31 januari 2015

Grote zaagbek, boomklever en bever

Grote zaagbek (man)
Het had wat voeten in de aarde door de werkzaamheden van NS aan het spoor, maar het was de moeite waard. Normaal kun je binnen een uur bij de Oostvaardersplassen zijn, althans bij het stationnetje vlakbij de Lepelaarsplassen annex Oostvaardersplassengebied, een vogelplek bij uitstek. Maar nu was ik twee uur onderweg. Al wandelend met de Swarovski uiteraard heb ik voortdurend om mij heen gespeurd naar vogels. Het was al een beetje laat in de middag; er zat niet zo gek veel. Maar in het water zag ik drie paartjes van de grote zaagbek; een prachtige middelgrote watervogel en prachtig van kleur als je hem/haar door de kijker in beeld krijgt. Ik heb er langdurig van staan te genieten, zo vaak heb ik die nog niet gezien (met Adriaan, ook hier bij de Oostvaardersplassen). Verderop bij de wandeling zag ik een boomkruiper (inmiddels ken ik door een ezelsbruggetje van Ab het verschil tussen de boomkruiper en de boomklever, de blauwe specht) met zijn kromme snaveltje druk doende met fourageren.
Ik had hem goed in beeld en kon hem langdurig observeren. Daar in de buurt waren bevers aldus de informatieborden maar je kon ook hun knaagsporen duidelijk zien; precies zoals die vroeger in de Donld Duck waren getekend.
Beverknaagsporen bij de Oostvaardersplassen
Verder heb ik nog wat kleinere vogels gezien die ik niet zo goed kan duiden; een groen vogeltje, waarschijnlijk een groenling en een vogeltje dat druk was om de zaadjes uit de elzenproppen te peuteren (vlgs Cyria ws een sijs of barmsijs).
Nog even langs de vogelhut bij de Lepelaarsplassen waar ik al een paar keer met Adriaan ben geweest. Het was al laat en ik zag slechts een paar aalscholvers, best mooi met hun gestrekte vleugels om te drogen. Het was laat toen ik thuis kwam en gelukkig had Roos snel een maaltijd voor elkaar. Tijd om bloggies te schrijven.

30 januari 2015

Een keep in het bos

Keep man in winterkleed
Natuurlijk moest ik vandaag op pad met mijn nieuwe verrekijker; het had vannacht gesneeuwd en de wereld zag er prachtig uit. En we hebben even met de kijker naar de fraai besneeuwde omgeving gekeken vanuit het raam van de flat. Ik had van "Jan" ook een contraptie gekregen waarmee ik mijn cameraatje op de kijker kon monteren en zo dan tele-foto's kon maken. Tot mijn genoegen werkte dat ook nog!
Maar first things first; ik moest boerenkool halen bij Theo aldus had ik afgesproken, dus glibberend door de smeltende maar ook plat gereden sneeuw naar Theo. Daarna gingen we naar de markt; sinaasappels, volkoren meel en noten, Maar daarna ging ik toch echt vogels kijken.
Het was toch een beetje een grauwe dag en het viel me in het begin nogal tegen; ik zag eigenlijk niets op de plekken waar ik vaak wel wat zag fourageren. Wel zag ik een leuke vorm van opportunisme: een merel, een insecteneter, was druk met het omwroeten van bladeren, op zoek naar wat eetbaars; een drietal vinken (zaadeters) bleef vlakbij de druk spittende merel en pikte de vrij gekomen zaden op. Het viel me op.
Eigenlijk zo'n beetje in het laatste stuk zag ik deze vorm van opportunisme opnieuw alleen zaten hier veel meer vinken en ik bekeek het geheel aandachtig met mijn kijker. Tussen de vinken zat één afwijkende; ik dacht eerst aan een kleurafwijking, maar daarvoor was de afwijking veel te groot; een gele snavel, roestbruine flanken en een streep op de kop. Iemand die haar ontsnapte hond zocht verstoorde het tafereel zodanig dat alles weg vloog en ik de afwijkende vink niet meer heb gezien. In mijn vogelboek gekeken maar daar kwam ik niet uit.  Aan Cyria gevraagd en die is erg goed in de interpretatie van mijn beschrijving en zij kwam met de conclusie dat het wel eens een keep kon zijn geweest. En inderdaad, de tekening in het boek is niet echt duidelijk, maar de foto's op internet bevestigen de diagnose op basis van mijn heteroanamnese geheel!
De hier boven geplaatste foto is afkomstig van deze site.

29 januari 2015

Toch een Swarovski verrekijker

De verrekijkerhoek in "House of outdoor & Optics"
te Maarssen
Inmiddels ben ik toch al een aantal jaren behoorlijk actief met de hobby van het vogels kijken; lekker combineren met mijn grote hobby van het wandelen. De kijker hinderde me eigenlijk daarbij zodat ik bij de langere wandelingen de prioriteit bij het wandelen legde en de kijker thuis liet. Vond ik vaak toch wel erg jammer, zeker in de ze tijd van het jaar waar je vaak goed zicht hebt door het ontbrekend gebladerte en er veel wintergasten in het land verblijven.
Een heel ander aspect was de kijker die ik mij had aangeschaft. Eigenlijk had ik direct een Swarovski willen aanschaffen; best aan de prijs maar wel gewoon de beste die er is. Ab had er eentje en ook Adriaan en wanneer ik met mijn eigen Bushnel had gekeken merkte ik toch wel het kwaliteitsverschil. De laatste maanden heb ik vooral met Cyria vogels gekeken en ook zij heeft een Swarovski; ik nam mijn eigen kijker gewoon niet meer mee en keek door de hare en dat beviel me zo goed dat ik definitief besloot om ook een Swarovski aan te schaffen. Had ik natuurlijk direct moeten doen maar had me door Jap laten bepraten; hij had als boswachter inventarisatie genoeg aan een Bushnel en vond het dus onzin dat ik als beginnend amateur over een beter apparaat zou beschikken. Maar het mindere gewicht in combinatie met het breder zichtveld, de grote helderheid, contrast en lichtsterkte is het voor mij buiten kijf dat het een goede aanschaf is. Verder voelt de Swarovski veel prettiger aan in de hand.
En dus naar Maarssen, naar de buitensportzaak aldaar die gespecialiseerd is in verrekijkers: "House of Outdoor & Optics". Cyria zou ook naar de winkel komen om me te adviseren. Ik kwam als eerste binnen en zag daar "jan", mij inmiddels bekend van de filmpjes op Internet: "U bent Jan, ik ken u van internet", begroette ik hem. We hadden direct een goed gesprek over verrekijkers; kop koffie erbij en daar kwam Cyria ook aanzetten.
We gingen naar de afdeling verrekijkers en Jan lichtte toe wat de mogelijkheden waren; ook zag hij wat er zoal mankeerde aan de door mij meegenomen Bushnel kijker. De prijs viel mij eigenlijk mee en zo besloot ik om voor mezelf de vergelijkbare kijker te kopen die Cyria ook gebruikt en voor Roos een kleintje; samen kostten ze minder dan ik dacht dat een Swarovski kijker kostte. Verder nam Jan de Bushnel van mij over voor een mooi bedrag en kreeg ik een tegoedbon voor andere sportartikelen. Aangezien ik een nieuwe broek wilde aanschaffen heb ik er daar direct twee van gekocht en hield ik nog een tegoed over. Geheel voldaan naar huis en geluncht met Cyria. Van samen vogels kijken kwam helaas niets; het was vreselijk weer. Maar daarom niet getreurd.
'sAvonds kwam Roos heel laat bij mij op de flat; ze was naar de opera geweest en zou bij mij komen slapen. Ik had het licht in de kamer aan gelaten zodat ze binnen zou durven komen; ik wilde haar natuurlijk verrassen met de kijker die ik voor haar had gekocht. Ik had gezien dat Jan ook nog ongemerkt een leuk klein geschenkje in de tas had gedaan: een kristallen verrekijkertje van Swarovski, een slijpindustrie tenslotte! Dat gaf ik eerst aan Roos en daar was ze al verguld mee. En daarna de echte kijker, bijzonder geschikt ook voor gebruik in de schouwburg, dus echt iets voor Roos, voor natuur en schouwburg! Ze was er helemaal verguld mee.

