31 juli 2013

Bosbessen geplukt

De joviale restaurateur van het restaurant
bij station Ommen
Vandaag ben ik naar Ommen geweest om het boek "Brieven aan Olga" van Jan Wolkers op te halen bij boekhandel Boekenlebbert. Lebbert zelf kwam het boek op de fiets bij het station Ommen brengen. We moesten nog even onderhandelen over de prijs. Volgens Lebbert was het slechts 7 euro, maar ik wist zeker dat het voor 11 euro was aangeboden. Hij wilde het afmaken op 10 euro, maar daar ging ik niet mee accoord. Hij bood mij vervolgens een kop koffie aan in het inmiddels bij mij bekende stationsrestaurant. Aldaar staat een bijzonder joviale man die mij al eens zonder morren water heeft gegeven toen ik met lege flesjes van huis was gegaan. De twee kenden elkaar en er ontstond een gezellig onderonsje.
En daarna op weg; over de Archemerberg, de Lemelerberg en door het bosbessengebied. Ik heb, exact drie jaar na zijn overlijden aan Paul Doucet gedacht tijdens het plukken.
Om een Bloggie te kunnen schrijven had ik mijn Groompie meegenomen; daarmee kun je ook off-line teksten schrijven. Maar daar kwam niets van. Het boek van Wolkers intrigeerde mij zodanig dat ik dat liet voorgaan. Telkens als ik een leuk bankje vond dan ging ik verder in het boek; van schrijven kwam niets. Trouwens, ik moest rustig aan doen want ik kon pas na 18.30 uur inchecken. Uiteindelijk kwam ik om 19.00 uur aan op het totaal vernieuwde station van Nijverdal. Toch weer 28 kilometer gedraaid.

30 juli 2013

Oogsttijd is aangebroken; genieten dus!

Met klompen aan, lekker aan het werk in de moestuin.
Hier zit ik uien van loof te ontdoen.
Eigenlijk eten we nu al twee weken uit de moestuin van Theo: sla is er altijd wel evenals snijbiet en tot voor kort ook postelein. Die laatste staat er nog wel maar is wel erg uitgeschoten. Wellicht dat ik het laatste vandaag eens ga plukken.
Het afgelopen weekend zaten we op de Veluwe; we hadden op advies van Huib een "Buitenkans" van de Bilderberggroep genomen en zo zaten we een weekend in Oosterbeek. Schitterende omgeving met sprengen en sprengbeekjes in het gebied tussen de droge/hoge Veluwe en de uiterwaarden. Kenden we niet, maar daar zullen we zeker terug komen. In dat weekend heeft het 'snachts stevig geonweerd, met de nodige regen. Zo ook in de moestuin; gelukkig wel want het was allemaal gortdroog en dat gesjouw met water werden we puur zat.
Sprengenbeek dwaars door het Veluwse landschap. Had
ik eigenlijk nooit eerder zo mooi gezien.
Zaten de sperzieboontjes, door Theo de "haricots verts" genoemd vrijdag al te glunderen, daar waren ze maandagmorgen al stevig uitgegroeid. Dus dat werd oogsten. Ook de courgettes waren aan de groei gegaan met al dat water. We hebben ook de uien geoogst en te drogen gelegd; die moeten niet gaan rotten.
Toen we 'savonds in het overdekte deel van de moestuin wat zaten na te genieten had ik echt dat gevoel van "sprokkelsfeer", dat mooie woord van Jan Wolkers; die lucht van de uien die achter ons lagen te drogen; het gezang van de vogels; het uitzicht op de bonen, de bieten, de sla en de bloemen. Wat heeft de natuur toch veel aspecten!

29 juli 2013

Evi alweer een half jaar oud

Liefhebbende opa met kleindochter op schoot
Arja schreef op haar facebook pagina dat haar de juiste dag was ontschoten o.i.d.; Roos had mij eraan helpen herinneren; ik had er überhaupt niet aan gedacht moet ik bekennen, maar vandaag is onze Evi, mijn kleindochter, een half jaar oud geworden. De hier getoonde foto is van enkele weken geleden; mijn liefhebbende blik moge duidelijk zijn: ik ben dol op m'n kleinkinderen. Jaren geleden had ik mij er al op verheugd en het valt me helemaal niks tegen. Ooit hebben mijn eigen vier kinderen mij gezegd dat ze er zelf ook allemaal vier willen?! Dus er staat me nog wat te wachten har har!
Evi heeft zich ontpopt als een bijzonder levenslustig en vitaal babietje. In het begin zelfs als een ware krachtpatser die, enkele weken (of waren het dagen?) oud al haar koppie wist op te tillen; eerlijk gezegd dacht ik dat het een getruukte foto was, maar waarom zou je. Slechts 1 keer heb ik haar horen huilen en dat was door de telefoon toen ze twee uur oud was; dat mag dan ook wel vind ik.
Ik ben heel benieuwd hoe die kleine kraai zich zal ontwikkelen en hoop er nog lang getuige van te mogen zijn. Het zal niet zo lang meer duren of ik kan damespaard/herenpaard/boerenpaard met haar doen, net als met grote broer Gijs.
Op naar de 1 Evi!

28 juli 2013

Kampioenschappen scheel kijken

Het zal iedere regelmatige gebruiker van het OV zijn opgevallen dat het gebruik van smartphones (die ielepiele apparaatjes waar tieners en twintigers zich mee vermaken) grote vlucht heeft genomen. Je vraagt je gewoon af hoe we het als mensheid 400.000 jaar zonder hebben kunnen doen?! Laatst zat ik in de intercity van Amersfoort naar Deventer. Daar zaten twee toch niet zo heel jonge mannen van begin tot het eind van de reis voortdurend met zo’n apparaatje voor hun neus. Ik had willen vragen wat ze daar zoal mee deden, maar wilde hen natuurlijk niet storen in de ongetwijfeld bijzonder belangrijke werkzaamheden; met een geweldige gedrevenheid waarbij de duim van het grootste belang was werd met de volle aandacht gewerkt. Plotseling verscheen een glimlach op het gezicht van één van hen.

Uiteindelijk kon ik niet anders concluderen dan dat het ging om de kampioenschappen scheel kijken; misschien iets voor het Guiness book of records; wellicht had mijn overbuurman in de trein daarbij gewonnen en moest hij daarom glimlachen.

27 juli 2013

Gekreun van de overkant

Enige tijd voordat ik mijn flatje betrok werd er op het veld voor de flat een verpleeghuis specifiek voor demente bejaarden gerealiseerd; een architectonisch mooi gebouw. Ik heb uitzicht op de huiskamer van de inrichting, waar de mobiele patiënten (of moet ik tegenwoordig "cliënten" zeggen) hun dagen doorbrengen. Het gaat er vredig aan toe; eigenlijk zie ik zelden enige beweging van deze bejaarden; hooguit dat een verplegende door "mijn beeld" loopt.
De laatste dagen is het erg heet; als zonaanbidder breng ik graag wat uurtjes door op mijn zuid-balkon met de koperen ploert als gezelschap. Af en toe een beetje afsponzen met koud water en dan is het goed vol te houden; niet te lang natuurlijk. Nu viel het mij op dat ik af en toe een vreemd geluid hoorde; ik had daar geen aandacht aan besteed; meestal werd het overstemd door kindergeluiden van de basisschool tegenover de flat of door het geluid van het verkeer. Maar nu zat ik gisteren in alle stilte op m'n balkon wat kersen te eten en daar hoorde ik dat geluid weer; achter elkaar een zich voortdurend herhalend geluid; niet regelmatig, maar af en toe en dan soms weer achter elkaar; ik kon het niet thuis brengen.
Nu ben ik niet zo erg scherp van gehoor; mijn oorschelpen zijn nogal klein uitgevallen en steken niet erg uit; misschien esthetisch een wens van velen, maar in de praktijk erg onhandig. Toen ik de kersen op had ben ik eens aandachtig gaan luisteren naar het geluid; met m'n handen achter m'n oren om het beter te kunnen horen. En toen hoorde ik onmiskenbaar het gekreun van een mens; een geluid dat je eigenlijk niet kent, maar wel direct herkent: hier is een mens dat zich absoluut onprettig voelt, schoot door mij heen. Het geluid kwam uit één van de verpleegkamers; het raam stond een beetje open natuurlijk voor de frisse lucht; hard nodig met die benauwdheid vlak na de regenbui.
Ik had erg te doen met zowel de verpleegde als met de verpleging. Wat gaat er nog door zo'n dement brein anders dan de basis-gevoelens van fijn voelen of niet fijn voelen, net als met het nog niet uit-ontwikkelde brein van een baby. Die gaat huilen; verwacht onbewust de zorg van de moeder. Maar zo'n demente bejaarde, even onbewust als een baby heeft niets meer te verwachten dan de mildheid van het einde. En waarom gunnen wij dat als gemeenschap niet als vanzelfsprekend. Laat hen met rust en ze sterven in vrede; er valt toch ook niets meer te verwachten? En is het juist niet de verwachting die de levensvlam aanwakkert?
Die uitzichtloze verpleging verdraagt zich mijns inziens ook niet met de eed van Hippocrates, zoals die door de KNMG werd geherformuleerd.

