31 oktober 2012

Vreemd gedrag van een hondje

Roos in de hoofdstraat van Acebuche
Onze eerste wandeldag van de vakantie in het Parco de Aracena was van Cortegana naar Almonaster en terug. We hadden bij vertrek al gezien dat het zou gaan regenen; nou dat hebben we geweten. De plaatselijke bevolking was zeer in haar schik; het bleek de eerste regenbui sinds 6 maanden te zijn. Het regende pijpenstelen; gelukkig niet aan één stuk door; er waren perioden van droogte tussendoor maar het was niet het weer dat we van Spanje gewend waren. Maar daarom niet getreurd; het hemdje opgebeurd en moedig voortgestreden. Kortom, we gingen op weg via het wandelpad langs het stierenvechtersstadion. Een lekker ruig wandelpad langs huertas en dwars door het struweel. Je komt uit in een klein plaatsje, Acebuche. Het heeft een klein pleintje met sinaasappelbomen; ik haalde daar regelmatig in het vroege voorjaar rijpe sinaasappels, Sevillanas, van die bittere oneetbare waar je zo'n lekkere marmelade van kunt maken: "marmelada de Acebuche" doopte ik die.
Waarschuwingsbord voor de trein in
"the middle of nowhere"
In het bushokje van Acebuche, de enige droge plek hebben we wat gelunched; een kaki-vrucht, een chirimoya (meen ik dat ie heet, onooglijk maar erg smakelijk), bananen uit de Canarias en brood.
Toen verder door Acebuche, over het spoor. Ja ja, er loopt een treintje van Fregenal naar Huelva twee keer per dag, dwars door dit gebied. Verder door naar Almonaster via de huertas; een soort overgang van natuurgebied en cultuurgebied; veel kurkeiken in een extensief omgeploegd gebied.
Het had inmiddels zoveel geregend dat er gewoon een watervalletje ontstond daar waar normaal een droge beek stroomt.
In een omheind gebied was een hondje met uiterst merkwaardig gedrag; het blafte niet, maar toonde zeer onderdanig gedrag. Het ging op z'n rug liggen en maakte zich klein, kwam wel zo dicht mogelijk bij ons aan het hek. "Volgens mij barst ie van de honger", merkte ik op. En dat was inderdaad het geval. We gaven het beest wat brood en een stukje kaas. Hij bracht het spoorslags in veiligheid en kwam direct weer terug en toonde weer het zelfde, werkzaam gebleken gedrag. Knap van zo'n beest om op die manier aandacht te trekken en duidelijk te maken wat het wenst. Hij toonde na het binnen halen van de buit direct ander gedrag; parmantig, rechtop zittend en schrokkend het voedsel naar binnen slaand.
Prachtige huerta, half natuur, half cultuur
We liepen verder en kwamen bij een stuk bewerkte grond waar iemand in de stromende regen bezig was met oogsten. Hij bood ons een lift aan naar Almonaster; dat hebben we niet afgeslagen. We werden bij een barretje afgezet en hebben lekker een "Zumo de narangas" gedronken oftewel een glas vers geperst sinaasappelsap. Inmiddels was het opgehouden met regenen en we konden lekker droog terug lopen naar Cortegana. We gingen direct naar de Socios net als de dag van aankomst en verwarmden ons aan de open haard en de "Gloed" onder de tafel. Tot slot naar het restaurant waar we "carne con tomates" hebben gegeten. Het was zo verschrikkelijk veel en zo verschrikkelijk laat dat ik moeite had om te slapen. Roos niet, die nam nog een "postre", een nagerecht. Ik blijf het vervelend vinden om met zo'n volle pens naar bed te gaan en kon maar moeilijk in slaap komen.

30 oktober 2012

Gloed en heet water

Op deze plek in Oostzaan stond honderd jaar geleden
het gloedfabriekje van mijn overgrootvader
Wie weet nog wat "gloed" is; we kennen het woord eigenlijk alleen maar van uitstraling. Maar in vroeger tijden was het ook iets dat geproduceerd werd; iets dat gebruikt werd in huis om plaatselijk iets warm te maken of te houden. Gloed was gloeiende houtskool en werd gebruikt in voetstoven, in strijkijzers, onder tafels om warme benen en knieën te krijgen, zoals wat ik beschreef over de socios in Cortegana.
Van mijn vader heb ik begrepen dat mijn Oostzaanse overgrootvader Aldert Onrust (1859-1927) een gloedfabriekje bezat. Mijn grootmoeder Sientje was heel trots op haar vader; naar haar zeggen behoorde hij toch wel tot de beter gesitueerden van het dorp; ik heb van haar regelmatig moeten horen dat hij sprak met de dominee en met de burgemeester van het dorp en dat betekende kennelijk nogal wat! In 1999, toen ik voor het laatst met m'n vader in het door hem zo geliefde Oostzaan wandelde liet hij mij het plekje zien waar het gloedfabriekje had gestaan. Er was natuurlijk niets meer van terug te vinden. Het produceren van gloed en heet water, de kernactiviteiten van het fabriekje zijn inmiddels lang vergeten producten; CV, boilers en geisers hebben die functies allemaal overgenomen. Overigens voelde het daar in Cortegana heel comfortabel die warmte aan je benen.
In die zelfde tijd legde Albert Heijn in dat zelfde boerendorpje Oostzaan het fundament voor het nog steeds bestaande grootwinkelbedrijf dat wij allen zo goed kennen. Ik heb van mijn grootmoeder nooit gehoord dat Aldert en Albert met elkaar gesproken hebben in die jaren. 

29 oktober 2012

De socios van Cortegana

Met z'n tweetjes is het leuker!
Vaak heb ik hier in m'n eentje gewandeld, genoten van lekker eten en van de natuur. Maar het blijft natuurlijk altijd het gezelligste als je met z'n tweetjes gaat. En dat was deze keer weer het geval. We zijn net terug uit het Parco de Aracena, het natuurpark in de provincie Huelva, ten Westen van Sevilla, tegen de Portugese grens. Het is goed bereikbaar via Eindhoven met Ryanair en dan met de middagbus van 16.00 uur door naar de bestemming. Maar eerst van het vliegveld met de bus naar Sevilla. We hebben nog twee jonge vrouwen de weg gewezen naar hun hotel en hen attent gemaakt op een paar leuke plekjes in het centrum van Sevilla voordat we naar het Plaza de Armas gingen om de bus naar het Parco Natural te nemen.
De open haard van de
socios in Cortegana
In dit geval hadden we gekozen voor Cortegana als begin van onze trektocht. We hadden telefonisch besproken bij Hostal Cervantes (tel: +34647072925, spreken alleen maar Spaans en geen woord Engels). Daar ben ik inmiddels zo vaak geweest dat er een AH zak met spullen van me stond. Heeft helemaal geen zin, want slordig als ik ben weet ik natuurlijk nooit wat er nog in zit. Dat was ook dit keer weer een hele verrassing; tot mijn genoegen zat er een warm T-shirt met lange mouwen in en een legging. Het was in Spanje, althans in het park, veel kouder dan we verwacht hadden dus dat kwam goed van pas. Roos wist nog dat er in Cortegana een socios was (een soort sociëteit voor leden) waar ook buitenstaanders, d.w.z. niet-leden van buiten de gemeenschap Cortegana welkom waren. En dat waren wij. Het was daar beregezellig; een haardvuur, allemaal mannen die domino aan het spelen waren of hun leven ervan afhing.
Dominospel
Heel ouderwets, maar wel zo gerieflijk stond er een schaal met "gloed", smeulend houtskool onder de houten/marmeren tafels, zodat je heerlijk warme knieën kreeg als je aan tafel zat. Een verrukkelijke Rioja maakte de sfeer compleet. Daarna lekker gegeten in het restaurant aan het centrale plein van Cortegana. Je eet er lekker maar we vinden het alleen wel een nadeel dat er in Spanje zo ontzettend laat wordt gegeten; voor ons Hollanders echt onaangenaam om met zo'n volle pens naar bed te gaan. Maar ja, 'slands wijs, 'slands eer; het is niet anders.
We besloten om maar een dag langer in Cortegana te blijven zodat we nog een avond in de socios konden blijven zo leuk vonden we het.
En heerlijk gegeten in het restaurant aan het plein