28 januari 2015

Boswandeling

Weeronline voorspelde een vreselijke dag, althans wat het weer betreft; het weer kreeg een 1, het laagste cijfer. Wind, regen, hagel en natte sneeuw werd ons in het vooruitzicht gesteld. Maar vanmorgen viel het allemaal nogal mee. Ik zag om 9.00 uur dat het in ieder geval tot kwart voor twaalf droog zou blijven. Met de fiets naar de bieb om mijn geleende boeken terug te brengen. En daar kwam ik Roos nog tegen die naar een cursus aldaar op weg was. Snel naar het bos gefietst en een stevig stuk gewandeld. Daarbij moest ik wel steeds denken aan het verval van de natuur, dit natuurlijk naar aanleiding van het boek "The sixth extinction" dat ik onlangs heb gelezen. En als ik objectief om me heen keek dan moest ik helaas constateren dat ons bos, mijn bos, feitelijk ontzettend in verval is; desolaat eigenlijk. Tal van grote krachtige bomen, beuken en eiken zijn zodanig aangetast dat ze verrotten en omvallen; niet een enkele maar meerdere; andere bomen zijn volledig groen bemost en bealgd op hun bast. Heel veel jonge bomen zijn eveneens dood en staan er nog bij zonder bast. Dood hout beheer is goed voor een bos, d.w.z. laat de afgewaaide takken en omgevallen, c.q. omgezaagde bomen liggen; goed voor de insecten, goed voor de vogels, goed voor de natuur.
Het geheel van verval deed mij denken aan van die 17e-18e eeuwse schilderijen van hoe het forum romanum in Rome er in die tijd uitzag; een voormalige wereldstad, volledig in verval, met de triomfboog van Titus die nog boven de grond uitstak en waar de schapen omheen gehoed werden.
Maar om te wandelen is dit, waarschijnlijk door het onttrekken van het grondwater en de stikstofdepositie door het verkeer (industrie en boerenbedrijven heb je hier nauwelijks) onttakelde bos nog uitermate geschikt. Ook voor het uitlaten van honden; heel Utrecht laat hier zijn honden hollen en schijten. Precies om half twaalf begon het plotseling stevig te waaien; tijd om naar huis te gaan en even later kletterde de regen tegen de ramen.

27 januari 2015

De Spijkerboorse kade

Bunker, restant van de Atlantikwalle uit WO II
Vandaag met Huib een leuke wandeling gemaakt in de buurt van Alphen a/d Rijn. Eerst zag ik hem niet staan totdat ik zijn lange gestalte, met cowboyhoed bij de uitgang zag: met een "Clint Eastwood, I presume?" begroette ik Huib; zou weer een gezellige wandeldag worden; het zou in ieder geval de mooiste dag van de week worden.
De aanloop herkenden we nog van een eerdere wandeling die we jaren geleden hebben gemaakt alhier. Volgens de beschrijving zouden we o.a. over de Spijkerboorse kade lopen. Daar was ik nogal verbaasd over omdat Spijkerboor ergens in Noord Holland ligt; een plaats/gehucht/vlek slechts bekend omdat er een baken o.i.d. staat voor de luchtvaart, althans dat staat me bij. Maar nu ik op Internet kijk zie ik dat er meerdere Spijkerboren bestaan in NL, zelfs eentje in Drenthe. Neemt niet weg dat de kade maar ook de aanloop naar de kade verrassend waren; trouwens de hele wandeling voerde ons door onbekend, vaak verstild gebied en dat vlakbij de randstad feitelijk. Slechts een enkelspoortje (Gouda-Alphen) kwamen we tegen en in de verte de snelweg van Woerden naar Leiden. Maar hier in langzaam toch wel volgroeiende "Groene Hart" van NL blijkt toch wel weer wat een heerlijk wandelland NL toch is.
Aan het eind van de wandeling zagen we een bunker staan, feitelijk middenin een kantoorgebied. Bleek een restant te zijn van de Atlantikwalle, tijdens de oorlog aangelegd tegen een Engelse aanval. Nu beschermd monument zo te zien, wel behoorlijk in verval inmiddels.

26 januari 2015

The sixth extinction

Een wat omineuze titel; in eerste instantie had ik niet door dat het om een paleontologisch crisis boek ging; eerlijk gezegd stond de titel me wat tegen. Maar de titel is misschien wel omineus, maar het boek is fantastisch om te lezen; weer zo'n weergaloos leesadvies van vriend Dick. Toen ik er eenmaal aan begonnen was kon ik werkelijk niet meer ophouden. Ik meen dat ik er de laatste dag op Fuerteventura mee was begonnen; in het vliegtuig Oom Oswald; in de trein naar Stavoren en op de terugweg heb ik uitsluitend in dit geweldige boek van de journaliste Elizabeth Kolbert gelezen. En zondagavond ging ik om 7.30 aan het lezen en had het om 00.30 uit! Ik had langer achter elkaar gelezen dan de vliegreis van Fuerteventura had geduurd.
Van het periodiek uitsterven van grote aantallen soorten in het verre verleden van de aarde was ik natuurlijk op de hoogte; zeker van de laatste uitstervingsgolf waarvan de oorzaak in de tachtiger jaren zo fraai was gevonden door vader en zoon Alvarez: de komeetinslag waardoor met name de dinosauriërs, maar met hen ontzaglijk veel meer soorten van organismen waren uitgestorven. Ik heb eerlijk gezegd altijd gedacht dat die andere extincties eveneens door komeetinslagen waren veroorzaakt, maar dat blijkt anders te liggen.
Het omineuze van dit boek is wel dat duidelijk wordt gemaakt dat we al duizenden jaren, in ieder geval al honderden jaren middenin het proces van een extinctie zitten en dat door toedoen van de mens.
Ook daar was ik wel van op de hoogte; dat het al begon met het doen verdwijnen van de grote diersoorten door de mens was mij duidelijk geworden; dat vormde wel zo'n beetje het begin van de zesde uitstervingsgolf. De explosieve toename van het aantal mensen op aarde en het ruimtebeslag deed daar een schepje bovenop en de industriële revolutie heeft het uitstervingsproces in de allerhoogste versnelling gezet. Klimaatverandering, verzuring van de oceanen, verspreiding van organismen in biotopen waar zij niet thuis horen, inclusief pathogenen. Ik zou daar zelf nog graag de uitputting en vergiftiging door transport, landbouw en industrie aan willen toevoegen. Grootschalige ecocide is helaas het gevolg van onze collectieve activiteiten; lastig om die ook collectief te beteugelen. Maar doen we dat niet dan vrees ik dat de wereld onleefbaar wordt, ook voor de mens. Met DDT,CFK's en lood in de benzine zijn we erin geslaagd om die uit te bannen, dan zou dat toch ook met het gebruik van fossiele brandstoffen en andere desastreuze activiteiten moeten kunnen dunkt mij. Maar ik zie het nog niet gebeuren helaas. En ik weet het; ik heb boter op mijn hoofd; wie niet van de lezers van dit Blog?
Als ik het boek mag geloven (en dat doe ik ook) dan vrees ik dat zo rond het jaar 2050 de wal het schip sowieso zal keren; de homo sapiens, de denkende mens is naar ik vrees niet in staat om haar naam waar te maken en haar hebzucht c.q. gemakzucht, laat staan haar ongebreidelde voortplantingsdrift te beteugelen.
Overigens een absoluut leesadvies!

25 januari 2015

Oom Oswald

Uitstekend en serieus boek van Oliver
Sacks over zijn jeugd en chemie
Ach, tussendoor moet je ook wel eens iets idioots lezen; zo'n idioot boek is "Oom Oswald" van de pen van Roald Dahl; ik denk met ster zijn idiootste boek. Ooit werd het mij geadviseerd door Pim A. waar ik in mijn voorlaatste baan een werkrelatie mee had. Eerst had Pim mij gezegd dat het boek van de schrijver Oliver Sacks was; dat kon ik uiteraard niet vinden, maar van deze neuroloog/schrijver bestaat wel het boek Oom Wolfraam; ik dacht dat Pim dat bedoelde en wilde het lezen. Dat boek heb ik destijds van de bibliotheek geleend en met veel genoegen gelezen, maar dat boek had beslist niet het hilarisch karakter dat Pim me had voorgespiegeld. Later herstelde Pim zijn fout en zei dat het boek van Roald Dahl was. En dat boek was inderdaad te zot om waar te zijn.
Voor de terugreis had ik het op mijn e-reader geladen om in het vliegtuig te lezen; een paar dagen tevoren had ik Giulia Enders' prachtig werk uit en was ik vast met Oom Oswald begonnen.
Idioot maar geestig boek van Roald Dahl
Gaat over het gebruik van een bijzonder krachtig Afrodisiacum, Soedanese vlieg. Zodra mannen (en naar later in het boek bleek ook vrouwen) daar een minimale hoeveelheid van hadden binnen gekregen dan gedroegen zij zich met een onbedwingbare en zeer overmatige sexuele vitaliteit; Viagra, maar dan effectiever.
Verder doorgaand op dit thema wordt het boek almaar gekker en gekker; Roald Dahl beheerst het absurdisme op ondoorgrondelijke wijze. Tegen het eind geloofde ik de onzin wel, maar het verkortte de vliegreis enorm! Of ik het moet beschouwen als een aanradertje betwijfel ik; meer om eens iets niet-serieus te lezen ter verstrooiing.