26 juli 2013

Turks fruit van Jan Wolkers

Bij de wandeling met Huib door Leiden, ik schreef het al in een Bloggie, hebben we een mij voordien onbekend beeldje van Jan Wolkers ontwaard ergens in een plantsoen langs de singel. Naar mijn vermoeden was het van Wolkers, hetgeen werd bevestigd door speurwerk van Huib. In "Turks Fruit", vanouds één van mijn favoriete romans werd aan het tot stand komen van dit beeld gerefereerd zo dacht ik. En dat wilde ik wel eens bevestigd zien. Toevallig had ik mijn e-reader weer terug gevonden en daar had ik alle mij beschikbare boeken van Wolkers op geladen, dus ook Turks Fruit. Dat had ik in geen jaren gelezen, misschien wel 20 jaar geleden voor het laatst. Maar ik ken het boek zo goed als dat ik de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach ken. De elkaar opvolgende scenes, de hele structuur van het boek: fantastisch. En daar doorheen spelen dan de beelden die velen kennen uit de film die naar het boek is gemaakt en uit het fotoboek van Wolkers: "Werkkleding".
Gistermiddag ben ik weer begonnen met het boek ter hand te nemen en zojuist, 9.00 uur heb ik het "dicht kunnen slaan", voor zover je deze beeldspraak kunt gebruiken bij een e-reader.
In deze fase van mijn leven vraag ik mij af wat me zo aantrekt in dit boek; is het de erotiek? nee, hoewel zeer "gezellig" beschreven, daar gaat het niet om. Het is de enorme vitaliteit die natuurlijk met de erotiek samenhangt, maar vooral dat non-materialistische genieten dat in dit boek wordt uitgeschreeuwd. Het mooiste vind ik de scene waarin wordt beschreven hoe Olga met tranende ogen uitjes zit te ontvellen voor de "wintervoorraad". Het woord "sprokkelsfeer" werd hier in mijn beleving voor het eerst gemunt; ik voel me in die bewoording vaak zo thuis.
Het was voor het eerst sinds Jans' verscheiden dat ik het boek weer heb gelezen dankzij de "ontdekking" van het beeldje "Moeder met kind", in het boek overigens "Moedergeluk" genoemd. Vorige jaar heb ik een ander in het boek genoemd beeldje opnieuw opgezocht bij het gebouw van het CLB in Amsterdam. Wolkers heb ik altijd van afstand bewonderd. September 1969 heb ik hem een keer bij toeval ontmoet bij de slager in de Koog, Texel, waar we toen met Bram en Marijke op vakantie waren; toen was ik al een bewonderaar van zijn boeken en kende ik al één van zijn beelden: "Leda en de zwaan", op de brug van Zaandam. In 1969, zo las ik, heeft hij op Texel aan Turks Fruit gewerkt; ongetwijfeld was hij er tijdens die ontmoeting wel mee doende.
Maar gisteren heb ik ook ontdekt dat de brieven die tussen Jan en Olga, die in werkelijkheid overigens Annemarie Nauta blijkt te heten, het afgelopen decennium ook in boekvorm zijn verschenen. En dat boekje heb ik gisteren via www.boekwinkeltjes.com besteld. Ik ga het woensdag ophalen in Ommen. Ben ontzettend nieuwsgierig naar de werkelijkheid achter deze roman.

25 juli 2013

Een typisch geval van misplaatste framing

"Nergens sloeg de stemming zo radicaal om", zo ronkt de NRC op vrijdag 19 juli. "Nederlanders consumeren weer minder", zo begint het artikel. En dat komt natuurlijk allemaal door "de crisis".
"Van een betrekkelijk zorgeloos volk zijn we een land van tobbers geworden", zo gaat het gelul verder. "Onzeker over de waarde van ons huis, de hoogte van ons pensioen, de dekking van het basispakket van de zorgverzekering".
Eerlijk gezegd hoor ik nooit iemand over deze items; het is voer voor de journalisten die de onrust en de onzekerheid onder de mensen willen stimuleren. We zijn een steenrijk volk dat terecht is gekomen in "een economie van het te veel". Ga maar eens naar één van die Balkan landen; dan voel je meteen hoe rijk wij NLers zijn.
Premier Rutte zou de wens hebben uitgesproken dat de mensen een nieuwe auto kopen om de economie te stimuleren?! Als hier bij mij voor de deur de basis school gaat beginnen, dan is het een komen en gaan van auto's waaruit kinderen worden gespuwd. Ik vernam dat de verkeersexamens onder (fietsende) kinderen niet meer kunnen worden afgenomen omdat er kinderen zijn die niet kunnen fietsen omdat ze geen fiets hebben. En dat niet door de crisis, nee, omdat pa en moe hen altijd met de auto naar school brengen; hoezo crisis?
En als je bij AH die karren vol met frisdranken en andere rotzooi uit de voedingsindustrie voor de kassa's ziet staan vraag je je ook wel af waar die crisis dan wel bestaat. Letterlijk ziek word je van die zooi, net als van het te weinig bewegen door die stink auto's. Maar daar hebben we het medisch industrieel complex voor! Gut gut, wat hebben we het toch slecht.
Natuurlijk zijn er mensen die door de afnemende werkgelegenheid in grote problemen zijn terecht gekomen. Gescheiden, huis niet kwijt kunnen, baan kwijt; zo'n opeenhoping van grote problemen is vreselijk en heeft uiteraard zware repercussies op de kwaliteit van het bestaan. Die mensen zijn in een zware persoonlijke crisis terecht gekomen. Maar van een ernstige bestaanscrisis op het niveau van de totale NLse bevolking is geen sprake. We zijn terecht gekomen in een economie van het genoeg, van het te veel zelfs. En daarom wordt er minder gekocht. En de media doen er graag een schepje bovenop om hun eigen verkoopcijfers te verhogen; sensatie verkoopt goed!
Crisis-praatjes? puur framing. Analyseer liever de totaal situatie.

24 juli 2013

Beeld van Jan Wolkers in Leiden

Beeld van Moeder en Kind
(Jan WOlkers 1958)
Vorige week heb ik met Huib gewandeld van Leiden naar Alphen aan de Rijn; een wandeling door het groene hart. Huib weet altijd weer een fijne wandeling te bedenken; hij trekt tracks (leuke woordspeling, al zeg ik het zelf har har) van Internet en laadt deze op de GPS; werkt nog beter dan de wandelboekjes waarmee ik het meestal doe (vooral omdat ik zo onhandig ben met tracks en de GPS helaas).
Zo liepen we door Leiden; over de wallen van de oude stad; onderweg een ontzettend leuke plek waar we koffie hebben gedronken. Eigenlijk stopten we daar omdat ik nog wat van mijn ochtendthee kwijt moest, maar ik stelde voor om aldaar een bakkie te doen met een stuk appeltaart. "Geen straf" vonden wij beiden. Even verderop werd ik getroffen door een prachtig brons: "dat is vast van Jan Wolkers", zei ik tegen Huib en we gingen even kijken. Nergens aan het beeld, noch de sokkel was te zien wie de schepper van dit fraais was.
De volgende morgen kreeg ik een mailtje van de altijd attente Huib: Chapeau, het beeld is inderdaad van Wolkers, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_beelden_in_Leiden en zoek naar 'Plantsoen'. Het resultaat ziet u hiernaast. Als ik me goed herinner wordt aan de creatie van dit beeld gerefereerd in de liefdesroman "Turks fruit". Olga moest niets weten van een baby; zal ik nog eens opsnorren; prachtig boek.