28 oktober 2012

Een ommekeer in de Trojaanse oorlog

Menelaos met het lichaam van Patroclos
Op het centrale plein van Florence, in de loggia staat dit prachtige marmeren beeldhouwwerk voorstellende de dood van Patroclos. Tijdens de Trojaanse oorlog, als beschreven in de Ilias, deed Achilles op een zeker moment niet meer mee vanwege een hoog opgelopen conflict met aanvoerder Menelaos. Het ging, hoe kan het anders, om een vrouw, oorlogsbuit, dus een slavin. Deze was Achilles toegekend maar later weer afgenomen, Briseïs was haar naam en haar vader was de priester van de tempel van Apollo. Een ingewikkeld verhaal met het gevolg dat Achilles in wrok voor z'n tent bleef zitten en het verrekte om weer mee te doen. Totdat zijn goede vriend Patroclos besloot om wel mee te gaan vechten en wel in het overbekende gevechtstenue van Achilles. De Trojanen sloegen op de vlucht maar toen ze merkten dat het niet Achilles was maar Patroclos, sloeg het Lot toe. Hector doodde Patroclos en na een strijd om het lichaam bleef dat gelukkig aan de Grieken. Nou die Trojanen hebben het geweten want vervolgens ging Achilles helemaal los als in een Amerikaanse vechtfilm en doodde Hector, de aanvoerder van de Trojanen en zoon van de koning. Door toedoen van Apollo stierf ook Achilles in de strijd door een pijlschot van Paris in zijn enige kwetsbare deel, zijn hiel, jawel, de Achilleshiel.
Ik ben dol op die boeken van Homerus en lees ze toch wel eens in de twee jaar. Ik ga de Ilias weer eens ter hand nemen.

27 oktober 2012

Zelf koken geeft zo'n plezier

Bekende kookboekenschrijver en
columnist Johannes van Dam
Johannes van Dam heeft een vaste column in de Elsevier, het blad dat ik altijd van m'n buurvrouw doorgegeven krijg. Ik denk dat het wel op zes adressen gelezen wordt voordat het in de trein wordt achtergelaten voor een laatste leesleven, maar dit ter zijde.
Johannes pakt iedere keer een ander item bij z'n taas waaronder ook het genoegen van het zelf voedsel bereiden. Hij schreef zeer laatdunkend over de voedingsindustrie dat die zoveel genoegen weg haalt bij de mensen omdat de sjeu van het zelf koken verdwijnt wanneer het allemaal neerkomt op uitpakken en warm maken. Hij ergerde zich mateloos aan deegplakken waarin zelfs de gaatjes waren aangebracht zodat je dat zelf niet meer hoefde te doen. En hijbrak ook een lans voor zelf meer doen in de keuken omdat het zo'n genoegen verschaft. En met dat laatste ben ik het zo hartsgrondig met hem eens.
Laatst heb ik weer in Oene bij die beroemde slager vlees gehaald van ree en van wild zwijn. Een hele inspanning kan ik verzekeren. En dat heeft verdraaid kort in de vriezer gelegen; zaterdag, na het bezoek aan Texel hebben we e.e.a. soldaat gemaakt. En het genoegen dat zo'n reebiefstukje je dan verschaft; zorgvuldig gebakken en nagegaard in de oven bij 80 graden, geserveerd met gebakken Opperdoesjes en kort gekookte bloemkool en een sappige geschilde peer voor toe! Allemaal zelf toebereid; het smaakte geweldig en het geeft je als kok zo'n genoeglijk gevoel. Kan ik iedereen aanraden hoor, net als Johannes in de Elsevier dat doet.

26 oktober 2012

De varkens van Andalucia

Tevreden zwarte varkens in de zon van Andalucia
Onlangs was er op het Slowfood forum op LinkedIn een discussie over de Jamon Iberico. Er was iemand die een fietstocht had gemaakt in Andalucia en daarbij geen enkel zwart varken was tegen gekomen. Daarentegen wel gesloten betonnen hokken met daarin varkens zoals we dat ook in NL plegen te doen. Een dieronvriendelijke manier van varkens mesten als je het vergelijkt met het ideaal beeld van varkens die lekker in de buitenlucht worden gehouden en op hun tijd een eikeltje kunnen kraken.
Dat beeld van die betonnen hokken is mij voor varkens onbekend. Wel zie je soms van die hokken met daarin kippen, maar de varkens lopen in de huertas, de kurkeikenplantages waar de eikels de varkens voeden en de kurk werd gebruikt voor de wijnindustrie. Met de toepassing van kunststof ipv kurk voor het stoppen van de wijnflessen is de kurkindustrie sterk terug gelopen.
Roos spreekt een ontsnapt varken toe
Nu worden de eiken nauwelijk meer onderhouden. Slechts af en toe kom je nog eens iemand tegen met een ezel en een last kurk op de rug van het beest (met daar dan bovenop de baas). Maar naar ik begreep is de eikel opbrengst sterk terug gelopen. En dat afmesten met eikels was altijd het kenmerk van de dure Jamon serrano, Jamon Iberico en Pata Negra.
Ik moet bekennen dat ik de ham zoals ik die met name ken van mijn "vaste leverancier", Rafael, de kruidenier in Cortegana, maar ook wel elders bij de slagers in de verschillende plaatsjes, nog altijd van bijzonder goede kwaliteit qua smaak vind. En niet te vergeten de salchichon, de worst. Die is ook heerlijk van smaak.
Soms weet ik niet wat me meer trekt in deze omgeving; de sfeer, de heerlijke geur van de kruiden tijdens het wandelen, de plattelandsrust, het klimaat of al dat lekkers dat je kunt eten. Kortom, een heerlijk oord om te vertoeven voor een wandelende smulpaap als ik. En dan overal die gezellige nieuwsgierige varkens. Soms vind je er wel eens eentje die is ontsnapt. Die blijft dan vaak even een poosje met je mee wandelen.