24 januari 2015

Darm mit charme

Na al mijn jaren in de gezondheidszorg en mijn forse interesse in alles wat met eten en spijsvertering te maken heeft was ik eerlijk gezegd nogal verbaasd dat het boek "Darm mit charme", van de hand van de jonge vrouw Giulia Enders zo ontzettend veel nieuwe wetenswaardigheid voor me opende. Het was een leesadvies van Cyria. Ik heb het in het Duits gelezen; hier en daar begreep ik bepaalde woorden niet en ik had daar in Fuerteventura ook geen woordenboek tot mijn beschikking maar zonder dat werden de essentialia me wel duidelijk. Ook Roos heeft het boek met veel genoegen gelezen.
Vooral de symbiotische aspecten van darmbacteriën en ons menselijk lichaam via de darm, via chemische en hormonale signalen, signalen via het parasympatisch zenuwstelsel; fascinerend en voor mij nieuw. Ik dacht altijd dat de rol van de darmflora nogal passief was, maar dat is helemaal niet het geval; darm is onderdeel van het fascinerend ecosysteem van het individu; je moet er ook zorgvuldig mee omspringen, d.w.z. waar het de voeding en het gebruik van medicijnen aangaat. 
Gelukkig vond ik veel bevestiging dat mijn manier van voeding helemaal correct is; dat het cholesterolverhaal dat al jaren circuleert onzin is; dat antibiotica met de uiterste terughoudendheid dienen te worden toegepast en dat vezels in de voeding van groot belang zijn. Ik heb van het boek genoten. Het bestaat ook in NLse vertaling voor de duidelijkheid.

23 januari 2015

Weeronline: een 9 in Stavoren

Foto van het informatiebord. De oude haven van Laaxum
Gisteravond terug gevlogen uit Fuerteventura. Ik lag er al om half elf in want ik wilde per se vandaag naar Friesland; de laatste etappe van het Zuiderzeepad lopen en daarbij het gebied doorkruisen waarover Rudi van Dantzig heeft geschreven in het indringende boek: "voor een verloren soldaat". We hadden het boek mee terug genomen vanuit het "vergeten boeken bibliotheekje" van het apartementencomplex. Ik had het vandaag ook bij me; ik wilde het een bestemming geven ergens hier in die buurt waar dat kleine joch zo'n moeilijke tijd had gehad. Dat hij later een beroemdheid zou worden was niet te voorzien; zijn boek verhaalt over een bijzonder zware tijd voor hem en voor de NLers in het algemeen. Verder was ik erg onder de indruk van de onvoorwaardelijke, christelijke naastenliefde die de Friese mensen vertoonden jegens hun medemensen uit het Westen. Vooral dat heeft mij ook gefrappeerd in dit boek.
De kerk van Warns met daaromheen de begraafplaats. Imposant
En zo stond ik vanmorgen om 5 uur weer naast m'n bed; nog even op weeronline.nl gekeken of het weer werkelijk zo mooi zou worden als al dagenlang was voorspeld en ja hoor, een 9 (volgens Roos zelfs een 10) voor Stavoren. En terecht; om 10.00 uur stapte ik uit de boemel in Stavoren en liep ik volop in de zon de zeedijk af. Prachtig gezicht zo dat IJsselmeer, de sluizen. Als eerste zag ik het gehucht Scharl liggen; mijn GPS wees de richting en de afstand. Daar was het vriendje Jan van onze Rudi ondergebracht; vlakbij het Roode klif, een restant van een gletscher uit de ijstijd; nu een karakteristieke verhoging in het verder zo vlakke Friese land. Ik ben op de klif geweest en toen door Scharl door naar Warns, de plaats waar Rudi naar school is gegaan; het opschrift: "de vreeze des heeren is het beginsel der wijsheid", een ook voor mij onbegrijpbare tekst, en zeker voor een jongetje van elf. Het viel hem niet mee op zo'n streng protestantse school als jongetje van communistisch gezinde ouders. Hij moest de namen van de 12 discipelen opnoemen op de eerste schooldag en kende er niet eentje; in de bus heb ik nagedacht hoeveel discipelen ik eigenlijk kende en kwam niet verder dan drie: Petrus, Judas en (de ongelovige) Thomas; meer ken ik er echt niet en ik heb vroeger zelfs op zondagschool gezeten?! Er zal vast wel een Johannes bij zijn geweest, maar zeker weten doe ik dat niet. Arm joch; hij werd er door "de meester" op aan gekeken dat hij het niet wist.
Ik ben nog doorgelopen naar "de brug" die bij de afloop van de oorlog door de vertrekkende Duitse troepen was opgeblazen en waar Rudi vergeefs "Wolt", de verloren soldaat nog had gezocht.
Het schooltje waar Rudi ongetwijfeld naar school is gegaan.
Toen terug naar Laaxum waar het gezin van hait en mem woonde en waar Rudi in de hongerwinter, op dit moment precies 70 jaar geleden was ondergebracht.
Het prachtig zonnige weer sloeg plotseling om; het werd mistig en het voelde een stuk kouder aan. In Laaxum nog wat rondgelopen; in de haven lag ijs te kruien en te rammelen in de zachte wind. Gek hoor, want ik was hier nog geen 2 weken geleden met Roos en had nog nooit van Laaxum gehoord; het waaide toen vreselijk hard.
Terug gewandeld over de dijk en de buurtbus aangehouden, die bracht me naar Bakhuizen en daar kon ik direct de bus nemen naar Heerenveen.
Bij Balk aangekomen op het busoverstapstation vroeg ik de chauffeur of ik misschien sneller via Lemmer kon gaan; hij vertelde me dat het niet uitmaakte. Verderop bij een volgend overstapstation moet bus 41 altijd lang wachten; de chauffeur kwam bij me zitten; ik was de enige passagier op dat moment, en we raakten in gesprek. Hij vertelde mij over kinderen uit het westen die in de oorlog hier in Friesland waren geweest om niet te verhongeren. U voelt het al, het boek had haar bestemming gevonden. De chauffeur kende het boek niet en wilde het graag lezen.
Nog kort bij Korneel langs gegaan in Heerenveen om de twee verzamelde zandmonsters van Fuerteventura aan hem te overhandigen. Terug naar huis; Roos was zo lief geweest om bij boerderij Boom en Bosch het vlees van de vaars op te halen; vlees ingepakt en ingevroren en weer vroeg naar bed. Geslapen als een os!

PS Rudi van Dantzig heeft als choreograaf schitterende balletten geschreven. Zeer indringend is het ballet: monument voor een gestorven jongen. Je voelt gewoon dat zijn tijd in Friesland hiervoor een basis heeft gelegd.
Ook heel bijzonder vind ik zijn ballet op de "Vier letzte Lieder" van Richard Strauss. Hier 1 van de vier: beim Schafengehen. Vooral tijdens het prachtige solistische vioolstukje is het ballet zo prachtig. Ik krijg bij deze muziek van Strauss altijd weer tranen in mijn ogen; zo emotioneel!
Overigens heb ik het gevoel bij deze uitvoering dat de dirigent te snel laat zingen en spelen waardoor het ballet ook een wat overhaaste indruk maakt; de uitvoering van Jessye Norman doet meer eer aan de muziek en past m.i. beter bij dit feërieke ballet van van Dantzig.