23 juli 2013

Een actief dagje

Na de enorme wandeling van gisteren kwam ik vanmorgen wat stram m'n bed uit. Lekker op het koele balkon thee gedronken en een boterham gegeten. Toen naar de tuin; controleren, water geven, nog een bonenplantje in de grond zetten dat het toch nog gered had om uit te groeien in het kweekpotje. De tuin is gortdroog, maar voor morgenavond is gelukkig regen voorspeld. Vervolgens koffie gedronken bij Roos en daarna naar de sportschool om wat aan de armspieren te doen en lekker in het zonnetje te liggen na sauna bezoek. En daarna een Doldertje gelopen, d.w.z. met de trein naar Den Dolder en dan via de Lage Vuursche terug naar het station gelopen. Dat was weer 18 kilometer; na die 34 van gisteren had ik heel moeie benen. Morgen maar even heel rustig aan doen.
En 'savonds kwam Hugo langs om te eten en over z'n vakantie te praten. Gelukkig had ik nog wat bonenzooi met pompoen in de vriezer staan en dat heeft hij keurig in z'n balg gepropt; heb ik weer wat meer ruimte in de vriezer voor bonen uit de tuin straks. En passant bleek uit Facebook dat Marjorie een job heeft weten te scoren! Fantastisch!
Hugo heeft vervolgens onze twee laptops zodanig met elkaar verbonden dat we nu "Eindeloos Bridge" kunnen spelen met elkaar in een netwerk. En daar hebben we ons tot 00.00 uur mee onledig gehouden. Ik kon me maar moeilijk concentreren; zal wel door de vermoeidheid komen. 

22 juli 2013

Een stevige wandeling over de Veluwe

Lunch bij de "Zwarte Boer" in Leuvenum
Die stoere Roos wilde wel mee. Als het zo heet is dan vind ik niets zo fijn als door de snoeihitte te wandelen. En dan is de Veluwe natuurlijk uitermate geschikt. Dat werd daarom vanaf Putten, bushalte Mooi Veluwe naar Nunspeet, via Drie, Speuld, Staverden, Leuvenum en dan over het Hulshorster zand. We hadden beiden 1,5 liter water bij ons en ik had een thermosfles met een liter koffie. Om 9.00 uur met de trein naar Putten en dan met de bus. Om 10.00 uur waren we op de startplek bij hotel Mooi Veluwe.
We liepen lekker snel en zo tegen 13.30 uur waren we in Leuvenum, hotel restaurant "De Zwarte Boer". Het was een jaar dicht geweest en nu helemaal verbouwd door de nieuwe eigenaar; dat is de zelfde eigenaar als van het Boshuis in de wereldstad Drie. Het zag er mooi uit. De oude gelagkamer was gelukkig intact gebleven en ook de oude advertentie van Natuurmonumenten met de ekster hing er weer.
We werden verwelkomd met een glaasje koud (leiding)water met een ijsklontje; kom daar ergens anders maar eens om?! We hebben er gezellig gegeten; kop heerlijke kerriesoep en daarna nog een broodje kroket resp. een broodje geitenkaas met honing en walnoten; de dame van de bediening heeft nog een foto van ons gemaakt. Flessen water bijgevuld en daar gingen we weer verder. De puf was er wel een beetje uit; we zaten al op 17 kilometer en we waren nog maar op de helft.
Verder langs de Leuvenumse beek, prachtig gerestaureerd beekdal. Af en toe m'n pet in het water voor de afkoeling en tot slot over het snoeihete Hulshorster zand naar Nunspeet gesjokt. We haalden keurig precies de trein van 18.41 omdat deze 5 minuten was vertraagd.
Ik kon nog boodschappen doen bij AH. Bakje yoghurt met aardbeien was genoeg om de niet aanwezige honger te stillen. Nog even dit Bloggie schrijven en dan heb ik het helemaal gehad voor vandaag. 34 kilometer, nog meer dus dan die keer met Ab. En dat in ongeveer 8.30 uur gelopen inclusief rustpauzes; dat is best snel; 4 kilometer per uur ( en dat voor twee 60-plussers har har).

21 juli 2013

Toch vlinders in NL

Wat een opluchting; bij mij voor de flat is een fors perk met allemaal bloeiend spul, waaronder de bekende vlinderstruik. Maar ...... geen vlinder te zien. Nu valt het nooit zo op als je iets niet ziet, tenzij je er op gefixeerd bent zoals ik de laatste tijd met insecten. De afgelopen dagen, met dat zonnige weer heb ik geen vlinder gezien hier op de bloemen.
Maar gisteren, we waren met Ab en Dick vD aan het wandelen en (verre)kijken op het Fochteloeërveen in Drenthe. En daar zagen we tal van vlinders, waaronder het vrij zeldzame veenhooibeestje, een vlinder. Dikkopjes en koevinkjes herinner ik mij nog, maar nog tal van andere vlinders. Ik voelde opluchting want ik vreesde het ergste voor de vlinderpopulatie in NL. Ook in entomologische berichten, het verenigingsblad van de NEV staan toch vaak alarmerende berichten waar het vlinders in ons land betreft.
Roos met de rattenslang om haar nek
We zagen ook een slangenarend met prooi in de klauwen en aan de kant van de weg het stoffelijk overschot van een onvoorzichtig overgestoken gladde slang; zonde zo'n mooi reptiel.
Een bijzonder fraai reptiel hadden we overigens al mogen aanschouwen bij Dick thuis. Dick is fervent amateur herpetoloog (deskundige op het gebied van reptielen); vorig jaar ben ik met hem mee geweest naar het Hijkerveld om adders te inventariseren en ook om open plekken te maken voor zandhagedissen. Maar Dick heeft ook een tweetal rattenslangen; prachtig gekleurde, rustige dieren die geen mens kwaad doen. Roos durfde er zelfs eentje om haar nek te draperen! 

20 juli 2013

Dat is toch geen ontbijt?!

Een poosje geleden, op het station Utrecht CS, in de ochtendspits werd ik aangesproken door een colporteur met pakjes van het één of ander:"wilt u een ontbijt meneer?" Ik keek verbaasd naar het pakje; een kartonnen pakje, met een vrolijke tekening erop. Verontwaardigd reageerde ik:"dat is toch geen ontbijt!" Kennelijk volstrekt obsoleet mijnerzijds. De trouwe lezers van dit Blog weten natuurlijk dat ik al sinds jaar en dag zelf mijn brood bak; eerlijk gezegd vind ik brood van de bakker om de hoek, laat staan van de supermarkt, helemaal niet lekker. Veel te zacht; goed om als visdeeg aan je haakje te dienen. Wel het brood van de reformwinkel, maar vooral wat ik zelf maak, van volkorenmeel uit Groningen.
Maar nu hoorde ik vandaag van een voormalig bakker die gestopt was vanwege sterk terug lopende omzetten, dat brood "uit" begint te raken. In plaats daarvan "eten" veel mensen inderdaad zo'n drinkontbijt van de voedingsindustrie. Ik betwijfel sterk of dat erg gezond is. Eerlijk gezegd vind ik het op de markt brengen van dit soort producten ronduit misdadig, net als sigarettenverkoop.

19 juli 2013

Ossewit op Kos

Terwijl ik de kippenvleugeltjes voor morgen sta te bakken moet ik plotseling aan Kos denken. Ook daar zijn we nog geweest deze zomer. Van alle zes m'n Europese uitstapjes dit jaar eigenlijk wel de minst interessante; daarom heb ik er geen Bloggie aan gewijd; het enige dat ik ervan heb overgehouden is dat ik m'n vlees heel ouderwets in rundvet bak. Daar zit natuurlijk (weer) een verhaal achter.
In 1977 was ik al een keer met Lien op Kos; leuke vakantie, m'n eerste vliegervaring; gezellige restaurantjes waar je lekker gebakken inktvis kon eten. Gezellige hoofdstad. Ik wilde daar nog wel eens terug. En dat viel toch tegen; allemaal van die toeristenvreettenten met allemaal de zelfde menu's met toeristenvoer; nergens ouderwets gebakken inktvis of van die andere Griekse gerechten.
We zaten in een appartement met een kookvoorziening; vlakbij het hotel zat een uitstekende slager en een groentenman hadden we ook snel gevonden. Bij die slager kochten we de ene dag varkenskarbonades en de andere dag lamskarbonades; de hele week door. Bakken deed ik in een stuk uitgebakken rundvet dat ik van de slager had gekregen. We hebben heerlijk gegeten die hele week met een zelfgemaakte Griekse salade met originele feta.
En slagerij van Loo verkoopt (uiteraard) ook uitgebakken rundvet; sinds die tijd bak ik m'n vlees in rundvet (of in varkensreuzel) in plaats van in de boter. Mag helemaal niet volgens de moderne voedingsdeskundigen, maar mijn voorouders hebben dat ook eeuwen lang gedaan, dus zo slecht zal het niet zijn (har har). Wordt waarschijnlijk minder aan verdiend door de voedingsindustrie, vandaar.