25 oktober 2012

Hotel Venecia

Hotel Venecia in verval
Wij komen graag in het Parco de Aracena, een natuurpark ten westen van Sevilla, tegen de Portugese grens. De eerste keer dat we in Galaroza kwamen, één van de wat grotere plaatsen in het park, hebben we overnacht in Hotel Venecia. In het enige wandelboekje dat we konden vinden over dit gebied stond dat er een wandelpad begon naast Hotel Venecia. Ik geloof zelfs dat we toen op de bonnefooi naar Galaroza zijn gegaan; het tel.nr. van het hotel was niet te vinden dus konden we niet bespreken. In die tijd was de informatie voorziening, zeker van Spanje, van heel wat mindere kwaliteit dan nu met de uitgebreide internet voorzieningen.
Het hotel was niet zo bijzonder; eigenlijk erg eenvoudig maar alles wat we nodig hadden was aanwezig. Maar bovenal was Javier, de hoteleigenaar een bijzonder goede kok. Zijn "conejo con ajil", konijn met knoflook, was een sterrenrestaurant waardig. Ik, hoewel ik kan beter naar waarheid zeggen, Roos, bestelde tot zijn verbazing voor mij telkens porties Jamon; toen al was ik verslingerd aan die originele Jamon Iberico. Jabugo, eigenlijk wel de central Jamon stad van Andalucia ligt middenin het Natuurpark en er lopen overal van die zwarte varkens rond. Ik probeerde of Javier misschien mijn langzaam uitgesproken Frans kon begrijpen. Maar hij was er van overtuigd dat ik geestelijk gestoord was omdat ik geen Spaans sprak. Toen Roos hem vertelde dat ik probeerde om in het Frans en Engels met hem te converseren keek hij wat beschaamd. In die streek spreekt vrijwel geen mens een woord "over de grens". Dat is ook de reden waarom ik uiteindelijk maar Spaans ben gaan leren. En nu kan ik me aardig verstaanbaar maken aldaar.
Helaas is het helemaal mis gegaan met Hotel Venecia; het is helemaal in verval en ingestort tijdens een verbouwing. Javier is ermee gestopt en schijnt nog wat te koken voor het barretje dat onder de zelfde naam naast het voormalig hotel is gevestigd.
Als we nu in Galaroza logeren dan is dat in hotel Toribio; fijn onderkomen in het centrum van Galaroza.

24 oktober 2012

Schelpen kraken

Gekraakte schelpen
Op de schorren van Texel vind je veel tekens van vogels; de pootsporen van ganzen in de modder, ganzenpoep, skeletdelen e.d. Er lagen ook hoopjes van gekraakte schelpen; de gids vertelde wat dit precies was.
Het slik op het wad staat bol van het voedsel voor de vogels. De gids had al kleine slakjes laten zien en vertelde dat het strandlopertje er daarvan zo'n 600 per uur oppikt en wegpeuzelt. En er waren ontzettend veel van die strandlopertjes, hetgeen een onvermoed groot aantal van die piepkleine slakjes veronderstelt. Maar er zit nog veel meer in dat slik waaronder de kokkel, een schelpdier met zo'n fraai geribbelde schelp. Die graaft zich in in het slik en heeft dan twee slurfjes die hij in het zeewater steekt; één om water in te laten en één om het water er weer uit te laten; het voedsel zeeft hij eruit en maakt er schelpdier van. Daarmee verraadt het diertje natuurlijk zijn aanwezigheid. En de oplettende scholekster heeft daar het volgende op gevonden. Met zijn snavel pikt hij heel bijdehand precies tussen die twee slurfjes in en voordat het schaaldier het in de gaten heeft zit hij al in de maag van de scholekster. De eidereend doet het wat grover en vreet de kokkels met schelp en al op. In zijn spiermaag worden de schelpen gekraakt en het vlees wordt verder verteerd. De gekraakte schelpdelen worden weer uitgepoept. Dat verklaart die hoopjes die je hier en daar op de schorren ziet liggen.

23 oktober 2012

Mijn ontmoeting met Sylvia Kristèl

Portret geplukt van Internet
Dit weekend las ik het overlijdensbericht van Sylvia Kristèl, vooral bekend geworden met de film Emmanuelle. Je zag dan ook foto's van haar uit die film; een frêle, kwetsbaar meisjesfiguur. Dat is niet het beeld dat ik van haar had, integendeel. De film Emmanuelle heb ik nooit gezien en hoef ik ook niet te zien. Wèl herinner ik haar van een eerste optreden op TV in een show van de inmiddels al lang vergeten Willem Duys. Ze was toen misschien een jaar of achttien. Met een enigszins brutale zelfverzekerdheid gaf ze recht voor z'n raap aan dat ze beroemd zou worden. Niet dat ze het wilde worden maar gewoon dat ze er niet aan twijfelde dat ze dat zou worden. En dat is ook gebeurd begreep ik o.a. uit wat er nu in de krant over haar wordt geschreven. Die heldere oogopslag van haar met die opmerking is mij altijd bijgebleven. De film Mata Hari waarin zij de titelrol speelde heb ik gezien; heeft niet veel indruk op me gemaakt.
Een jaar of twintig geleden heb ik haar ontmoet in de trein. Ik zat in zo'n ouderwetse eersteklas coupé en daar kwam een jonge vrouw de coupé binnen gestrompeld met een zware koffer, dus ik hielp even en zag dat ze Sylvia Kristèl was. Toen we weer zaten vroeg ik haar of ze degene was die ik dacht dat ze was. En dat beaamde ze in alle bescheidenheid. Dat was voor mij de gelegenheid waarvan ik niet had gedacht dat ik die ooit zou krijgen en ik heb haar gezegd dat ik haar destijds bewonderd had vanwege die onbevangenheid destijds bij Duys waarmee ze haar eigen succes tegemoet zag. Ze vond het achteraf bij nader inzien wel wat onbescheiden.
Ach, en toen vertoonde ze wat diva-gedrag dat ik haar absoluut niet kwalijk nam; ze vroeg of ik het goed vond dat ze een sigaret opstak in de niet-roken coupé waar we zaten; ze begon te zwetsen over een zekere Filipe alsof ik zou weten wie dat was en over dat ze er van langs zou krijgen van haar moeder. Ik heb het geamuseerd aangehoord.
In Utrecht CS hielp ik haar de trein uit; jaren later las ik dat ze slokdarmkanker had; tja dat zijn helaas de akelige gevolgen van een ruig leven met sterke drank en veel sigaretten. Wat voor mij blijft is die zelfbewuste blik met die heldere blauwe ogen toen bij Willem Duys op TV.

22 oktober 2012

Officiële laaienlichterij

Zojuist vond ik in mijn postvakje een pensioenoverzicht van een werkgever van 30 jaar geleden. Afgesloten bij Deltaloyd, een "gerespecteerde" financiële organisatie toch? Nu blijkt dat mijn pensioenrecht in die dertig jaar met geen stuiver is vooruitgegaan. Kortom, die organisatie heeft alle winsten van de ofgelopen decennia in eigen zak gestoken en daarvan geen dubbeltje doorberekend aan de pensioengerechtigde. Anneke zei vroeger al: "geef mij dat pensioengeld maar nu, want over veertig jaar kan ik er misschien een kop koffie voor kopen".
Over het PGGM zul je me niet horen hoor, maar die financiële instellingen weten het erg goed voor zichzelf in te kleden. Bah, en dat is dan ongetwijfeld gewoon volgens de richtlijnen, zonder rekening te houden met inflatie en winstgroei. Ik dacht dat het stelen van toekomstige pensioengerechtigden slechts in landen als Rusland en Roemenië plaats vond, maar dus ook hier?!