22 januari 2015

Het scheerapparaat van mijn vader

Mijn vader heeft altijd beweerd dat zijn huid niet tegen nat scheren kon; hij zou er een rode schrale huid aan overhouden. Ik heb dat natuurlijk nooit kunnen constateren want hij had altijd een elektrisch scheerapparaat, een Braun met zo'n bromgeluid. Maar zolang ik mij kan herinneren had hij zijn scheerapparaat altijd in het doosje van zijn eerste elektrische apparaat: de Philishave; zo'n bruin doosje, door het jarenlang dagelijks gebruik volkomen versleten en met cellotape en later met duct tape in elkaar geflanst. Waarom hij er zo aan gehecht was heb ik hem nooit gevraagd: zijn scheerapparaat zat gewoon in dat ouwe doosje.
En nou was ik met Roos in "het scheermuseum" van Workum: een kapperszaak waarvan de eigenaar als hobby van alles dat met scheren en knippen te maken had verzamelde. Een keur aan snorrekoppen, voor de duidelijkheid, dat zijn mokken met een contraptie erin waardoor je (eventueel enorme) snor niet nat wordt; een keur aan veiligheidsscheermessen, scheerzepen (waaronder de ouderwetse gulden hand zeep), van alles lag en stond er; ontzettend leuk. En bovenop een kast stond, u raadt het al, zo'n Philishave doosje. Natuurlijk moest ik dat fotograferen voor deze Weblog.
Uitstalling in het scheermuseum
Mocht u in het prachtige stadje Workum komen, bezoek dan niet alleen het Jopie Huisman museum en ook niet alleen slager Blom, maar vooral ook het scheermuseum! Het kan niet missen, zo klein is Workum. En soms is er ook een expositie in de imposante kerk van Workum.
En loop ook even door het steegje Tillefonne en ga op het bruggetje staan kijken over het landschap.

21 januari 2015

Lekker in de zon

Heerlijk met m'n dikke pens in de zon
Die koestering in de zon, vooral in de wintermaanden vind ik zo'n genoegen; dat is de belangrijkste reden waarom ik zo graag in de winter naar de Canarias ga; niet voor de omgeving eigenlijk, maar voor de zon, voor de warmte en vooral ook voor het intense licht van de veel hoger staande zon. En de Canarias zijn wel het meest zuidelijk stukje europees grondgebied.
Roos houdt ook wel van de zon maar is toch een stuk ongeduriger dan ik; zij wil ook in dat soort streken graag wandelen; ik wandel graag in onze eigen streken, in NL of in de Eifel; goed gemarkeerde wandelingen, GPS-tracks, goede busverbindingen en onderkomens.
"En is dat nou wel gezond?", vraagt de lezer zich af. Tja, eigenwijs als ik ben heb ik mij niets aangetrokken van al die verhalen over het gevaar van de huid bloot stellen aan de zon. Maar ... ik zorg er wel voor dat ik nooit verbrand! En ik blijf ook nooit erg lang achter elkaar in de zon zitten; gaat me ook vervelen, maar wel graag enkele keren een half uurtje; heerlijk gewoon die koestering. Door ook 'swinters de zon op te zoeken blijf ik altijd wel enigszins getint, zodat m'n huid nooit dat bleek-witte aspect krijgt zoals vooral Engelsen dat kunnen hebben. Die zie je soms in van die subtropische oorden dat je de blaren bij wijze van spreken al na vijf minuten ziet opkomen. Dàt is slecht voor je huid. Maar als je ervoor zorgt dat je huid altijd wat gepigmenteerd is dan verbrand je niet en mijn redenatie is dat het verdedigingsmechanisme ervoor zorgt dat je weinig kan overkomen; je hebt het niet voor niets.
Ons verblijf in Caleta de fuste
Zoals me wel vaker gebeurd is, blijk ik daarin ook gelijk te hebben; rapportages van dermatologen melden tegenwoordig dat een regelmatig zonnebad juist heel goed is; en dat lijkt me ook natuurlijk.
Dat urenlang, ingesmeerd met al die chemische rommel in de zon liggen lijkt mij overigens buitengewoon ongezond; dat zou ik niet willen propageren!! Een matig, liefst dagelijks zonnebad lijkt mij het optimum. En trek gewoon een T-schirt aan i.p.v. die idiote smeerseltjes.

20 januari 2015

Puerto Rosario

Enorm cruiseschip in de haven van Puerto Rosario
Nadat we wat teleurgesteld vanwege het niet doorgaan van de excursie naar het apartement waren gegaan besloten we om dan maar naar de hoofdstad van het eiland te gaan: Puerto Rosario. De busrit duurde niet zo gek lang maar kronkelde wel langs ieder apartementencomplex en dat zijn er nogal wat op dit dorre eiland waar het altijd waait.
Was Caleta de fuste niet veul daar deed Puerto Rosario er niet voor onder. Een troosteloos busstation en een troosteloos "centrum"; we zijn niet erg onder de indruk. Het waait ook voortdurend behoorlijk hard, de omgeving lijkt wel een zand-steen woestijn, leuke dorpjes ontbreken; slechts de af en toe doorbrekende zon en het plaatsje Antigua kunnen ons bekoren.
Monument van een geitenhoeder met kudde
Een andere plek die we konden bereiken met de bus was Morro jable; met die busreis hebben we het dorre aspect van het eiland en de eindeloze aantallen resorts met apartementen en toeristenwinkeltjes kunnen aanschouwen; prima toeristenoord, maar niet voor ons vonden we. Die dag scheen de zon en ik had er de pest in dat we niet lekker in de zon waren gebleven. We hebben er lekker gegeten en zijn met de eerste mogelijkheid terug gegaan. Gelukkig scheen de zon nog toen we weer bij het apartement waren.
Maar ik heb af en toe toch lekker liggen zonnen en was "al met al, toch redelijk tevreden" om Robert Long maar eens te parafraseren. Maar we zullen er geen tweede keer naar toe gaan.

19 januari 2015

100 meter buswachten

Gezellig tentje in Antigua
Vriend Dick kan soms van die malle uitdrukkingen debiteren als 100 meter bellenblazen o.i.d. Hadden we gisteren bijna een uur tevergeefs op de excursiebus zitten wachten daar zouden we vandaag met bus 16 van het OV naar Antigua gaan; een plaatsje waar hoog van werd opgegeven in de folders over Fuerteventura. Bij de bushalte hingen de horario's; onze bus zou om 9.30 vertrekken. Maar al wat er kwam, geen bus 16; wel de bussen van de halfuurdienst naar de hoofdstad van het eiland: puerto de Rosario. En toen er een bus 16 de rotonde kwam omgezoefd reed hij tot ons afgrijzen aan het busstation voorbij. Een Engels sprekende dame nam onze ongerustheid weg en verklaarde tevens de late komst van de bus. De tijdens die in de horario's zijn aangegeven zijn de tijden van vertrek bij het beginpunt van de bus; hoeveel tijd dat scheelt met de vertrektijd hier bij het station, dat moet je maar weten?! Dat bleek ruim 30 minuten te zijn, maar zo zaten wij uiteindelijk in de bus naar Antigua. Daar aangekomen eerst een echt Spaans tentje aangedaan voor een kop uitstekende koffie en vervolgens bleek daar een goed gemarkeerde wandeling te beginnen naar het plaatsje Betancuria. We waren een kwartiertje onderweg toen we een bui zagen aandrijven; die hebben we passief ondergaan wachtend in een bushokje; heel gerieflijk dus.
Hoog op het pad bij Antigua
En toen op weg omhoog over een kronkelende vulkaanweg in een verder desolaat landschap. Het waaide hard, maar het was prettig lopen door het rotsige landschap. We hebben Betancuria niet gehaald; na een uur zijn we omgedraaid en aan de daling begonnen. Het waaide hard daar boven; onwillekeurig moest ik aan de wind in Laaxum denken, maar die was nog harder. Een tweede regenbui noopte ons tot schuilen achter een kleine richel langs het bergpad; met de wind en de regen in de rug lukte het om de broeken enigszins droog te houden. Het was maar een kort buitje en naarmate we daalden werd het weer wat warmer. Weer het gezellige tentje ingedoken en heerlijk geluncht met soep, frietjes van de lokale aardappeltjes en karbonades c.q. kip van het land. Biertje erbij en dan is het leven weer uitstekend te genieten hoor. We hebben ons heel gerieflijk met de taxi terug laten rijden.