18 juli 2013

Daar blijven ze dus

Eerder schreef ik al over al die communicatie wetenschappers die per jaar afstuderen. En dan vraag je je natuurlijk ook af waar die allemaal blijven. Nou dat wordt me zo langzamerhand wel duidelijk. In toenemende mate krijg ik van die onzin blaadjes van allerlei organisaties in m'n, overigens steeds leger wordende brievenbus. Niet alleen van die aansporingen om toch vooral een aansluiting te nemen en een provider voor de glaskabel; ook de banken waarbij ik een rekening heb lopen, m'n pensioenfonds, staatsbosbeheer waar ik vrijwilligerswerk doe. Zo langzamerhand kom ik om in dat papierwerk. En allemaal van die semi-enthousiaste verhalen van betrokkenen. Wat interesseert me dat nou: "dat is werk van die afdelingen communicatie", dacht ik bij me zelf, "bevolkt met al die duizenden communicatie deskundigen". Wanneer houdt die onzin op.
Het effect is dat ik al die blaadjes weg donder samen met de buurtblaadjes en de ondanks m'n ja/nee sticker verkregen reclameblaadjes.

17 juli 2013

Messor bij de sportschool

Duidelijk zie je de "paden" die door de miljoenen
pootjes ontstonden in het struweel
In de subtropische landelijke gebieden zoals Andalucië, maar ook in Macedonië vind je de Messor mieren. Grote kolonies van (gras)zaad verzamelende mieren. Relatief grote wegen leggen deze enorme kolonies aan met hun miljoenen pootbeweginkjes van en naar de velden met zaad en de kolonie. Rondom de kolonie, die er overigens uitziet als een simpel gat in de grond, liggen grote hoeveelheden kaf, de restanten van de graszaden.
De Messor kolonie leeft van de graszaadkorrels, het zijn zaadmieren. Binnen de klasse der werksters heb je een zekere specialisatie die tot uiting komt in de bouw. Alle werksters zijn tijdens "de oogst" betrokken bij het binnen halen van het zaad. Maar onder de grond worden de zaden ontdaan van het kaf, dat vervolgens weer naar buiten wordt getransporteerd en vervolgens fijn gekauwd. Dit zware karwei wordt geklaard door werksters met enorme kaken. Ze zien er in vergelijking tot de andere werksters wat "stoer" uit; een enorme kop met enorme kaken (relatief natuurlijk). De kleintjes zorgen voor het broed, schoon houden van de kolonie en de koningin.
Een merkwaardoge gedachten-associatie had ik deze week in de sportschool. Je ziet daar opvallend veel jonge mannen die zich louter concentreren op de musculatuur van het bovenlichaam; schouders, borstspieren en vooral de biceps en triceps worden eindeloos met gewichten getraind zodat deze enorm groeien. Daarentegen wordt het onderlichaam niet zo intensief meegenomen. De benen van deze jonge mannen zijn vaak nogal dun uitgevallen, waarschijnlijk omdat ze in hun jonge jaren in de buggy hebben gezeten en veel achterin de auto hebben vertoefd. Allemaal een beetje buiten-proportioneel, net als die Messor werksters met die enorme kaken.

16 juli 2013

Een kerkje uit de zesde eeuw

Mozaïek van het vroeg-christelijk symbool:
twee vissen
We waren er al naar op zoek geweest: bij het meer van Ohrid, Macedonië, liggen de restanten van een kerkje van voor de middeleeuwen; uit de zesde eeuw, dus eigenlijk vlak na het van de grond komen van het christendom. De ruïne hadden we al gezien; die ligt daar gewoon open en bloot, voor iedereen toegankelijk. Nou ja, voor iedereen? Je moet er stevig voor klimmen; de moderne toerist is daar niet zo toe bereid; de eerste keer zagen we daar dan ook helemaal niemand. De op het plakkaat aangekondigde mozaïeken konden we toen niet vinden.
De tweede keer echter (we kwamen te voet vanuit ons hotel richting Ohrid en passeerden de ruïne opnieuw) ontmoetten we twee macedonische heren. Eén van hen sprak redelijk engels; hij vertelde ons over de kruiden die hij aan het verzamelen waren. Hij had een stok bij zich om de slangen weg te jagen. Wij hebben overigens in die hele week in de natuur geen slang gezien (dacht ik). Hij vroeg ons ook of we de antieke kerkruïne hadden bezocht met de mozaïeken. Tot ons groot genoegen wist hij wel waar deze zich bevonden; ze waren afgedekt met een laagje zand ter bescherming. Hij liet ons een afbeelding zien van het teken van het christendom in die allereerste eeuwen: twee vissen. We waren behoorlijk onder de indruk!

15 juli 2013

Lekker warm water in de oceaan

Van de goed geïnformeerde heer van de Tourist Information op de Azoren hadden we vernomen dat er een natuurlijk warm water bad was ergens bij de kust. Je kon daar het best heen gaan wanneer het eb was met opkomend water.
Wij consulteerden een plaatselijke krant en zagen dat we eigenlijk slechts één mogelijkheid hadden en dat was op de laatste dag voor ons vertrek, de zondag; in de ochtend was het dan eb. Dus wij met de bus naar de dichtstbijzijnde bushalte in de één of andere wereldplaats die me even niet te binnen wil schieten en van daaruit nog een uurtje lopen. Ponta da Ferraria.
Het lag diep beneden aan de zee uiteraard; we konden het al zien liggen; een vrij steil pad naar beneden bracht ons ter plekke.
Was ook weer prima verzorgd en (uiteraard?) gratis. Met toilet, douchevoorziening, kleedruimtes en de mogelijkheid om iets te gebruiken en afgezien van de gebruikte consumptie weer gratis; echt heel bijzonder hoor. Een riant bad, natuurlijk temidden van lavasteen, maar voorzien van een zwembadtrapje. Roos waagde zich erin; heerlijk warm water; de opkomende vloed zorgde voor kouder water; het mengsel voelde heel bijzonder aan aldus Roos. Ik heb me er niet aan gewaagd; mijn voeten zijn zo gevoelig op steentjes dat ik het wel goed vond. Maar later had ik toch wel spijt; het is natuurlijk wel een heel bijzondere ervaring zoiets.
Van een fransman hoorde ik dat het bij echte eb gewoon te heet is om in te zwemmen; het was nu eigenlijk optimaal. Nou Roos heeft er van genoten! Van ons beider foto-toestellen waren op deze laatste dag de batterijen leeg; we hebben dus helaas geen foto's. Ik zal eens kijken of ik wat op internet kan vinden.

14 juli 2013

Gijs was here!