21 oktober 2012

Pijketie innelikt

Aan 't ontbijt
Vrijdag hadden we bij bakkerij Timmer in den Burg ruim zoetigheid ingeslagen waaronder een paar stukken taai taai. Daar op Texel hebben ze nog de onvervalste stevige Noord Hollandse blanke taai taai. Daar had ik zaterdag op de terugweg al stevig van zitten happen. En vanmorgen schoot mij een herinnering te binnen die met de stimulerende werking van taai taai op het ingewand te maken had.
3 december 1952, broer Jan
We woonden destijds nog maar net in Amsterdam; mijn broertje Jan was toen tweeëneenhalf jaar oud; het was zo rond de Sinterklaas en we hadden flink taai taai in huis; mijn vader was een snoeperd en als oud-Zaandammer ook gek op die Zaanse taai.
Op mijn slaapkamer had ik een wandkleedje hangen met allemaal plaatjes van Engelse drop. Die zat met vier spijkertjes vastgetikt in de muur. En ja hoor, mijn broertje Jan had er daarvan eentje ingeslikt; een echte ijzervreter, toen al! Hij maakte dat duidelijk met zijn kindertaal: "pijketie innelikt"; en inderdaad er waren er nog maar drie. Mijn ouders zullen ongetwijfeld in lichte paniek de dokter hebben geraadpleegd en die had geadviseerd om gewoon af te wachten want het spijkertje zou wel via de natuurlijke weg het lijf verlaten. "Geef hem maar laxerende dingen te eten", was het advies van de geneesheer. En daar kwam de taai taai van pas. Jan was toen al een snoeperd en wist wel raad met de taai taai.
En ondertussen zaten mijn ouders drol na drol door te roeren op zoek naar het spijkertje. Was achteraf niet nodig want na twee dagen riep Jan vanaf het potje: "au au, pijketie", en ja hoor, een drolletje met op de punt het corpus delicti, het spijkertje.
Ik heb geen foto van m'n broer Jan rond de leeftijd van tweeëneenhalf, maar wel twee kinderfoto's van hem.

20 oktober 2012

Excursie op de schorren van Texel

Het gezelschap, wadend door het slik op het wad
voor de schorren
Wist u dat op de plek waar het wantij heerst schorren ontstaan? Weet u überhaupt wat wantij is? of wat schorren zijn? Nou, ik tot vanmorgen ook niet hoor. Maar daar is verandering in gekomen doordat Roos en ik hebben deelgenomen aan een excursie van natuurmonumenten. Roos had de aankondiging gezien en ons snel gemeld. En daar vlak in de buurt van "De Schorren", is een ontzettend leuk hotel: "Prins Hendrik", genoemd naar zo'n andere schuinsmarcheerder van ons koninklijk huis, Prins Hendrik.
Vrijdag waren we vast gaan kijken naar die schorren; vanaf de dijk zag het er al schitterend uit; de zelfde rode velden als die in Noord Groningen langs de Dollard (het is zeekraal in herfstkleur).
En zaterdag de excursie. Een hele belevenis met een ontzettend leuke gids, vrijwilliger bij Natuurmonumenten. We sopten door de drek van het wad.
We hebben geweldig veel plezier gehad van de
verrekijker die ik onlangs heb aangeschaft!
We konden niet lang op het wad blijven want het was opkomend water en er was een stel jonge kinderen bij. De gids vertelde van alles over vogels; wat ze aten en hoe ze het voedsel verteerden. Over de verschillende planten en ook over het ontstaan van de schorren. Ik vond het een hele belevenis. Maar vooral doordat ik m'n verrekijker had meegenomen was het bezoek aan de waddenkant van Texel voor ons een groot succes. Het vergroot letterlijk je blik op de wereld.
We zagen rotganzen, aalscholvers, kluten, bergeenden, bonte strandlopers, een pijlstaart, roze grutto, grauwe ganzen, blauwe kiekendief, scholeksters en vast nog wel meer.

19 oktober 2012

De wieringermeer polderdijk 1945

In de laatste maanden van WO II hebben de Duitsers de Wieringermeerpolder onder laten lopen door de dijk op te blazen. Dat wist ik, had ik ook gelezen in "De Graanrepubliek", maar waar dat gat precies had gezeten had ik mij niet gerealiseerd. Maar dat was precies bij de plek waar ik al jaren met m'n broer Jan ga wandelen, tegenover het Robbenoordbos. Daar staat een gedenksteen; door de watervloed is er een diep uitgesleten gat ontstaan en de nieuwe dijk is daar omheen aangelegd.
De laatste keer dat ik bij m'n broer was hebben we de bekende wandeling gemaakt en heeft hij voor mij ook een foto gemaakt van deze gedenksteen. Ook zijn we bij het natuurgebied dat rondom dit nieuwe meertje is ontstaan bekeken. Er was door Staatbosbeheer een vogelobservatiehut geplaatst. Stom genoeg had ik m'n verrekijker niet bij me. Er zwommen aalscholvers en diverse soorten eenden.
We hebben ons verbaasd in hoe weinig tijd de polderdijk destijds is hersteld en de polder weer droog gemalen; in december 1945 viel de polder opnieuw droog. Dat is gebeurd in de vreselijk zware tijd zo vlak na de oorlog. Knap gedaan door onze voorouders!

18 oktober 2012

De brevitate vitae

Lucius Annaeus Seneca
Onder deze titel schreef Seneca (5BC - 65) zo rond het begin van onze jaartelling dit boek, dat in vertaling is verschenen onder de titel: De lengte van het leven. Aldus las ik in de Elsevier. Op onnavolgbare wijze krijg ik van alle kanten exemplaren van dit informatieve blad ter lezing aangeboden en zo ook het exemplaar van 29 september 2012 waarin Marijke Hilhorst een fraai exposée van dit boek geeft onder de titel "Tijd genoeg".
De vertaling van "De brevitate vitae" is van Vincent Hunink en ik ga het boek vandaag nog bestellen bij boekhandel Bouwman hier op de Hessenweg. Maar uit de korte samenvatting van marijke maak ik reeds op dat deze felle politicus zo'n tweeduizend jaar geleden al de essentie van het leven beschreef. En daar vielen de in zijn ogen verkeerde dingen als het najagen van ambities, geldzucht, politiek, sport en ontspanning onder. Marijke nog verder citerend: Hoe gebruik je je tijd dan wel goed volgens Seneca? Door grote denkers uit het verleden te lezen! Eigenlijk is de tekst van dit boek een oproep om filosofie te lezen.
Ik ben buitengewoon nieuwsgierig naar het pamflet van Seneca; het is een dun boekje en eigenlijk niet veel meer dan een pamflet en ik heb zo het gevoel dat ik een stuk herkenning ga ervaren. Verspil je tijd niet met flauwekul als TV kijken, computer spelletjes, stom ouwehoeren, kranten lezen of het najagen van wind! Er zijn zo veel interessante boeken.

17 oktober 2012

Bossche bollen

Een wachtrij buiten bij banketbakker Jan de Groot:
de enige echte Bossche Bollen koop je hier!
Vanmorgen vroeg heb ik het Bloggie van gisteren over de virtuele natuur geschreven. En dat bleef de hele dag maar in m'n hoofd zeuren. Het is nogal wat dat hetgeen voor mij zo belangrijk is, die prachtige natuur, dat die met name door de vertegenwoordigers van de volgende generatie qua interesse wordt gepasseerd door een imitatie op basis van electronica. Verder stond de dag in het teken van de aanschaf van een "nieuwe fiets" en het voorbereiden samen met Jan tenH van de Zomerbijeenkomst 2013 van de NEV. We zouden samen vaststellen of het onderkomen in Heesch voldeed om de mensen in onder de te brengen. Dus met de trein naar Oss alwaar Jan me op zou halen van het station.
Op de heenweg in de trein zag ik een jonge moeder met een heel jong kind van pakweg anderhalf jaar, zittend in een wandelwagentje. Zij hield haar iPad (zo'n flinterdunne computer met middelgroot beeldscherm) op in haar hand om het kind te laten genieten van een tekenfilmpje. Het sneed door m'n hart dat ze het kind niet gewoon lekker op schoot nam en wat voorlas of gewoon maar naar buiten liet kijken. Natuurlijk bedacht ik mij dat dit een typisch geval van virtualisering betreft; hoe zou zo'n kind dit beleven?
In Heesch hebben we de acommodatie bekeken en geconstateerd dat die prima voldoet voor de zomerbijeenkomst. Daarna heeft Jan me weer op de trein gezet. In Den Bosch wilde ik twee Bossche bollen kopen. Maar tot mijn verbazing stond niet alleen de winkel van bakkerij De Groot helemaal vol maar stond er zelfs een rij buiten. Ik had geen zin om te wachten en ging weer terug naar het station.
In de trein naar Utrecht zag ik twee jonge vrouwen; de ene was aan het studeren en bezig met haar boek, markeerstiften en concentratie; de ander had een laptop op schoot met koptelefoon en haalde een knisperzak met aardappelfantasie in chemisch mengsel en ging aandachtsloos zitten knagen en een film bekijken. Ze schoot regelmatig in een onderdrukte lach. Toch ook een vorm van virtuele werkelijkheid. Het is werkelijk alom aanwezig realiseerde ik me op dat moment. Tja, ik zocht in m'n rugzak maar had helaas m'n e-reader vergeten. Die electronica heeft ons wel heel veel mogelijkheden geschonken waaronder de virtuele werkelijkheid. Dat had ik toch niet helemaal voorzien toen in 1983 de eerste PC op m'n bureau belandde.