18 januari 2015

Het schaap van Fuertaventura

Zo kon je de keuze bepalen.
Ach, ze meent het vast niet slecht, maar je hebt er niet veel aan. Hadden we een excursie geboekt bij de receptie daar kon ze ons niet eens precies duiden waar deze excursie haar ophaalplek had. We hadden een dag eerder al geprobeerd om op basis van halve informatie de opstapplek te lokaliseren, maar we vertrouwden het niet. We vroegen de receptioniste of zij het kon uitzoeken waar het nou precies was; ze belde tot twee keer toe met de excursie-organisatie. We gingen op de afgesproken tijd naar deze plek en zaten drie kwartier te wachten. Al wat er kwam, geen excursiebus. Na allemaal smoesjes en halve leugentjes kregen we wel ons geld terug. Werd toch nog een leuke dag hoor; beetje rond Caleta gewandeld, de bus genomen naar de hoofdstad Puerto de Rosario en daar wat rond gekuierd.
Uiteindelijk neergestreken in het visrestaurant waar we vanaf de eerste dag al ons oog op hadden laten vallen; zag er zelfs een beetje authentiek uit zoals het visrestaurantje in La Palma (zes weken geleden?!).
Wat overbleef van de vis
Eerst maakten we onze keuze uit een enorme schaal met vissen van uiteenlopende soort en maat. We kozen voor een stevig exemplaar maar tot onze verbazing werd daarvan een halve aan ons geserveerd en niet in de vorm van filets. Dat was geen vis schoonmaken maar vis slachten zo'n enorm kadaver lag er te midden van wat eetbaar lover op de enorme schaal. We hebben ons er doorheen gewerkt; vis schijnt licht verteerbaar te zijn nietwaar.
Na afloop hebben we zelfs het drankje van de zaak moeten afslaan; het ging er echt niet meer in. En daar waar we een forse rekening hadden verwacht viel het reuze mee en hebben we een flinke fooi achter gelaten.

Proost!

17 januari 2015

Op naar Salinas

Kerkje van Salinas
We hadden het vrijdag ook al geprobeerd om Salinas te bereiken, een klein plaatsje verderop aan de kust; de naam Salinas slaat op de zoutwinning aldaar. Waren we vrijdag door de harde wind en de regenbui in combinatie met het optimistisch gedrag van de winterse Canarias-tourist koud en nat omgedraaid en neergestreken in een warm établissement, daar haalden we vandaag, gekleed in wintertooi en winddicht regenjack Salinas wel. We kunnen tot heden niet anders concluderen dat Fuerteventura geen vakantieparadijs is; van de tot nu toe bezochte Canarias eilanden is dit de minst aantrekkelijke. De wandeling naar Salinas voert eerst door grote hoeveelheden eenvormige apartement-complexen en vervolgens door een volstrekt desolaat landschap. Alleen de pracht van de woeste oceaan is weergaloos. In Salinas een alleraardigst kerkje waar we even voor de wind zijn gaan schuilen. Helemaal op z'n "zeemans" ingericht met een halve boot waarop een Maria en een doopvont, gesteund door houten dolfijnen; best mooi. Wat kleingeld in het offerblok gedaan en verder gelopen richting El pozo negro. Toen dat ook achter de volgende heuvelrij niet opdoemde zijn we maar omgedraaid en weer richting uitspanning met puntillitas gegaan.

16 januari 2015

Best aardige jongelui

Gisteren in het vliegtuig op weg naar Fuerteventura zaten we op de vrijwel achterste rij met achter ons een jong stel dat buitengewoon luidruchtig met elkaar zat te praten. Toen ik vroeg of het wat zachter kon, waren ze heel verbaasd: "we praten helemaal niet hard". Ik probeerde te lezen en na mijn vraag leken ze ook wel hun best te doen om wat zachter te praten, maar gedurende vrijwel de hele vlucht bleven ze maar kakelen.
Vanaf het vliegveld hadden wij een taxi genomen om voor de meute uit in te kunnen checken in het hotel en vast lekker in de zon te gaan liggen. Ongeveer een drie kwartier na ons kwamen de eerste andere bewoners van ons complex aan en onze buren waren, u raadt het al, die jonge luidruchtige mensen van achter ons in het vliegtuig; geen kwaaie lui hoor, maar wel erg luidruchtig en naar bleek in het bezit van muziekapparatuur.
Schiet mij iets te binnen van vroeger, nog uit de tijd dat ik met Lien was getrouwd en op de Jan Hanzenstraat woonde; een wat ouder, gehorig huis. Wij hadden geluidsversterking, waren de jongsten in onze wooneenheid van vier woningen en draaiden veel van wat in de oren van anderen geklonken moet hebben als: "kolere muziek". Ik weet nog dat we een keer bij onze bovenburen op visite waren en vroeg toen wat dat toch voor geluid was dat ik steeds hoorde. Dat bleek de ventilator te zijn van onze eigen keuken. En ze hadden veel last van onze muziek maar hadden daar nooit iets van gezegd: "we dachten dat jullie maar één plaat hadden", zei de buurvrouw.
Vriendelijk zijn ze zonder twijfel onze gelukkig tijdelijke vakantiebuurtjes, maar ze maken wel erg veel kabaal met muziek en harde stemmen en het is hier in deze vakantiebungalowtjes wel erg gehorig allemaal. Ze hebben plezier. Ik beschouw het maar als genoegdoening van wat ik destijds mijn buren in de Jan Hanzenstraat heb aangedaan met de helse herrie die wij maakten met onze geluidsversterking in zo'n ouderwets huis dat daar niet op gemaakt is.

15 januari 2015

Rudi van Dantzig en Fuerteventura

Vandaag gearriveerd op Fuerteventura, op El Hierro na het laatste van de Canarias in de rij van te bezoeken eilanden, We namen maar een taxi vanaf het vliegveld om snel te kunnen inchecken in het apartementencomplex; de zon scheen en daar wilde ik van genieten; anders sta je maar in de rij of anderszins te wachten,  Overigens een fantasieloos complex zoals vele in van die vakantieoorden, maar het is hier op Fuerteventura wel heel erg allemaal; geen oud centrum te bekennen in het "plaatsje" waar wij zijn neergestreken: caletta de fuste; slechts apartementen en winkelcentra. Gelkkig hebben we een panaderia met heerlijke hojaldre ontdekt.
Bij binnenkomst in de receptie zag Roos een kleine leenbibliotheek met NLse en Engelse boeken met ondermeer "voor een verloren soldaat" van Rudi van Dantzig. Roos nam het mee en we zijn er beiden in gaan lezen. Roos had het boek in minder dan geen tijd uit en daarna kon ik er mee aan de gang; ik had het vroeger al eens gelezen en wist nog dat het nogal indringend was; er wordt min of meer een paedofiele verkrachting in beschreven en daar houd ik niet van om het maar eens eufemistisch te zeggen. Overigens heel erg stoer van Rudi om deze autobiografische gebeurtenis te publiceren!
Het boek is autobiografisch en gaat over een jongetje uit de stad Amsterdam dat wordt ondergebracht in Friesland om niet van honger om te komen. De tocht erheen, het verblijf aldaar, het aanpassingsproces, het wordt allemaal prachtig beschreven. En nu wil het toeval dat het speelt in de omgeving waar wij vorige week hebben gebridged en waar we op advies van Tineke, de Friese dame die Roos op de eerste avond van ons verblijf in Rijs ontmoette zijn heen gegaan: Laaxum; nooit eerder van gehoord en nu zelfs gezien en erover gelezen.
De Zuiderzeewandeling waarvan ik inmiddels vrijwel alles heb gelopen gaat door deze plek; zodra we terug zijn van Fuerteventura ga ik de plekken die Rudi beschrijft maar eens bekijken en fotograferen voor de Blog.
Overigens een heel indringend boek, prachtig vanuit z'n ziel geschreven; hij heeft niet voor niets een prijs gekregen voor het beste debuut destijds, 1986 meen ik. Weer een aanradertje.

14 januari 2015

Fenolftaleïne

Vanavond heb ik rode kool bereid. Eerst fijn snijden en wassen; het waswater was diepblauw; van de kleurstof in de rode kool natuurlijk. Deed me denken aan mijn oude vader die mij in mijn jeugdjaren, zo rond mijn tiende jaar, inwijdde in de scheikunde. Ik blogde al eerder over het lab-je van mijn vader in de oude schuur bij mijn grootouders, zijn ouderlijk huis. Hij wilde mij graag een kleuromslag laten zien wanneer een oplossing zuur werd of juist basisch. Bepaalde kleurstoffen zijn pH-gevoelig en hebben verschillende kleur bij lage pH (zuur) dan bij hoge pH (basisch): indicatoren. Zo ook die blauwe kleurstof van rode kool, maar ook de kleurstof van bramen. Toen ik een keer met een van mijn vrienden zoveel bramen had geplukt dat we die niet meer op konden en uit balorigheid onze gezichten er maar mee ingesmeerd hadden, heeft mijn vader mij dat getoond met behulp van citroensap en zeep meen ik.
Maar voor dat proefje op zolder had hij bij een dierenarts, waar hij voor de belasting op controle was meen ik, gevraagd of deze voor hem fenolftaleïne wilde bestellen, een professioneel toegepaste zuur-base indicator. En ja hoor, hij kwam op zeker moment thuis met een kartonnen puntzakje met daarin deze magische stof. En hij liet mij die kleuromslag van kleurloos naar paars zien. Dat was mijn eerste kennismaking met de chemie en daarmee waarschijnlijk ook de aanleiding om dat later te gaan studeren. Overigens vond ik scheikunde eigenlijk helemaal geen leuke studie, maar ja, vroeger ging je gewoon door met iets dat je was begonnen. Zo snel mogelijk ben ik de biologische chemie, de biochemie ingegaan en heb uiteindelijk mijn werkzaamheden binnen de medische faculteit gevonden en ben uiteindelijk gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde. Uiteindelijk ben ik op de plek terecht gekomen waar ik mij het meest thuis voelde. 