Pfff, even op de bank gelegen voordat ik deze Blog kon schrijven. Wat een heerlijk weekend was dat, maar ik was er wel moe van?!
Achterop de fiets bij opa
Arja was hier met haar twee kiddo's, mijn twee kleinkinderen dus: Gijs van 2 en een half jaar en Evi van bijna 6 maanden. Ik had hun gisteren opgehaald bij Suus, vriendin van Arja, hier in de buurt. "Opa boekje" werd ik begroet door Gijs. Hij praat inmiddels uitstekend; opnieuw verbazing van mijn kant over hoe snel dat toch gaat. Achterop m'n fiets, beentjes in de zijtassen; Arja met de kinderwagen, beladen met allerlei tassen en het logeerbedje op naar de kipjes bij zoon/broer Peter. Kipjes bekeken, in de vingers laten pikken, eitjes rapen, broedse kip aaien; reuze spannend allemaal. Nog even met Tycho gesproken en toen door naar het huis van Roos. Onderweg nog even langs de moestuin via Theo M. en natuurlijk als trotse opa dochter en kleinkinderen voorgesteld. Bij Roos kopje thee gedronken; Gijs liep door het hoge gras in de tuin; Evi ging lekker eten en kreeg een verschoning. Kneuterig hoor die kleintjes. En toen weer verder op opa's fiets naar de flat.
Wat was dat leuk zo met de grote Gijs; spelen met water in de gootsteen (deed me aan m'n eigen kleuterjaren denken bij m'n grootmoeder in de Kinkerstraat met palingkoppies in een waterglas). Hij bleef aardbeien eten. Daarna lekker smullen van de zelf gebakken patatjes, de kindertjessla volgens oud recept van de Hoflaan, gebakken kippenvleugels en zelfgekookte vla voor toe. Haas voor Roos en mij en een entrecote voor Arja. Ik had me behoorlijk uitgesloofd.
Patatjes gebakken: verzoeknummer
Gijs kon van de opwinding niet slapen, maar op verzoek van Arja kreeg ik hem rustig en viel hij in slaap.
Aan de koffie en de borrel. Peter en z'n meisje kwamen ook nog even langs. Arja viel om van de slaap en wij gingen naar "de overkant" om te slapen.
Vanmorgen werd ik om 8.00 precies geSMS't: Gijs vraagt: "waar is opa boekje nou"? Dus ik snel naar de flat. Arja kroop er nog even in; een jonge moeder kan wel wat slaap gebruiken.
Gijs lustte mijn zelf-gebakken, wat erg stevig uitgevallen volkorenbrood met appelstroop. Wat kan dat joch lekker eten. Appelstroop aan m'n stoel gesmeerd, zwaar verkouden, niezend met grote snottebellen. Gelukkig had ik volop zakdoekjes om z'n neus te vegen. Af en toe lag het snot op de vloerbedekking. ś Middags naar het bos; weer op opa's fiets achterop. En daar natuurlijk hollen totdat het hem te veel werd.
Op de schouders. Roos met Evi in de wagen
Tja, dan maar op de schouders. Evi nog verschoond ergens middenop het wandelpad. En toen weer naar de flat; alles weer naar boven gesjouwd, nog wat gegeten en gedronken en toen weer alles naar beneden gesjouwd want ze gingen weer naar Den Haag terug. Precies op tijd voor de bus en toen weer met z'n tweetjes naar huis om na te puffen.
Ik zag iets onder de tafel in de zithoek zitten: een stukje brood met pindakaas aan de tafel geplakt. Ik moest zo lachen; "Gijs was here" zei ik tegen Roos en maakte er een foto van. Heerlijk weekend geweest! Voor herhaling vatbaar, maar nu ff bijkomen har har.

13 juli 2013

De kosten van de gezondheidszorg

Vanmorgen maakte Roos me attent op een artikel in de NRC; de kosten van de gezondheidszorg waren voor het eerst (u leest het goed: voor het eerst!) gedaald. En hoe kwam dat? U zult natuurlijk denken dat dit kwam omdat de mensen gezonder zijn gaan leven en daarom minder gebruik van de voorzieningen maken. Maar niets van dit alles; er zijn poliklinieken gesloten en door de crisis is men bang de baan kwijt te raken, aldus "deskundigen".
In het verleden is er een multi-nationaal onderzoek gedaan naar de kosten in de gezondheidszorg. Helaas kan ik geen verwijzing geven, maar ik heb ongeveer 20 jaar geleden het artikel of een commentaar op dit artikel gelezen; het frappeerde me uitzonderlijk. Tal van parameters werden toen gemeten in de meest uiteen lopende landen; naast de kosten van die zorg ook de levensverwachting, levenskwaliteit, gezondheid van de bevolking en dergelijke. Met statistische modellen werden relaties opgespoord tussen al die verschillende parameters uit al die landen. En merkwaardig genoeg konden nauwelijks relaties worden gevonden met de kosten van de zorg anders dan:
a. Het aantal medisch specialisten;
b. Het bruto Nationaal product van een land.
Dus hoe rijker een land, hoe hoger de kosten van de zorg en hoe meer medisch specialisten werkzaam waren in een land, het zelfde verhaal; tja, die willen ook allemaal een (dikke) boterham verdienen en bepalen natuurlijk zelf hoe de patiënt behandeld "moet" worden. De levenskwaliteit en de gezondheid van de bevolking hadden merkwaardig genoeg geen enkele relatie met die kosten. Ik weet nog hoe onthutst ik was toen ik die conclusies las; zoals vrijwel iedereen was ik er destijds van overtuigd dat het steeds kostbaar wordende medisch industrieel complex gezondheid toevoegde aan de bevolking. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn; er worden wellicht meer ziekte-jaren toegevoegd aan de levensverwachting. Nou ja, wat iedereen daarvan vindt laat ik onbecommentarieerd.
Een navrante conclusie is dan ook dat een adequate manier om de kosten van de gezondheidszorg te verlagen is het sluiten van een aantal medische faculteiten zodat er minder medisch specialisten op de markt kunnen komen. Het sluiten van die poliklinieken, zoals genoemd in het artikel van de NRC is daarmee geheel in lijn!
Voor de gezondheid van de mensen maakt het geen verschil; een verstandige levensstijl van matigheid: gezond eten, niet roken, veel beweging en je niet te druk maken, haalt wellicht meer uit en schenkt daarnaast ook veel levensgenoegen.

12 juli 2013

Hoe klein is de wereld

Het kratermeer van Sete cidades
In een eerdere Blog schreef ik dat we met drie uur vertraging vertrokken uit Schiphol en derhalve ook drie uur later dan gepland aankwamen op het vliegveld Johannes Paulus II van Punta Delgada. Wij hadden slechts handbagage en zaten daarom als eersten in het busje dat ons naar het hotel zou brengen. Maar één van onze medereizigers had pech; zijn koffer was niet aangekomen. Hij bleef er nogal rustig onder; ik zag dat hij helemaal geen handbagage bij zich had. Dat is niet echt handig want in dit soort situaties is het toch fijn als je over een minimum aan toilet artikelen kunt beschikken zoals een tandenborstel en schoon ondergoed. Maar de verwachting was dat de bagage de volgende dag wel zou aankomen.
Dat was dus de dinsdag dat wij onze wandeling in Maia maakten. Na het restaurantbezoek kwamen we aan in het hotel en daar zat de pechvogel; de koffer was helemaal niet aangekomen en zou, naar later bleek, die week helemaal niet aankomen. Hij zat met z'n vriendin in de voorzaal van het hotel een wijntje te drinken en we raakten in gesprek. Nog twee flesjes wijn erbij en we hebben lekker met z'n viertjes zitten tetteren. Hij heette Piet F. en kwam uit Emmen; we kwamen er al snel achter dat we een gezamenlijke kennis, Luuk hadden in Sleen en ook dat hij een bekende was van café Moorman te Erm. Hoe klein is de wereld.
We zouden de volgende dag de wandeling naar Sete cidades gaan maken, edoch het glaasje teveel en de kleine uurtjes tot welke we hadden zitten doorpraten weerhielden ons daarvan. En toen zijn we lekker met de boot walvissen gaan kijken. Die excursie begon pas om 14.00 uur en dat haalden we wel!

11 juli 2013

Dìt hebben we gemist op de Azoren

Ingegraven kookpotten voor de picknick van de
Azorianen. Furnas, centrum van vulkanisme
In mijn leven heb ik (gelukkig!) slechts één keer de trillingen van een aardbeving gevoeld; er stortte een ondergrondse mijn, in de buurt van Roermond in; dat kon je in het hele land voelen. Dat is in vulkanische gebieden zoals Nieuw Zeeland, maar ook op de Azoren wel anders. Toen ik in 2011 een rondreis in Nieuw Zeeland heb gemaakt, samen met m'n goede vriend Peter C. was er een zware aardbeving in Christchurch; daar hebben wij als reisgezelschap overigens niets van gevoeld. In die zelfde weken werd ook Japan getroffen door een zware aardbeving, gevolgd door de alles vernietigende Tsunami. Ook daar hebben we niets van gemerkt, afgezien van een nacht op de "berg" van Mana eiland (Fiji) waar we toen vertoefden; de tsunami was bij aankomst niet meer dan enkele centimeters hoog en vermocht ons niet te bedreigen.
Gelukkig hebben we op de Azoren niets van dat alles meegemaakt. Wat we wel hebben kunnen aanschouwen waren de vulkanische verschijnselen: warm water bronnen, hete plekken waar men zelfs kookpotten in kon zetten (zie foto), vreemd gekleurde plekken met blurrende gassen, dampende gaten met kokend water; allemaal net zo imposant als in Nieuw Zeeland. Daar waren hele parken aangelegd rondom dit soort natuurverschijnselen, met de hele toeristenkermis eromheen; ontvangst hallen met souvenirs en natuurlijk de onvermijdelijke toegangshekken met navenant hoge toegangsprijzen.
En vooral dat laatste hebben we zo gemist op de Azoren: nergens entree kosten voor al dit moois. Al die prachtige vulkanische verschijnselen kon je zomaar bewonderen; we stonden er in ons eentje naar te kijken, te fotograferen en vooral te genieten.
IJsland heeft ook dit vulkanisme met hoge geisers net als in het Yellowstone park in de VS. Je hoeft echt niet naar de andere kant van de wereld om dit schoons te kunnen aanschouwen; gewoon hier even verderop in Europa. 