16 oktober 2012

Virtuele natuur

Virtuele natuur. Geplukt van Internet
Via mijn goede vriend Dick ontving ik vanmorgen een artikel van de club wAarde . Het was een beleidsstuk over het beheer van de natuur. De sterk afnemende interesse voor de natuur, waar ik ook al regelmatig in deze WebLog over sprak, wordt ook in dit rapport geconstateerd. Vooral jongeren hebben een heel andere beleving van "de natuur" dan zoals ik mij dat voorstel. Iets om wat in te doen als joggen, fietsen, "frisse lucht" ervaren maar niet als "doel op zich" vanwege schoonheid of andere belevingswaarde; meer als décor voor "leuke dingen". In het rapport vraagt men zich af wat voor beleidsbeslissingen zouden kunnen worden genomen om op deze trend in te spelen. Een zeer lezenswaardig rapport!
Een voor mij niet geheel nieuw fenomeen betrof de opkomst van de virtuele natuur met name bij jongeren. Kennelijk appelleert de beschutting en de schoonheid van de natuur wel degelijk aan een onderbewust gevoel bij de jongeren. Echter, als zoveel van de moderne "belevingen" wordt dat geconsumeerd via "een scherm". Zoals ik Dick al antwoordde in mijn mailtje, nadat ik het rapport had gelezen: 

Natuurlijk vind ik het wel jammer, maar wanneer ik zo'n uitspraak als die van die Marokkaanse jongetjes lees, of verneem dat men nog meer plezier heeft aan die virtuele natuur (zonder de nadrukkelijke stilte, zonder de geuren, zonder de onvoorspelbaarheid van de omgeving, zonder de wind om je oren of de regen en kou in je smoel) dan haak ik af en denk; je zoekt het maar uit.
Anderzijds ken ik natuurlijk ook het enthousiasme van die jonge kinderen bij het project van staatsbosbeheer, oftewel, "de kindertjes van Strabrecht" waar ik zelf als gids aan deelneem.
De zorg die ik al jaren heb over het volslagen gebrek aan belangstelling voor de natuur (wanneer kom je nou iemand tegen op het Hijkerveld, op het Fochteloeërveen? Zelden of nooit!) Dus het leeft inderdaad niet; op naar de virtuele natuur. Ik vind het best als ik er nog maar van kan genieten. En zo niet hier in NL, dan wel elders als bv in de Eifel

Het hoort natuurlijk ook wel bij de middelbare leeftijd dat je met Louis XV denkt: après moi le déluge.

15 oktober 2012

De boodschapper

Kader Abdolah
Eigenlijk had ik het niet zo op die schrijver met die melancholieke ogen en die prominente snor: Kader Abdolah. Maar inmiddels heb ik drie van zijn boeken gelezen en is mijn vooringenomenheid volkomen gelogenstraft. Werd zijn boek: "Het huis van de moskee" door de recensenten opgehemeld als het op één na beste boek dat in de NLse taal werd geschreven, dan moet ik toch constateren dat "De boodschapper", het boek over de persoonlijke geschiedenis van Mohammed, door de auteur uit de mond van de kroniekschrijver van de profeet van de Islam opgeschreven, van ongehoorde kwaliteit is. Er van uitgaand dat niet alles werd verzonnen dan geeft het een zeer realistisch beeld van de opkomst van een wereldreligie. Een dergelijk openhartig boek ontbreekt mijns inziens in de christelijke historiografie.
Met onderbreking door een nachtrust heb ik het in één ruk uitgelezen. Schrijft hij in het boek "De kraai" nog met zekere schuchterheid over de groten uit de NLse literatuur, daar mag hij zich na het lezen van dit boek in deze rijen scharen. Wat mij betreft wordt hij de volgende Nobelprijswinnaar na Mo Yan en Tranströmer of Almudena Grandes.

14 oktober 2012

Een laars in de prut

Allemachtig wat was het een prutzooi gisteren op het Kwadijker Vlot. Vorig jaar heb ik er nog gewerkt gewoon op m'n wandelschoenen maar dat zou dit jaar onmogelijk zijn geweest. Gelukkig had Henk een paar passende laarzen voor mij zodat ik niet onverricht ter zake weer af kon taaien. Het veenmos, volgezogen met het regenwater van de afgelopen weken veerde terwijl het water er doorheen kwam; echt trilveen. Maar nu gingen we gewoon aan het werk; het te ruimen riet was veel zwaarder dan anders vanwege de regen.
Adriaan met z'n laars
Wanneer ik deze verende zomp ergens tijdens een wandeling zou tegen komen zou ik rechtsomkeert hebben gemaakt; zo stel ik me een moerasgebied voor. En terecht, want Adriaan zakte op een zeker moment met laars en al tot zijn knie in de modder en kwam er met alleen een sok weer uit, waarop Leon spits vroeg of er iemand een laars miste (die nog net met een randje boven het modderwater uitstak). Ik moest zo lachen dat ik vergat om een foto te maken.
De "lastpack", kwam er ondanks zijn rupsbanden nauwelijks doorheen zo drassig was de grond en zo zwaar was de belading met het vochtige riet. Na de lunch heeft een aantal onzer zijn agressie mogen botvieren op de bossages aan de rand van "het Vlot", dit ter meerdere glorie van de insecten. Aan de rand werden inkepingen gemaakt zodat er meer randgebied ontstaat. Juist aan de overgangsranden zijn de omstandigheden voor insecten het gunstigste. Lekker om zo met een zaag tekeer te kunnen gaan. Dat deed ik op de Hoflaan ook altijd zo graag. Wanneer ik na mijn werk thuis kwam ging ik even "een tak zagen" in de tuin, dat Anneke wel eens verzuchtte of ik wel wat wilde laten staan. En hier in Kwadijk kon ik heerlijk mijn gang gaan. Moe maar voldaan stopten we tegen een uur of half drie; Ab bracht me nog naar het station waar de trein keurig voor m'n neus weg reed. En toen niet gewacht (ik was nat geworden door de regen en had het behoorlijk koud) maar de trein naar Hoorn genomen (daar reed de trein terug naar Sloterdijk eveneens precies voor m'n neus weg). Weer wachten en kouder geworden. Toen maar de trein naar Haarlem genomen, waar de trein richting Spaarnwoude ook net voor m'n neus vertrok. Vervolgens het duurste frietje ooit gegeten in Haarlem (3euro50?!) en toen de trein naar Haarlem Spaarnwoude. Op weg naar het verjaardagsfeestje bij mijn vriend Peter C. heb ik me weer lekker op temperatuur gewandeld. Volgende keer maar beter kijken hoe laat de trein precies gaat.

