk werk; het is tegenwoordig heel wat moeilijker om iets gepubliceerd te krijgen dan in "mijn tijd". Ik vertelde hem dat ik mijn daily blog had gebruikt om iets te publiceren dat ik kwijt wilde en dat vervolgens al snel bleek dat die blog flink gelezen werd. Bart was geïnteresseerd in het onderwerp en dacht al snel mee langs de lijnen waarop mijn hypothese gestoeld is; verbazend hoe snel hij het oppikte. We gaan hier samen mee verder spraken we af. Hoe het ter sprake kwam weet ik niet meer maar hij bleek bekend met de dichtvorm "Ollekebolleke", een favoriet van Roos. De laatste Ollekebolleke van drs. P. wist Bart na enig gepeins te declameren daar in de Zandkuil. Toen ik hem vertelde dat Roos dispuutsgenoot was en een hele correspondentie had gevoerd met drs. P. raakte hij bijna in vervoering; kostelijk. Roos moet ook maar eens kontakt met Bart opnemen; hij was erg geïnteresseerd in haar correspondentie met Heinz Polzer.
Na het obligate en verrukkelijke saucijzenbroodje hield de groep het wel voor gezien. Ab bracht me met de auto, die afgeladen was met plaggen voor een tuunwal bij het gemeentehuis van Texel, naar den Burg. Daar heb ik nog even op de Elemert zitten wachten tot de bus kwam. Een monument van de kunstenaar Jan Wolkers voor Jacques P. Thijsse lag aldaar te rusten op een zwerfkei.
Aangekomen in Bilthoven had ik zo'n trek in "een frietje met", dat ik mijzelf heb verwend bij de kwalitaria in de Julianalaan; was lang geleden dat ik daar was. Al met al een leuke dag.