10 juli 2013

Potvissen en dolfijnen


Karakteristiek beeld van de duikende potvis; staart
ten afscheid opgestoken naar de kijkers.
We verbleven in de hoofdstad van de Azoren, Ponta Delgada op het eiland Sao Miguel. We zijn niet veel verder gekomen dan het centrum van het stadje; gezellige terrasjes, goede (vis)restaurants, karakteristiek geplaveide straten. Uit de map die we van de Arke hostess hadden gekregen konden we opmaken welke excursies er waren. Dat is een prima insteek om je bestemmingen te kiezen. Uiteraard maakten we geen gebruik van de (peperdure) excursies maar gingen we met de bus naar die plekken toe en vonden zelf onze weg.
Zo ook de Atlantische oceaan op om dolfijnen en walvissen te gaan bekijken; verplicht onderdeel van een vakantie op de Azoren. Terwijl we over de boulevard bij de haven liepen te flaneren, bekeken we en bevroegen we de verschillende ondernemers die een Whale tour aanboden. Ons oog viel al snel op de boot van de organisatie Mobydick tours. Prachtige, stevige en stabiele boot die in vroeger jaren werd gebruikt in het personenverkeer naar de andere eilanden van de AzorenDeze boot is indertijd in de Azoren zelf vervaardigd van het hout van de imposante woudreuzen die we op de vulkaanhellingen hebben zien staan, aldus vertelde de kapitein; het volledig houten interieur is dan ook prachtig
De kapitein is terecht trots op z'n schip en vertelde ons dat het hem om het plezier van de gasten ging; als er walvissen waren gespot (vanaf de kust door z'n zoon op de zelfde manier als in vroeger jaren werd gedaan voor de walvisvangst, vanaf bepaalde uitkijkpunten) dan ging hij er achteraan net zo lang totdat de passagiers ze ook daadwerkelijk hadden gezien. Dan kon de excursie dus behoorlijk uitlopen. Garantie kon hij niet geven, maar als de passagiers ontevreden waren dan gaf hij het geld terug. En hij was al zo veel goedkoper dan de andere ondernemers (dat hadden we tot onze verbazing ook al vastgesteld; en dat terwijl hij de mooiste boot had).
De captain voor zijn comfortabele schip
De captain stond voortdurend druk te telefoneren met de waarnemer(s) aan wal om de juiste plek te vinden om de walvissen te kunnen "spotten".
Wij hebben een kostelijke middag gehad op die grote oceaan; spelende dolfijnen in de boeggolf en uiteindelijk ook potvissen! En niet eentje maar zeker vijf stuks; de captain wist ze steeds perfect te vinden mede dankzij de waarnemers aan wal en de waarnemer op het dak van de boot. Ik was vooral onder de indruk van het geluid van het uitademen; je hoorde als het ware de enorme borstholte resoneren; prachtig om te horen van zo vlakbij. Dus volledig voldaan kwamen we weer aan in de haven. We vroegen de captain, José Fernando of hij wilde poseren voor het schip. Hij voldeed graag aan het verzoek. Dus gaat u naar de Azoren, boek in ieder geval bij Moby Dick tours. U kunt het prachtige schip overdag zien liggen. De excursie gaat om 14.00 uur van wal. De 35 eurootjes zijn het meer dan waard.

09 juli 2013

Azoren, de broedplaats van ons weer

Even genieten van de omgeving tijdens de wandeling
Eerlijk gezegd had ik geen idee over de Azoren; ik wist niet eens waar ze zich bevonden; ik dacht ergens in de buurt van IJsland. Het enige dat ik er van wist betreft het weerbericht: "een depressie boven de Azoren", of "een hogedrukgebied boven de Azoren". Naar ik nu begrijp vormt het weer boven de Azoren een indicatie voor het te verwachten weer in de rest van Europa.
Toen wij er afgelopen week waren was het vrijwel dagelijks geheel bewolkt, zonder regen. Het was er niet Portugees warm, misschien een graad of 23, maar als de zon doorbrak dan werd het heerlijk Méditerraan warm.
De Azoren bestaan uit een tiental eilanden, gevormd door vulkanen, middenin de Atlantische oceaan op een uurtje vliegen westelijk van Portugal. Ruige hoogtes, vruchtbare weiden en landbouwgebieden, vulkanische verschijnselen, prima restaurants en een prettige temperatuur maken het tot een leuke vakantiebestemming. We hebben een prima week gehad.
We kwamen maandagnacht aan om half drie lokale tijd. De volgende morgen vroeg naar de Tourist Information waar we beter werden geholpen dan we ooit hadden meegemaakt. In perfect Engels werden we te woord gestaan door een meneer die alles wist van de bestaande wandelingen alsmede van het (prima, naar later bleek) OV.
Met de bus van 11.00 uur gingen we op weg naar Maia, leuk plaatsje, mooie wandeling langs de steile kust over een zelfs voor mij niet te eng pad. Heen en weer gelopen naar Lomba de Maia. Onderweg oude watermolens gezien, onbekende vogels gespot en genoten van de omgeving. 's-Avonds heerlijk vis gegeten in restaurant Alliança in Punto Delgado. 

08 juli 2013

Op reis zonder Michael

Omdat we drie uur vertraging hadden naar de Azoren
kregen we een voucher voor een gratis consumptie;
waarde 2,50 euro. Zelfs de goedkoopste consumptie
op Schiphol kostte meer (har har).
Vandaag, 8 juli zijn we terug van voorlopig onze laatste vakantietrip; tijd om eens de balans op te maken omtrent de kwaliteit van het vliegverkeer. Normaliter vliegen we eigenlijk altijd met Ryanair; goed en goedkoop: zelden of nooit vertraging en lage prijs. Michael O'Leary gaat altijd prat op z'n kwaliteitsproduct; en terecht!
Zo was ik in april naar de Gargano in Italië, ik dacht met Transavia, via Napels. Geen vertraging, noch op de heenweg, noch op de terugweg. Alleen zat m'n verrekijker in de bagage van Ab en die was op de terugweg niet aangekomen helaas.
Vervolgens naar Lesbos, opnieuw met Transavia. Op de heenweg door een storing met het bagagesysteem van Schiphol vertrokken we zeker anderhalf uur later. Ik had slechts handbagage, maar velen van het gezelschap hebben hun grote bagage pas enkele dagen later verkregen. Op de terugweg geen problemen.
Naar Albanië ging zonder problemen, maar op de terugweg had Alitalia de vlucht maar gewoon gecancelled en moest iedereen met de volgende vlucht: drie uur vertraging en alle ruimbagage kwam pas enkele dagen later.
Macedonië; wijs geworden hadden we geen ruimbagage meegenomen en beperkte onze ellende zich tot drie uur vertraging op de heenweg omdat een toestel van Arke defect was en we naar een ander toestel moesten worden omgezet. De terugweg verliep zonder probleem.
En tot slot naar de Azoren; opnieuw drie uur vertraging bij vertrek, maar we kwamen vanavond keurig op tijd weer op Schiphol met louter handbagage.
Wat een verschil met Ryanair; in al die jaren dat we met hen hebben gevlogen hebben we slechts één keer substantiële vertraging gehad doordat een toestel bij vertrek niet goed functioneerde; er werd direct een ander toestel aangevlogen vanuit Engeland naar Madrid. En ik ben in die tijd zeer regelmatig naar Sevilla geweest en was altijd weer prettig verrast dat Ryanair, zelfs tegen het eind van de dag precies op tijd landde en weer vertrok.
Het reizen zonder Michael (O'Leary), de grote baas van Ryanair (u begrijpt de analogie naar het boek van Geert Mak: Reizen zonder John) is ons dan ook wel wat tegen gevallen. Helaas kun je niet overal komen met deze kwaliteits-maatschappij, anders zouden we het wel weten.