13 oktober 2012

Nooit bracht de kerk mij zo'n verlossing


De werkgroep aan het werk. Op de achtergrond
het kerkje van Kwadijk
Het was weer de tweede zaterdag van de maand oktober; werken op het Kwadijker Vlot. De avond tevoren bleek al dat Roos te verkouden was om mee te gaan. Ze was, net als ik enkele dagen eerder, behoorlijk verkouden en hoestte nog meer dan ze normaal al doet. Er was zaterdagmorgen dus behoorlijk wat innerlijke kracht voor nodig om er om 7.33 uur uit te springen. Snel een beker wei gedronken en een beker melk; boterham met amandelmoes voor direct, een boterham met boerenkaas om mee te nemen en nog een boterham met gebakken ei en spek die over was van de wandeling met Huib afgelopen donderdag.
Geweldig gehaast dus en naar het station geraced alwaar ik ruim op tijd aankwam voor de trein van 8.11 uur naar Utrecht. Overgestapt, nogmaals in Zaandam en zo tegen een uur half tien kwam ik in Purmerend Overwhere. En dan nog een stevige wandeling naar Kwadijk. En ja hoor, de stimulerende werking van de wandelspieren zorgen dan voor een opwekkende energie voor het stoelgangcircuit. En natuurlijk geen enkele gelegenheid daar in dat woondorp Purmerend. Ik was dan ook de wanhoop nabij toen ik in Kwadijk arriveerde. Maar daar vlakbij het Kwadijkervlot, naamgever en werkgebied van onze werkgroep staat het kerkje van Kwadijk en daar brandde hoopgevend licht. U begrijpt het verder wel; de kerk was open; er waren dames bezig met de voorbereiding van een gezellige bijeenkomst en ik mocht van het toilet gebruik maken. Ik heb na afloop voor mijn doen ruim gedoneerd aan de kerk en bij het afscheid gezegd dat de kerk mij nog nooit zo'n verlossing had geschonken. Ik geloof niet dat de opmerking als geestig werd aangemerkt hoe zeer deze ook uit mijn hart kwam!

12 oktober 2012

De waterleidingduinen

Fraai uitzicht in de waterleidingduinen
Nog nauwelijks hersteld van m'n verkoudheid heb ik donderdag met prachtig weer gewandeld met Huib. Als gewoonlijk had Huib de bestemming en het reisschema bepaald terwijl ik me beperkte tot de koek en zopie. De bestemming werd gevormd door de Waterleidingduinen; we startten bij station Hillegom. Huib had me al aangekondigd dat er veel herten liepen in deze duinen. We waren dan ook danig teleurgesteld toen we er geen enkele zagen. Daarentegen was het landschap schitterend; prachtige duinen en een verrukkelijke stilte. Na een vergeefse zoektocht naar een bankje besloten we maar om genoegen te nemen met een steilrandje aan de kant van het pad. Koffie en appeltaart smaakten er niet minder om. We gingen verder en uiteraard was er als gebruikelijk tweehonderd meter verderop een bankje met prachtig uitzicht; we moesten er natuurlijk smakelijk om lachen want dit gebeurt ons telkens weer!
Op het laatste stuk moesten we er nog stevig aan trekken om op tijd, d.w.z. voor 16.00 uur in te kunnen checken op station Heemstede Aerdenhout. En ...... daar zagen we in de buurt van uitgang Vogelenzang niet alleen tal van damherten, hindes en jonge dieren, maar we hoorden ook het burlen van bokken; alsof er een middelbare scholier keihard boeren staat te laten, zo klinkt het ongeveer dat burlen. Daar gaan sommige natuurliefhebbers 'smorgens vroeg of juist heel laat voor naar de Veluwe om het aan te kunnen horen.
Een bok tussen het struweel,
omringd door fotografen
Nergens voor nodig; ga maar naar de waterleidingduinen; de herten zijn daar werkelijk een plaag aan het worden en het burlen kun je alom horen; op enig moment hoorden we meerdere bokken tegelijk als riepen zij of we wel naar hen wilden luisteren.
Eerlijk gezegd liep het water me in de mond; ik had wel zo'n malse lende van zo'n fraai-geoogde hinde of zo'n jong dier op mijn bord gewild! Stevig aangebraden en zachtjes verder gestoofd. Met wilde bosuitjes en een wijnsausje met cranberrie compôte, mmmm. Gebakken Opperdoesjes erbij, toefje rode kool. En dat liep daar zomaar rond! Ze waren zo tam; er wordt duidelijk niet gejaagd in dit deel van de duinen. Volgens Huib breken ze ook uit naar buiten het gebied en beginnen ze een gevaar te vormen voor het verkeer; net als de ganzen en het vliegverkeer. Ik stel mijn keuken graag beschikbaar zoals duidelijk moge zijn.

11 oktober 2012

Het huis van de moskee

Dit boek van Kader Abdolah had ik niet eerder gelezen. Het is verrassend; begon ik ermee in de trein, kon ik gewoon niet meer stoppen met lezen. Totdat de ayatollahs in het verhaal de revolutie predikten en de macht op gewelddadige wijze overnamen. Toen heb ik het boek enkele weken weggelegd. Maar nu heb ik het met mijn snotverkouden hoofd uitgelezen. Een spannend en bijzonder informatief boek. Zoals de recensies al schrijven, geeft het een genuanceerd beeld van de Islam in de dagelijkse praktijk van de plattelandsbevolking van Iran.
De eerste helft van het boek deed bijna Zuid-Amerikaans aan; of ik Isabel Allende las met al die wonderlijke gebeurtenissen als mieren die als op bevel weer terug kruipen naar hun nest in de muur; een kraai die waarschuwt bij onheil; trekvogels die door hun verentooi de schoonheid van de beroemde Perzische tapijten bepalen. Die wat sprookjesachtige sfeer blijft voortdurend op de achtergrond een rol spelen. Dat vind ik een bijzondere gave van schrijvers als Kader Abdollah, Isabel Allende en Gabriel Garcia Marquez; dat hangt ongetwijfeld samen met de cultuur van die landen.
Maar vervolgens die wrede revolutie die mij meer deed denken aan de jaren van de opkomst van het nazisme en de Franse resp. Russische revolutie. Het hoort meestal bij een revolutie dat afschuwelijke moorden. Vervolgens keert ook in dit boek de rust terug en klinkt nog slechts een enkel schot, net als de moord op Trotski in het buitenland gepleegd.
Het boek wordt als tweede beste roman in de NLse taal genoemd. Ik vind het een bijzonder goed boek, maar dat laatste vind ik nogal overdreven eerlijk gezegd. Overigens zou ik wel eens willen weten wat dan wel nummer 1 mag zijn.