13 januari 2015

De sfeer van een ouderwetse koeienstal

Wat een vreselijk weer vandaag; de storm is wel een beetje gaan liggen maar daarvoor in de plaats is het nu grijs en nat. Na een heerlijk weekendje bridgen wel weer wennen hoor. Had ik in spanning gezeten over hoe het met oudste dochter in Zuid Amerika was vergaan - ik hoorde maar niets, ondanks mijn e-pogingen - daar blijkt de hele familie op de hoogte te zijn; kennelijk had niemand eraan gedacht dat "vader" ook wel op de hoogte gebracht mocht worden?! Gelukkig stuurde zoon Peter me nu de mailtjes door.
Weeronline voorspelde een droge(re) periode na half drie, dus met de fiets naar zuivelboerderij "Boom en Bosch". Melk en boter gekocht en toen even in de stal genieten; die prettige landelijke geur van zo'n ouderwetse ligstal, de sfeer van al die rustig herkauwende koeien. Het is me een raadsel waarom dit soort stallen niet meer wordt toegepast, nee, zelfs verboden gaat worden. De koeien liggen op vers stro, ademen frisse lucht in en hebben alle zicht op elkaar. Ze kunnen alleen niet heen en weer lopen. Aan de rust in zo'n stal zou je ook niet kunnen afleiden dat ze daar nou zo'n behoefte aan hebben. Koeien lopen eigenlijk in de wei ook alleen maar om van pol tot pol hun pens vol te krijgen en gaan dan liggen herkauwen. De toestand in zo'n ligstal wijkt daar niet zo sterk van af. Daarentegen is die frisse lucht wel een punt; kom daar maar eens om in zo'n loopstal waar alle stront en gier door elkaar onderin de gierkelder terecht komt; walgelijke lucht waar die arme koebeesten de hele dag in moeten verkeren.
Ik heb een poosje op een strobaal gezeten en de stal zo eens op me in laten werken; gekwetter van de mussen, die rust, die merkwaardige stilte van al die dieren bij elkaar; jong vee en melkkoeien. Ook stond er de vaars die volgende week geslacht gaat worden; daar heb ik ook 20 kilogram van besteld; grappig om het beestje nog eens te bekijken en alvast te bedanken voor het lekkers dat straks op m'n bord komt. Hoort er ook bij.


12 januari 2015

Als eendengekwaak

Nee, dit is niet oneerbiedig bedoeld, het gaat namelijk over een cantate van Johann Sebastian Bach, naar veler mening de grootste componist aller tijden. Al vele jaren beleef ik veel genoegen aan zijn muziek; een enkele keer komt die zo sterk bij me naar binnen dat ik mezelf niet meer in de hand heb. Zo gebeurde dat, inmiddels zo'n 7 jaar geleden; ik had mijn oude bureautje nog in de kamer staan met mijn PC met daarop alle cantates. Ik beluisterde die zeer regelmatig in vrij willekeurige volgorde. Zo werd ik plotseling geconfronteerd met een samenspel van een aantal hobo's; zonder enige controle mijnerzijds liepen de tranen over m'n wangen; het leek inderdaad wel enigszins op eendengekwaak. Daarover was ik zodanig verbaasd dat ik het direct in een e-mail verwoordde aan vriend Peter C.
En nu zit ik regelmatig met het boek van John Elliot Gardiner dat ik voor m'n verjaardag heb gekregen op schoot, via Youtube naar muziek van Bach, met name de cantates te luisteren, maar nu met deskundige toelichting van John Elliot. En zo kwam ik in BWV 20, de cantate "O Ewigkeit, du Donnerwort", dit eendengekwaak weer tegen. Overigens is de benaming eendengekwaak mede van Gardiner.
Uit de toelichting van hem maak ik op dat het in dit deel van deze vrij onheilspellende cantate gaat om, citaat: "De christelijke ziel een glimpje hoop te bieden" einde citaat.
Ik heb wel vaker gemerkt dat de beste componisten als Bach, Mozart en Brahms ongelooflijk goed in staat zijn om indringend emotiën in hun muziek over te brengen. En daar ben ik behoorlijk gevoelig voor; merkwaardig want ik ervaar mezelf toch als een vrij nuchter persoon.

11 januari 2015

Storm in Laaxum

Haventje van Laaxum in de storm
Tineke had ons de eerste avond van ons verblijf hier in Rijs al geadviseerd om naar het kleinste haventje van Friesland te gaan: de vissershaven van Laaxum. Het waaide behoorlijk in de buurt van het hotel; we namen de bus tot de halte Mirns en liepen via Mirns door naar Laaxum (waar je op werkdagen met de buurtbus van Stavoren naar Hemelum uurlijks kunt komen!). Een klein plaatsje met een klein haventje waar 1 vissersbootje lag. Volgens een bordje werd dit bootje nog bevaren door de kleinzoons van de oorspronkelijk visser/eigenaar van deze schuit. Verder zag je bij ieder huisje een informatiebordje: grappig. Roos was er meer van onder de indruk dan ik. Hier zag ik overigens wel de informatie over de kliffen; keileembulten, achtergelaten door een van de ijstijden. Zij hebben het afkalven door de zee behoorlijk weerstaan. In de loop der tijd zijn ze wel wat afgegraven; de zwerfstenen werden gebruikt voor de bebouwing en voor de aanleg van wegen en het keileem waarschijnlijk ook voor verstevigingswerkzaamheden. Maar ze zijn nog prominent aanwezig. Graag had ik het Roode klif nog willen bezoeken maar het waaide echt te hard.
Het waaide keihard en de wind kwam van de zijkant; zowel heen als terug moesten we moeite doen om ons staande te houden. Vlakbij Mirns was een vogelschuilhut; ik stelde voor om daar even voor de wind te gaan schuilen. Een drekzooi; we konden maar heel moeilijk in het bouwsel komen; het was gelukkig open; even luwte. Maar daarna weer snel verder want dan konden we de bus terug weer halen. Het was maar voor enkele haltes, maar we waren die wind spuugzat.
Uitgestapt bij hotel Jans en daar heerlijk appelgebak en koffie genuttigd. De oudste dochter van de familie kwam er gezellig bij zitten met haar knipwerkje voor school.
's-Middags toch nog even op het bankje gezeten en naar de Kyte-surfers gekeken. Het waaide harder dan gisteren dus waren de sprongen nog spectaculairder.
's-Avonds de laatste bridgeronde van 24 spellen. Het is zo gek, maar dan ken ik de mensen en zit er zo relaxed en prettig te spelen. We haalden weer iets onder de 60% en waren dik tevreden. Had ik na de eerste avond zo'n gevoel van: "man, stop er toch mee!", daar heb ik nu toch echt anders besloten; het systeem van Roos en mij is echt te mooi en het spel (pardon, de sport) is echt te fijn om het te laten schieten. Maar niet meer iedere week; dat is niks voor mij.