07 juli 2013

Paling uit het meer van Ohrid

Dat enorme ding is een paling met knoflookkorst
Bij ons bezoek aan St Naum hadden we in een viskorf niet alleen enorme karpers gezien maar ook grote palingen. Van Nettie L. de hospita waarvan we van 1969-1970 een zolderkamer op de Overtoom huurden en zelf verwoed visser, had ik wel eens vernomen dat er destijds rond Vinkeveen wel eens van die reusachtige palingen werden gevangen. Als je die in je boot had werd je er gewoon bang van; ze sisten naar je als een slang. Misschien visserslatijn, maar daar moest ik aan denken bij ons bezoek aan St Naum.
Maar bij veel restaurants rond het meer van Ohrid werd karper en paling op het menu aangeboden, zo ook daar in Pestani, het dorpje voorbij Elshani, waar we zo lekker bonenschotel hadden gegeten op de maandag. Je moest de paling wel van tevoren bestellen want het was nogal wat werk om het klaar te maken.
We maakten een afspraak voor de woensdag daarop: Roos wilde karper en ik wilde graag paling. Ja, werd er bij gezegd, dan moet je wel een hele paling bestellen. Maar ik kon het restant meenemen natuurlijk. Zo gezegd, zo gedaan. Woensdag, 13.00 uur precies schoven we het restaurant binnen; een fles koude witte Macedonische wijn, een komkommersalade en daar kwam de vis. Prachtig, zo'n enorme paling, gekromd in de schaal; bedekt met stukjes knoflook rook hij je tegemoet. Roos had twee moten karper, maar hielp me vervolgens om de paling eervol te doen ondergaan in de NLse samenleving. Wat hebben we gesmuld. Het was wel machtig, want ik heb eigenlijk tot de volgende dag een vol gevoel gehad. Ik heb vanmiddag, de dag van thuiskomst, het laatste stuk paling verorberd; een klein stukje slechts, zal ik niet het zuur van krijgen.
Maar na dat machtige maal hebben we nog de wandeling van Pestani, via Alshani en Koshko naar hotel Belvédère gemaakt. Goed voor de spijsvertering en een lust voor het oog zo door dat fraaie landschap.

06 juli 2013

Geert Mak en Koshko

Ruïne van een woonhuis annex boerderij
in Koshko, een vrijwel geheel verlaten dorp
in het Galicica park
Daartoe aangezet door Christa, één van de reisgenoten van de Albanië reis met Djoser had ik opnieuw mijn tanden gezet in "Op reis zonder John", het grote verhaal over Amerika. Dat stemt overigens bepaald niet vrolijk. De verwoestende werking van de gepolariseerde en geperverteerde politiek op de Amerikaanse samenleving geeft door de goed gedocumenteerde zienswijze van Mak wel inzicht in hoe wij het in Europa niet moeten doen.
Natuurlijk schetst hij zijn verhaal aan de hand van het nareizen van John Steinbeck die dat 50 jaar eerder deed, althans zei dat hij dat gedaan had, in gezelschap van zijn poedel Charley. Het verslag van die reis "Travels with Charley" ga ik ook eens ter hand nemen. Wanneer ik Mak goed begrijp dan was Amerika, althans de USA daar waar het landbouw en natuur betreft zo rond de 60er jaren daar waar wij heden zijn aangeland: enorme schaalvergroting; leegloop van het platteland; onbewoonde dorpen.
Alles loopt altijd door elkaar wanneer je meerdere boeken tegelijk leest, maar kennelijk ook wanneer je in een nieuwe omgeving bent. Zo waren wij aan het wandelen in het Galicica park; dat wordt kleinschalig bewerkt in evenwicht met de omringende natuur; dus ongeveer zoals de USA was in de jeugdjaren van Steinbeck, een fase die hij met weemoed en verdriet zag verdwijnen toen hij met zijn poedel op reis was. Hij raakte steeds verder gedesillusioneerd; toen al dus.
Dat overkomt Mak overigens eveneens wanneer hij door voormalige landbouwgebieden rijdt die nu uit onwaarschijnlijk grote maïsplantages bestaan; maïs die na het oogsten met mega-machines direct wordt vergist en gedestilleerd tot alcohol voor bijvoeging in de benzine als motorbrandstof. Het kan dus nog erger. Het ruikt in de buurt van dit soort installaties heel nostalgisch naar gebakken brood; een navrante waarneming.
Een herder met haar kudde schapen op weg
naar huis
Maar in het Galicica park kwamen we ook een leegstaand dorp tegen, Koshko. De huizen waren ingestort; een doodenkel huis was misschien nog bewoond; waarschijnlijk niet door een boer maar door een stedeling die het als weekend huis of vakantiehuis gebruikte. We zagen op een erf nog wat kippen en een eenzame hond; zijn ogen straalden de zelfde wanhoop en leegte uit als die van een mens in een zware depressie; ik had zwaar medelijden met het dier; zijn blik weerspiegelde de situatie van zijn dorp.
Hier geen schaalvergroting denk ik; de omstandigheden lenen zich daar niet voor: rotsige, kleine percelen, slechts geschikt voor kleinschalige landbouw in combinatie met extensieve veeteelt d.m.v. beweiding onder leiding van een herder. We kwamen regelmatig herders met een kudde schapen tegen; in alle gevallen waren de herders oudere mensen, zowel mannen als vrouwen, maar geen jongeren. Ik vermoed dat het hier vooral het vertrek van jongeren betreft die hun heil zoeken in een nieuwe tak van sport: het toerisme. Ik vrees dat ook hier de teloorgang van het landbouwgebied is ingezet; kennelijk een onvermijdelijke weg naar de "vooruitgang".
Sic transit gloria mundi. 

05 juli 2013

De vlinders van Galicica

En zo vlogen er nog veel meer verschillende
soorten vlinders. Nog nooit zoveel verschillende
gezien.
Bij de eerste avondwandeling die we maakten, eigenlijk niet zo ver achter ons hotel waren we al zo gefrappeerd door het aantal verschillende soorten vlinders dat we zagen. De meeste soorten hadden we nog nooit gezien. Ook de bloemenpracht, allerlei wilde planten, we waren er sterk van onder de indruk mede omdat we ons daar zo veel mee bezig houden. "Tja", verzuchtte ik, "dat hadden we in NL vroeger ook, maar dat is de laatste tientallen jaren door de intensivering van de landbouw en de toepassing van pesticiden, herbiciden en de verlaging van het grondwater allemaal teloor gegaan". Bij Roos schoten de tranen in de ogen. Ik betreur het ten zeerste dat zo veel verdween uit NL, maar schep er desalniettemin alle genoegen in als ik dan toch zo'n prachtige plek kan bezoeken. Het is aan mij wel besteed en ik heb nog een heel klein beetje hoop dat we in NL op termijn hier en daar het tij toch zullen kunnen keren. Met die natuurwerkgroep activiteiten doen we in ieder geval ons best om iets te bereiken.
Neemt niet weg dat we genoten van de vlinderpracht, van de stilte, van de schoonheid van het laaggebergte rond het meer van Ohrid. Een aanradertje voor mensen die van de natuur houden.
Later kwamen we nog eens langs bij Anita en hadden we het over de vlinders en over het gebruik van gif in de tuin. Zij haalde ook alle groenten uit de eigen moestuin. Ze was erg rechttoe rechtaan in haar uitspraak.
"We gaan toch geen gif gebruiken als we het zelf op moeten eten!" was haar heldere boodschap, "alleen mensen die de groenten niet zelf eten maar die verkopen gebruiken gif!". Ik moest er wel om lachen, want zo ligt het natuurlijk wel zo'n beetje. Theo, mijn hofleverancier/moestuinier eet ook alleen maar uit eigen tuin, zonder gif, zonder kunstmest. Ook hij zegt dat hij geen rotzooi wil eten. Daarom eet ik ook vrijwel louter direct van de producent zelf. Toen met dat hele gedoe rond Monsanto heb ik mij wel eens afgevraagd hoe het met de gewetensfunctie van de leiding van Monsanto zat. Je kunt je afvragen of ze die met roundup vergiftigde GMO's zelf wel willen vreten.