10 oktober 2012

Een bizondere vondst

Een bison bij Cotessen in een weiland
Nee, geen verschrijving; tot mijn verbazing zag ik afgelopen maandag in een weiland bij Cotessen een bizon lopen, zonder zijn maat bizonder overigens. Het is een van de vele flauwe taalgrapjes van Leonhard Huizinga, zoon van de beroemde historicus Johan Huizinga.
Het verhaal gaat dat Leonhard met zijn vader had gewed dat hij een boek kon schrijven dat een grotere oplage zou gaan kennen dan het beroemde boek "Herfsttij der middeleeuwen", het magnum opus van vader Johan. En dat schijnt gelukt te zijn.
Wie van mijn generatie kent niet de hilarisch idiote boeken in de serie "Adriaan en Olivier". In mijn studententijd was het vrij gebruikelijk om de gedichten uit de boeken over deze legendarische tweeling te citeren. Hele gedichten werden gedeclameerd met name het gedicht over "De winden". De strofe: "En toen bereikte de droeve stoet de open groeve", schitterende alliteraties op een zwaarmoedig thema. En natuurlijk het gedicht voor oom Wout dat eindigt met: "Kus mij de welgevormde achterbout, die men veelal verscholen houdt". Het zijn toch zinnen die voor het nageslacht bewaard moeten blijven/
Maar mijn vriend Dick had het vaak over de bison en zijn maat bisonder.
Het eerste boek van de serie (die overigens steeds meliger en daarbij onverteerbaarder wordt) las ik, daartoe aangespoord door Coby dB, mijn eerste hoofdanaliste, begin zeventiger jaren. Een half jaar geleden las ik het opnieuw en moest ik vooral erg lachen om het gedicht over de winden, dat aldus het boek, werd voorgelezen in de raadszaal door een magistraat. Lees het maar eens. Maar lees het boek ook maar eens voor de aardigheid hoewel ik denk dat velen het wat melig zullen vinden.

09 oktober 2012

Uit mijn studententijd

Foto, genomen in 1966 met alle toenmalige leden van het
dispuut PROIRA
Vanmiddag was hier een dispuutsgenoot van mij op bezoek; Gillis M. We hadden elkaar ergens rond 1970 voor het laatste gezien, dus ruim veertig jaar geleden. En als je elkaar dan weer ziet valt alle tijd weg. Gillis was niet echt veranderd; ik zou hem "op straat" herkend hebben.
We hebben ruim twee uur met elkaar gepraat, vooral over hoe het ons qua werk en privé in al die jaren vergaan is. We zullen in een volgend gesprek ingaan op wat het dispuut PROIRA voor ons betekend heeft. Gillis had een heel pakket foto's meegenomen, waaronder een foto met zo op het eerste oog alle PROIRAten van de eerste drie jaren met de twee voortrekkers Alef K. en Pieter S. Ontzettend leuk om al die gezichten weer te zien.

08 oktober 2012

Het wisselen der seizoenen

Paddenstoelen; teken van de herfst
De overloop bij het wisselen van de seizoenen
Na een fraaie, misschien wat natte, maar volgens deskundigen volstrekt normale NLse zomer is dan nu toch definitief de herfst ingevallen. Het heeft al een paar keer stevig gewaaid waarbij de takken uit de bomen waaiden omdat de bladeren er nog aan zaten. Maar nu zie je toch door alle nattigheid dat de paddenstoelen tevoorschijn komen; de bladeren beginnen te kleuren en af te vallen. Rook ik de herfst al een paar weken geleden toen ik in een bos met populieren wandelde, daar had ik vandaag, terwijl Roos en ik door de bossen van Den Dolder en Soest wandelden, voor het eerst een echt herfst gevoel.
Maar het duidelijkste teken van het wisselen der seizoenen vind ik twee keer per jaar toch wel op de overloop van mijn flat. Mijn buurvrouw wisselt haar garderobe kennelijk ieder half jaar en doet mij daar altijd nadrukkelijk kond van door haar kleren dagenlang over de balustrade te laten hangen. Die worden dan gewisseld met kleren die beneden in de berging liggen.  Ook ik heb een aantal winterjassen in de berging hangen omdat ik er boven geen ruimte voor heb, maar ik laat ze daar rustig hangen en draag ze slechts wanneer het heel koud is. En nu hangen de zomerkleren van de buuf er weer, dus de zomer is definitief ten einde!

07 oktober 2012

Edgar Allan Poe

Dit gat in de muur stond model voor het
verhaal "De zwarte kat" van E.A. Poe
(foto van mijn vriend Peter C.)
Vandaag, 7 oktober is het 163 jaar geleden dat Edgar Allan Poe in Baltimore op mysterieuze wijze, 40 jaar oud, overleed. Aldus verhaalde mijn goede vriend Peter C. die net terug is van een leuke reis door Amerika; een reis die o.a. in het teken stond van die ouwe griezelverhalenschrijver Edgar Allan Poe. Peter schreef me: 

citaat
"Donderdagochtend stond ik bij zijn graf op klein kerkhofje midden in de stad en dat deed me best wel wat. We waren in Philadelphia een week eerder in een huis geweest waar hij woonde rond 1840 en waar een klein museum is ingericht door de US overheid. We stonden er in een bedompte kelder en ik was op de bovenverdieping in het kamertje waar hij “The black cat” schreef dat ik ’s avonds voor het slapen gaan herlas".
einde citaat

Ach, wat heb ik destijds op het HLW, onze oude middelbare school ontzettend genoten van die griezelverhalen. Ik wist er best nog een stel uit m'n mouw te schudden ook al is het decennia lang geleden dat ik ze voor het laatst las. Wel heb ik ze herlezen want ik herinner me dat het (prisma)boekje helemaal uit elkaar was gevallen. Het verhaal "De moorden in de rue Morgue" vond ik wel het meest spannend. Een Orang Oetang die ontsnapt was en met een scheermes een paar oudere dames in flarden had gesneden in met kracht in de schoorsteen had geduwd. En dan zo'n slimme Poirot die al redenerend het raadsel van de dader oplost. 
Peter, vorige week bij het graf van Poe
Poe stond met zijn verhalen model voor vele andere latere detectiveverhalenschrijvers. 
Zijn griezelverhalen zijn heel anders dan die mysterieuze verhalen van Lovecraft; daar vond ik niet veel aan; effectbejag vond ik. 
De Zwarte kat, van de hand van Poe, gaat over een slecht huwelijk waarin een zwarte kat een navrante rol speelt. De clou weet ik niet meer zo precies, maar de echtgenoot vermoordt zijn vrouw door toedoen van die rot kat en metselt het lijk vervolgens in (vandaar deze inspirerende nis in de kelder). Wanneer de politie komt, die natuurlijk niks kan vinden, slaat de man triomfantelijk met zijn wandelstok tegen de muur waar het lijk achter zit, als om nog eens te onderstrepen dat het onderzoek onzinnig is. En dan klinkt er een afschuwelijke krijs, waarvan de beschrijving mij destijds de haren ten berge deed rijzen. De agenten breken de muur open en daar staat het half vergane en aangeknaagde lijk, met daar bovenop natuurlijk die zwarte kat, de kwelgeest van de dader. Echt een ouderwets griezelverhaal (zo'n 140 jaar oud inmiddels).
Natuurlijk heb ik Peter gevraagd of ik een stel van de foto's mocht misbruiken voor mijn Weblog, waarvan acte. Peter vroeg zich af wie op onze ouwe middelbare school ons dit boek zou hebben aangeraden; hij dacht onze docent Nederlands. Ik heb geen idee en dacht eigenlijk dat het uit de koker van onze klasgenoot, mijn jeugdvriend Bram G. kwam, althans van zijn oudere zusters. Maar echt weten doe ik het ook niet.