10 januari 2015

Pekelvlees en spekbacon van slager Blom

Workum vanaf de sluis
Natuurlijk gingen we naar Workum; bus 44 stopt bij hotel Gaasterland voor de deur en brengt je in een half uur in Workum. Eerst naar slager Blom natuurlijk. Ik had van huis met boerenboter gesmeerde boterhammen meegenomen voor de lunch met beleg van slager Blom. Ruim beleg, want daar houd ik van. Dus drie ons pekelvlees en anderhalf ons spekbacon extra dun gesneden zoals slager Blom zelf ons ooit eens heeft verteld. Twee rookworsten en een stevig stuk gerookt spek maakten ons bezoek rond. Toen naar het Jopie Huisman museum, maar dat was, dat kun je in januari verwachten, gesloten wegens verbouwing. Dan maar aan de koffie met appelgebak. Gezellig, lekker gebak, krantje erbij. Buiten trok het niet alleen dicht maar het begon ook te plenzen en te stormen. Beetje beteuterd zaten we er bij, maar het trok weer helemaal open, de zon kwam zelfs door, en toen hebben we via de Tillefonne, een piepklein steegje dat uitkomt in het weiland achter het dorp, via het kerkepad richting zeedijk gelopen. Die overgestoken en verder gelopen totdat de tijd van de bus ons dwong om weer om te draaien.
Spectaculaire sprong
Met de bus terug naar het hotel en de spullen achter gelaten om nog een wandeling door het Rijsterbos te maken. Aan het eind daarvan de Mirnsner klif, een keileem bult, achtergelaten bij een van de ijstijden. Een strandje, een prettig zittend bankje met uitzicht op de kitesurfers. Spectaculair zoals die hun luchtbuitelingen konden maken in de krachtige wind.
En ‘savonds eindigden we met 58.90 % op de achtste plaats!

Daarna hadden we het wel gezien en volgens Roos duurde het nog geen minuut voordat de zoete slaap over mijn ogen werd uitgegoten.

09 januari 2015

Op reis naar RIjs

Wat was dat een reis naar Rijs; heb ik niet handig aangepakt. Ik was erg ontdaan van het plotseling overlijden van vriend Jaap; wellicht hing het daarmee samen. In plaats van via Emmeloord of Heerenveen stelde ik voor om via Leeuwarden-Workum naar Rijs te gaan. Niet handig want dat duurt veel langer en we hadden pas de stoptrein van 12.00 uur uit Bilthoven. Ik had in m’n hoofd dat we bij slager Blom langs konden gaan; zouden we dat gedaan hebben dan waren we uiteindelijk veel te laat aangekomen in hotel Gaasterland waar we een Bridgeweekend met Dekker Bridge hadden afgesproken.

Ik was nog in de war, moe en voelde me helemaal niet lekker, hoofdpijn, nou ja, we eindigden de eerste avond vierde van onderen met bridgen. Maar het was wel gezellig en we waren uit. Roos heeft nog aan de bar staan praten met Tineke, een Friese dame die ons een paar leuke adviezen gaf over bezienswaardigheden in de omgeving. Ik heb nog gesproken met een oud politieman die twee keer heeft deelgenomen aan een elfstedentocht. Dat zijn mensen waar ik toch altijd weer m’n petje voor afneem. Daar moet je wel wat voor in huis hebben!

08 januari 2015

In memoriam Jaap Brienen

Gisteravond bij thuiskomst vond ik de rouwbrief waarin het voor mij zeer onverwachte overlijden van Jaap werd bericht. Onverwacht, want ik had enkele dagen eerder nog een kerst- en nieuwjaarswens van Jaap en zijn lieve vrouw Caroline ontvangen. Mijn plan was om weer eens samen te gaan lunchen en bij te praten, maar dat zal er nu nooit meer van komen.
Verdriet en terugkijken zijn dan je deel. Zo’n dertig jaar geleden, we waren beiden in de kracht van ons leven leerden we elkaar kennen in Delft; Jaap huisarts en ik namens het SSDZ laboratorium de nieuw aangetrokken contactpersoon voor de huisartsen. Ongedwongen, communicatief, innoverend, het was allemaal op Jaap van toepassing. Zo was hij direct bereid om deel te nemen aan het communicatieproject waarbij laboratorium-uitslagen met de computer werden verzonden; toen helemaal nieuw, nu de dagelijkse praktijk. Jaap was bereid om daar een flinke stap harder voor te lopen; dat was nodig in die experimentele fase. Ook de eerste computerprogramma’s voor huisartsen wilde hij direct in de praktijk toepassen. Ik zie hem nog worstelen met het backups maken met meer dan 10 floppies die hij tot mijn verbijstering niet eens had genummerd?!
Later bespraken we vaak de ontwikkelingen in het vak. Daar waar ik nogal conservatief en terughoudend ben daar ging Jaap moeiteloos mee met de ontwikkelingen in het vak. En dat deed hij met zo veel plezier; hij is dan ook ondanks het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in het harnas gestorven; hij praktiseerde nog steeds.
Maar ook een andere kant van Jaap heb ik mogen leren kennen; zijn liefde voor de muziek, vooral opera. Van mijn grote favoriet Johann Sebastian Bach moest hij niet zo gek veel weten. Jaap organiseerde de laatste jaren regelmatig muziekuitvoeringen waarbij de kopersectie van het Rotterdams filharmonisch orkest was betrokken. Op zijn verzoek werd een opera aria op tuba uitgevoerd: de “koningin van de nacht” uit een opera van Mozart, kostelijk.
Nadat ik de Delftse regio had verlaten hield Jaap het contact warm; toen ik verhuisde lag er op de eerste dag al een brief van hem met een pakje: het boek van Garcia Marquez: “de kolonel krijgt nooit post”. Geestig, maar vooral, wat een aandacht voor een ander. En dat kenmerkte Jaap vooral en daarom was hij zo’n toegewijde huisarts. Zijn aandacht ging vooral uit naar de ander. We zullen hem missen; mijn gedachten hierbij gaan vooral uit naar zijn lieve Caroline.
Sinds ik het heb vernomen speelt maar steeds het voorlaatste deel van de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach door mijn hoofd: “Gute Nacht”. Na zo’n intensief en arbeidzaam leven kan ik dit in memoriam niet anders eindigen dan: “rust in vrede Jaap en bedankt voor alles wat je voor mij en voor anderen hebt betekend”.

07 januari 2015

Het huis gekuist, insecten en een grote schrik

Natuurlijk was ik weer vroeg wakker. Lekker ontbeten en toen gedaan wat ik me had voorgenomen. Lezer, houd je vast, ik heb mijn huis gekuist. Gebeurt niet al te regelmatig, maar zo af en toe. Dus stevig gestofzuigd, de plee goed schoon gemaakt, keuken en badkamer; was gedaan tot twee keer toe. En toen lekker koffie gedronken bij Roos.
‘sAvonds had ik mij voorgenomen om naar de lezing van Marcel Dicke, hoogleraar entomologie te Wageningen te gaan. Hij had mij daartoe uitgenodigd via een algemene mailing op LinkedIn; toch wel handig die social media; je hoort nog eens wat.
Dat was toch een leuke lezing over het geur herkennend vermogen van insecten. Het geheel was opgehangen aan het verschil in vermogen tussen de speurhond en insecten; grappig thema.
Bij de inleiding van Marcel over het programma “Insecten en maatschappij” knalde het gezicht van dochter Joke op het scherm. Verrassend natuurlijk. Jaren geleden heeft zij, al sprinkhaan etend geposeerd voor deze poster. Leuk!
De eerste lezing voor de pauze was wetenschappelijk bijzonder interessant en gaf inzicht in lerend vermogen. Wat volstrekt nieuw voor mij was, was het feit dat vergeten een belangrijk onderdeel is van leren vermogen. Je moet niet alles blijvend onthouden want dan kun je geen onderscheid meer maken. Fantastisch zoals het vergetend vermogen ook een rol speelt bij het onthouden van waardplanten, afhankelijk van de prooi waarop wordt geparasiteerd bij verschillende soorten sluipwespen. Ik smulde er van.
Na de pauze een promotieverhaal over de speurhond; wel leuk, maar niet echt wetenschappelijk interessant. Snel naar huis want ik wilde de bus niet missen.

Bij thuiskomst de brievenbus geleegd; een rouwkaart. Boven gekomen zag ik de postcode van het adres achterop met cijfer 243; toen wist ik het direct; vriend Jaap Brienen. En ja hoor, Jaap is zondag overleden. Ik was er kapot van en heb middenin de nacht geprobeerd om Roos nog telefonisch te bereiken. Zij heeft de telefoon niet gehoord. Natuurlijk kon ik niet slapen. De volgende morgen direct een brief geschreven en het in memoriam voor de Blog van donderdag. Wat een rauwe afsluiting van deze dag.