04 juli 2013

De Libelloides longicornis

De hiernaast getoonde schoonheid zagen wij voor het eerst na een paar dagen. Hij fladderde niet als een vlinder maar meer als een slome libelle of als een niet al te snelle vlieg. Maar hij had prachtige kleuren als een vlinder. We zagen er maar eentje en hij toonde zich erg schuw. Het lukte dan ook niet om er een foto van te schieten. Een doodenkele keer daarna zagen we er weer eentje, maar ook zo schuw dat het niet lukte om een foto te schieten. Dat deden ze kennelijk expres om de spnning erin te houden, want tijdens onze laatste wandeling vermochten wij dit prachtige exemplaar, met gespreide vleugels en in de zon verrassen. Of eigenlijk niet zozeer verrassen maar gewoon portretteren. Er zaten er zelfs meerdere op ons te wachten in een grasveldje; ze bleven rustig zitten.
Ik vond deze soort zo wonderlijk dat ik aan Frits B., één van de grootste vlinderexperts van ons land de vraag durfde voorleggen wat de naam was van dit insect. En daar kreeg ik per ommegaande van Frits het volgende antwoord op:

Dag Ferry,Je insect is een 'vlinderhaft', Libelloides longicornis, een verwant van de mierenleeuwen uit de familie van de Ascalaphidae uit de orde van de Neuroptera. Opvallende beesten die bij mooi weer langs een berghelling heen en weer vliegen op jacht naar kleine prooien.Groetjes,Frits

03 juli 2013

Duivelsbeet

Nog nooit gezien; eerst dacht ik dat Ab gewoon een blad van een rietstengel had geknakt, maar bij nadere bestudering zag ik dat ieder rietblad zo'n knak van nature heeft: de duivelsbeet. Ik heb vergeten om er een foto van te maken, dus die ontbreekt hier.
Ab vertelde over de legende zoals hij die kende en waarin de bruikbaarheid van riet voor de primitieve mens een belangrijke rol speelde. Door riet ontstaat land uit water, koeien kunnen het eten en zo ontstaat mest dat gebruikt kan worden als brandstof en om muren mee te verstevigen. Met riet kon je hele onderkomens creëren; daken en muren. Desondanks ontstond er een zodanig conflict met God dat de duivel zo boos werd dat hij in het riet beet: het ontstaan van de duivelsbeet.
Afra kende een heel andere versie van het verhaal achter de duivelsbeet; en dat verhaal is conform wat ik hierover heb gevonden op Internet.

02 juli 2013

Een goede keuze geweest

Een mens maakt in zijn/haar leven tal van keuzes; sommige keuzen zijn in hoge mate bepalend voor het verloop van je verdere leven. Waarschijnlijk zal iedereen wel eens stilstaan bij de gedachte of die keuzes nu goed hebben uitgepakt of dat er toch gevoelens van lichte spijt voorkomen.
Eén van mijn cruciale keuzes betrof de voortgang van mijn loopbaan nadat ik het onderzoek van mijn proefschrift had afgerond. Naar mijn onbescheiden mening was ik een creatief denkend en goed wetenschapper toen ik zover was. Ik had bij een gerenommeerd instituut mijn onderzoek gedaan, het CLB in Amsterdam. De natuurlijke voortgang in die tijd was dat je dan een jaar naar Amerika ging om je verder te ontwikkelen. De directeur van het instituut had mij attent gemaakt op een bestaande plek aan een gerenommeerd instituut in de USA waarop ik destijds ook heb gesolliciteerd en waar ik ook was aangenomen; en dat niet voor 1, maar zelfs voor 2 jaar. Voor m'n carriëre zou dat een geweldige boost zijn geweest; misschien was ik dan wel hoogleraar geworden. Maar diep in me was toch een fluisteraartje dat telkens zei dat het niets voor mij was dat Amerika. Toen een vriendje van me dan ook vroeg of ik niet labhoofd wilde worden bij het Huisartsenlaboratorium in Utrecht had ik weinig tijd nodig om daartoe te besluiten.
Hoe het allemaal verder is verlopen is niet van belang om hier te vermelden, maar wel dat ik m'n hart heb gevolgd en niet m'n verstand.
Veel later, zo rond mijn 40e was ik voor een studiereis in Amerika. En in tegenstelling tot de rest van het gezelschap werd ik daar zo mistroostig van: "is dit ons voorland", vroeg ik mij toen af. Dat was het inderdaad: al die moddervette mensen; al die auto's; materialisme, zich uitend in opschepperij en dikdoenerij; we hebben wel drie keer tijdens die reis "het hoogste gebouw ter wereld" gezien. Het meeste van dit, en het grootste van dat. Ik werd er zo balorig van dat ik de neiging had om stomme vragen te stellen bijvoorbeeld over hoeveel ganzen er wel niet over het gazon liepen. We gingen een keer naar een restaurant; de gerant sneed een stuk vlees af waarvan ik dacht dat het wel erg groot was; ik kreeg twee van die lappen?! Ik vond het walgelijk allemaal.
En dan heb ik nu weer het reisverslag van Geert Mak gelezen: "Op reis zonder John" waarin vooral de binnenkant van de Amerikaanse samenleving wordt beschreven.
Vanmorgen lag ik hieraan te denken en bedacht ik mij dat ik zo blij was dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Amor fati, zou Nietzsche zeggen.

01 juli 2013

Orchissen in de Zaanstreek

Welriekende nachtorchis
We hebben een drietal soorten orchissen mogen aanschouwen tijdens de excursie door het Guisveld: de rietorchis, de welriekende nachtorchis en, voor mij een grote verrassing: de bijenorchis. De rietorchis stond er zelfs in zulke grote getale dat het niet eens meer als bijzonder kon worden aangemerkt; enorm grote exemplaren. De welriekende nachtorchis stond ook op de veeneilandjes; op meerdere plekken hebben we die gezien. De rietorchissen stonden vooral langs de slootkanten waar we met de boot langs kwamen.
Tijdens de boottocht zat Ab natuurlijk achter het stuur, naast de motor. Een beetje geïsoleerd eigenlijk; daar waar hij tijdens de stilte momenten van alles vertelde over de omgeving, daar kon hij tijdens het varen niet echt aan de gesprekken deelnemen. Om je verstaanbaar te maken moest je dan wel erg hard schreeuwen. En er was best veel te vertellen over de historie van deze omgeging. Bijvoorbeeld dat dit allemaal begon met een plas open, ondiep water; het riet begint dan te groeien en vormt een wortellaag; vervolgens gaan er allerlei kruiden op deze wortellaag groeien, de laag wordt daarmee steviger; en tot slot zelfs bomen. In het zeer verre verleden waren de veenlagen wel 7 meter hoger dan heden. Het veen is enorm ingeklonken; dat proces gaat nog steeds door met het gevolg dan de huidige veenweiden zelfs lager liggen dan de sloot eromheen. Het gevolg daarvan is dat er hier en daar zelfs van deze veendijkjes doorbraken en de weiland onder water kwamen te staan: terug bij af; ondiep open water waarop het hele proces opnieuw kan beginnen. Prachtige gebieden voor de roerdomp. Ergens hier in de omgeving heeft dat plaatsgevonden. Ik moet Ab nog eens vragen welk gebied dat precies was.
Bijenorchis
Ik was nogal verbaasd dat we hier ook de bijenorchis zouden gaan vinden: "die heeft toch kalk nodig", vroeg ik aan diverse deskundigen. Deze orchis ken ik vanuit de Dordogne waar mijn ouwe vader me op deze plant wees. De eerste keer dat ik hem zag: in grote getale op het grasveldje rond het appartementje dat vader en moeder hadden gehuurd, dacht ik dat er bijen zaten. Daar ben ik altijd voorzichtig mee omdat ik allergisch reageer op bijen- en wespensteken. Maar van de bijenorchis had ik niet zo veel te duchten har har.
Ab legde de boot aan en we liepen naar de vindplaats: het talud van de Coentunnelweg die dwars door het gebied loopt. Deze bestaat uit opgespoten zeezand, vol met schelpen, dus met kalk. Dus dat ze kalk nodig hebben klopt wel.
Overigens stond deze orchis hier op de rand van het talud er heel wat fraaier uit dan degene tijdens de orchideeënreis in de Gargano die Ab, Dick en ik hebben meegemaakt in dit voorjaar. Daar hebben we enkele miezerige exemplaren gevonden en hier stonden ze er pront bij! NL orchideeënland!