06 januari 2015

Een parelduiker in de duinen

Parelduiker
Vandaag heb ik met Cyria gewandeld in de duinen bij Haarlem. Zij wist een duinmeertje met daarin een parelduiker; geen algemene verschijning deze wintergast. En ja hoor, daar zwom hij in de verte. Met de weergaloze kwaliteit van de Swarovski verrekijker van Cyria kreeg ik hem vol in beeld ook toen hij zich als een onderzeeër opmaakte om op de bodem van het meertje zijn voedsel te gaan verzamelen: zoetwater-kreeftjes. Fascinerende vogel. Ik zou hem voor een “rare fuut” hebben versleten met z’n witte borst en forse gestalte. We liepen verder door de duinen; bij een volgend watertje een hele serie eenden; de wintertaling met z’n gele achterwerk en grappig geluidje, smienten en vooral veel waterhoenders.
Altijd mooi die duinen; zijn toch wel mijn favoriete gebied naast de heuvels van Zuid Limburg.
Na afloop zijn we naar het filmhuis geweest waar de film over de engelse schilder Turner draaide (zou er nog iets draaiends aan te pas komen tegenwoordig; zal toch wel digitaal gaan?) Tot verbazing van Cyria viel ik tijdens de 2.30 uur durende film niet in slaap daar waar ik tijdens die kolereherrie van het jazzconcert telkens na het begin van een nieuw nummer weer wegdommelde. Een mooie film, maar als je niks van het leven van Turner weet dan snap je er niets van. Schijnt ook wel erg geromantiseerd te zijn, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik ben dol op kostuumfilms die spelen in de de pré-autotijd.

Ik had Roos gezegd dat ze nog rustig langs kon komen voor een glaasje wijn die avond ook al zou het licht al uit zijn. Ze heeft nog gekeken en is gelukkig huiswaarts gekeerd; ik lag als een blok te pitten; wat was ik moe na die twee dagen buitenlucht.

Foto gecopieerd van deze site.

05 januari 2015

Van Lemmer naar Balk

Sloten, een pareltje tussen de weilanden en de meren
Ja ja, om 6.00 uur al met de trein naar Heerenveen en daar bijna een half uur wachten op de Q-liner naar Lemmer. In de wachtkamer een stel pubers die al “zeg-marend” en “of-zoënd” liepen te mopperen over hoe slecht hun stage wel niet was geregeld. En dat maandag ‘smorgens om een uur of acht. Wat hadden ze het toch moeilijk allemaal. Totdat er eentje zei: “wat lopen we eigenlijk te mopperen”. Leuk hoor om dat zo aan te horen.
En toen naar Lemmer, waar ik gebleven was met mijn wandeling van het Zuiderzeepad. Het einde komt naderbij. Lemmer is zo’n plaats waar je echt geweest moet zijn, maar niet heus. Wel werd ik geleid over een sluis met twee fraaie gebouwtjes. Ik durfde niet over die sluis; misschien was hij wel glad, maar die bouwseltjes waren waarschijnlijk wel het mooiste dat Lemmer te bieden had; wat een treurigheid op zo’n winter maandagmorgen.
Bij Lemmer ligt het bekende van Wouda gemaal, een enorm stoomgemaal om aldaar de polders droog te malen. Precies om 10.00 uur liep ik daar langs op de enige dag dat het gesloten is ter bezichtiging; andere dagen dan de maandag is het voor publiek geopend. Korneel had mij een bezoek aan dit gemaal aanbevolen; zal er wel niet van gaan komen want Lemmer heb ik na één keer wel gezien. Even verderop een paar prachtig wit versierde bomen; een kort moment dacht ik aan een wel erg ver gaande kerstversiering totdat ik de vogels zag; de bomen waren volkomen ondergescheten door een kolonie aalscholvers.
De rest van de wandeling was door de weilanden; eindeloos verre horizonten, sloten, weilanden totdat ik bij een scheepsopslagbedrijf kwam. Gek gezicht al die werkloze plezierjachten op houten stellages; hier en daar nog een dapper wapperend vlaggetje; lege kajuiten waarin je je moeiteloos de gestalten van de stoer gepette “kapiteins” kon voorstellen; nu als lam geslagen vogels op een rijtje te wachten op betere tijden.
De beroemde brug van Sloten
Maar toen kwam de beloning van de wandeling, het meer dan prachtige stadje Sloten. Natuurlijk van gehoord; één van de elf steden van had klassieke Friesland. Het was geheel verlaten; geen mens op straat, geen reclame uitingen, geen auto’s. Ik wist werkelijk niet wat ik zag. Hopend op het vinden van een bakkertje liep ik het dorpje door via de route en ja hoor, daar was een zo te zien ouderwets bakkerswinkeltje met Friese lekkernijen. Ik heb stevig ingeslagen en heb vervolgens de route naar Balk vervolgd. Om 13.00 uur kon ik de verleiding niet weerstaan om de bus terug naar Heerenveen te nemen. Wat gesnurkt in de trein en bij thuiskomst nog even een saunaatje gepikt bij de fitness. Vroeg naar bed; wat was ik moe!

04 januari 2015

Het herstel van de Leuvenumse beek

Hij heeft vele namen dat beekje over de Veluwe, afhankelijk van het plaatsje in de buurt. Ik ken haar vooral als de Leuvenumse beek, misschien wel omdat ik altijd begin of eindig bij de halte Zwarte Boer in Leuvenum. Het gaat vandaag dus over een wandeling bij Hulshorst.
Ab wilde wel eens met eigen ogen zien hoe het herstel van deze vroeger gekanaliseerde beek verliep. “Natuurmonumenten” probeert in samenwerking met het waterschap het grondwaterpeil in deze omgeving te verhogen en de beek zo veel mogelijk haar natuurlijk verloop terug te geven. Dat gebeurt door de beekloop te verleggen; de vroeger recht getrokken delen worden hier en daar weer door middel van stuwen en dammen door de oude bedding getrokken. Zand wordt aangevoerd en door natuurlijke processen in de beek gespoeld zodat de bodem geleidelijk hoger komt te liggen.
Bij de laatste wandelingen in dit gebied heb ik dit herstelproces goed kunnen aanschouwen; vandaag met Ab alle zandmolens in de beek afgelopen. Avontuurlijk als Ab altijd is verlieten we de gebaande wegen en liepen vast in door de grondwaterstijging ondergelopen gebied. Tot onze verrassing kwamen we daar ook een fietser tegen. Maar al improviserend was ik wel de GR kwijt geraakt zodat ik Ab uiteindelijk niet de hele beek heb kunnen laten zien; toen we hem terug hadden gevonden gingen we maar terug.
Ab kende uit zijn jonge jaren nog een natuurgebiedje met de naam “de leemputten”, maar dat hebben we evenmin kunnen vinden. Het was een mooie dag zal ik maar zeggen.
‘s-Avonds nog een wijntje gedronken met Roos. Zij vertrok al vroeg omdat ik de volgende morgen al om 5 uur wilde opstaan. Dat kan zij niet aan, ook al zou ik heel stil zijn opgestaan en had ik haar zeker lekker laten slapen.

03 januari 2015

Ik zou het als vader niet hebben laten gebeuren

Op 6 oktober 1969 trouwde ik met Lien; het leek wel een voorjaarsdag; we trokken in onze "woning" op de Overtoom in Amsterdam. Het was niet meer dan een 'swinters niet te verwarmen zolderkamer met een geïmproviseerd kookhoekje. Voor de verwarming maakten we gebruik van een gaskacheltje en een Aladdin petroleum kachel; beide dus verbrandingsmodules die hun afvalgassen in de woonruimte spuiden. Het was er (gelukkig!) zo tochtig dat we er nooit zijn gestikt of door koolmonoxide zijn omgekomen. Het was er natuurlijk ook vochtig; Lien kreeg last van haar gewrichten. In die tijd studeerde ik nog en moest dan uren achter elkaar in de woonruimte vertoeven. Het was er soms zo koud dat ik met boek en al naar mijn grootmoeder in de Jan Evertsenstraat ging om warm te worden en om te proberen nog wat verder te studeren. We waren er gelukkig, maar het was een rothok zeg ik achteraf.
Maar zomers was het er leuk; we hebben er gelukkig slechts 1 winter hoeven te verblijven en hebben dat overleefd, daarna kregen we ons huis in de Jan Hanzenstraat waar we ontzettend fijn hebben gewoond. Maar ook aan die Overtoom bewaar ik toch wel fijne herinneringen. Als ik dit fotootje zie dan denk ik daar aan. Maar wat ik werkelijk niet begrijp is dat onze vaders het goed hebben gevonden dat we onder dergelijke gevaarlijke omstandigheden wilden gaan wonen. Ik zou me daar in hun plaats als vader heftig tegen verzet hebben!