06 oktober 2012

Roger Scruton: "Over de schoonheid"

Eigenlijk heb ik het niet zo op met dat onbegrijpelijk geformuleerde geleuter van filosofen. Regelmatig probeer ik toch om de gedachtengang omtrent een bepaald onderwerp te volgen door het lezen van een filosofisch werk. Daarbij is mijn aandacht heden op Roger Scruton; de Elsevier heeft regelmatig aandacht voor Scruton, maar ook in het oude VPRO programma "Van de schoonheid en de Troost" speelt Scruton een voorname rol als gast en geïnterviewde in het programma. Vanuit Youtube kun je verschillende interviews met Scruton beluisteren. Zo kwam ik ook op de verschillende boeken die hij heeft geschreven en waarvan een aantal ook is vertaald in het NL, alle beschikbaar via de bieb!
Op Het boek "Schoonheid" heb ik inmiddels mijn tanden gebroken. Scruton schrijft begrijpbaar, dit i.t.t. de andere filosofen waarvan ik tot op heden werk van heb proberen te lezen; zijn werken zijn daarom goed toegankelijk voor niet-filosofen. Op uiterst precieze wijze behandelt hij de verschillende aspecten van schoonheid; de rol van het subject en het object. De kwestie van smaak en de plaats van de cultuur en het tijdsgewricht van degene die een object beoordeelt. In plaats van axioma's wordt uitgegaan van gemeenplaatsen. Met grote waardering lees ik de zorgvuldigheid waarmee het thema wordt behandeld; uitvoerig, misschien langdradig, voor een bèta als ik ben, toch wel vaak onnavolgbaar. Maar je kunt ongestraft aan de volgende paragraaf beginnen.
Een eye-opener zijn de voorbeelden die hij noemt. Zijn enorme waardering voor Schubert, met name de Winterreise, de cyclus die ik met Roos uit ten treure heb gespeeld en waarvan mij (shame on me) toch eigenlijk wel vaak de tekst is ontgaan. Nu zit ik met m'n mp3-spelertje enorm te genieten van de uitvoering van Brigitte Fassbaender en dringt de muziek met tekst veel beter tot me door; de rol van een deskundige die door Scruton overigens zeer genuanceerd wordt neergezet. Prachtige schilderijen van mij onbekende schilders; beeldhouwwerken, architectuur, dit alles toegankelijk via het onvolprezen Internet. Voor het eerst dat een filosoof mij de weg heeft gewezen. Dank!

05 oktober 2012

Poelepetaatje; wat anders dan plofkip!

Parelhoen
Je ziet ze nog wel eens op een boerenerf; luidruchtig, altijd als een groepje, kleine koppies en een mooie bevedering: parelhoenders, ook wel poelepetaatjes genoemd. Bij mijn laatste bezoek aan de HANOS had ik er eentje gefileerd en wel gekocht en in de vriezer gelegd. Maar gistermiddag had ik het beestje toebereid; flink gezouten aan de buitenkant, een stevige kluit ganzenvet in de Creusot en op middelhoog vuur aan alle kanten bruin bakken en op zeer laag vuur nog een uurtje nasudderen. Voor de zekerheid had ik alvast een kluif geproefd en die smaakte uitstekend. En nu vanmorgen heb ik als ontbijt de rest van het corpus, afgezien van de botten naar binnen gesmuld. Want wat is dat lekker; net een kippetje van "vroegeg" (Haags voor vroeger); vol van smaak, niet droog, maar hier en daar een lekker stuk onderhuids vet. Toch wel heel anders dan de plofkip die ik destijds tot soep verwerkte en waarbij geen vetoogje boven kwam drijven; smaakte eigenlijk ook nergens naar.
Ik heb nog wat borstvlees van het poelepetaatje bewaard om een beetje ragout van te maken. Nog een puntje appeltaart (staat nu in de oven) als nagerecht en dan ben ik helemaal klaar om vanmiddag naar een lezing in het kader van "Lof der Geneeskunst" te gaan in Rotterdam! Weer eens wat anders.
Uiteindelijk ben ik, vanwege het vreselijke weer niet naar Rotterdam geweest. Maar dankzij de moderne techniek heb ik de twee bijzonder interessante lezingen via Internet kunnen "bijwonen".

04 oktober 2012

Het antropoceen

Deposities van antropogene aard
Tijdens het onkruid ruimen tussen de oude aspergeplanten, gisteren in de Tuinderij Eyckenstein, had ik een "intercollegiaal overleg" met mede-vrijwilliger Remy, geoloog. Het is heel grappig om te merken dat de vrijwilligers in zo'n moestuin de zelfde interesses hebben, met name voor wat betreft voedsel. Zo merkten we al snel dat velen zelf hun brood bakken en grote aandacht besteden aan de herkomst van de ingrediënten. Dus daarover spraken wij, maar ook over andere interesses als de Heimansgroeve en over de grote verdienste die Heimans heeft gehad voor het natuuronderwijs in NL. Natuurlijk kwam het bijzondere aspect van het carboon, waarvan Heimans zo'n honderd jaar geleden ontdekte dat het in de later naar hem genoemde groeve aan het oppervlak kwam. Remy maakte mij vervolgens opmerkzaam op de in geologisch wetenschappelijke kringen voorgestelde naam voor het tijdperk waar wij heden in leven, dus van de laatste pakweg 150 jaar: het antropoceen, de geologische neerslag van datgene dat door de moderne mens werd veroorzaakt en geproduceerd (waarbij de mens zelf waarschijnlijk als "gidsfossiel" zal dienen). Bij het zien van de hier boven getoonde foto begrijpt u wel waar deze geologische laag over een paar miljoen jaar specifiek door gekenmerkt zal worden.

03 oktober 2012

Wisselgeldsoep

Sinds enige weken werk ik als vrijwilliger in de tuin van Eyckenstein, een grote moestuin, werkend op biologische basis onder de bezielende leiding van Luuk. Hij had prachtige uien en knoflook liggen en daar wilde ik graag wat van aanschaffen; die verse ingrediënten zijn niet te versmaden en uien zijn niet zo'n gangbaar product, althans mijn vaste moestuin leveranciers hebben niet altijd uien en zeker geen knoflook.
Natuurlijk had ik geen kleingeld, maar Luuk kwam een heel eind met terug betalen. En als wisselgeld vroeg hij of ik genoegen wilde nemen met een pompoen. Dat ingrediënt had ik nog nooit gebruikt in de keuken dus dat leek me wel verrassend. En zo heb ik gisteravond voor de eerste keer, op basis van de pompoen, soep gemaakt die door Roos direct werd gedoopt tot "wisselgeldsoep", een heel wat flatteuzer benaming dan die van de soep die ooit door een vriend van Joke bestempelde "kippenbaksoep".
Als basis wilde ik beginnen met wat cous cous, maar die kon ik in de chaos van mijn keuken nergens vinden. Maar wel vond ik een vergeten zakje met Amaranth, het graan van de Inca's. Het is een bijzonder fijnkorrelig graan dat niet erg smaakt als je het als enige basis gebruikt in een maaltijd. Maar het leek mij heel geschikt als onderdeel van de soep. Even aangebakken in een koekenpan waarin nog wat olie stond van een vorig baksel en met water laten opgaren.
In een grote Creusot pan vervolgens een stevige kluit ganzenvet en daarin een in plakjes gesneden Groningse gedroogde worst gebakkenmet kruiden die ik ooit op een markt kocht van een vertegenwoordiger van een lokale Palestijnse vrouwenorganisatie; ik kon de smaak niet thuis brengen, maar wilde het voor deze gelegenheid gebruiken. Een grote Groningse ui fijn gesneden en meegebakken; na 10 minuten een hele knoflook ui geschild en de teentjes meegebakken. Ondertussen de pompoen van schil en pitten ontdaan en fijn gesneden, ook toegevoegd met wat water. Amaranth erbij, paar handjes rode linzen gedaan erbij, preitje (van Luuk gekregen omdat het enigszins was beschadigd) gesneden en gewassen en toegevoegd en twee bouillontabletten voor de smaak en lekker laten koken op een zacht pitje. Tot slot een blikje tomatenpuree; de wisselgeldsoep smaakte fantastisch.

Riet schreef: Leuk verhaal Evert/Ferry Ik doe altijd als basis een of twee aardappels door de pompoensoep en ook wat ras al hanoet en/of kerry en ook een fijn gesneden stukje verse gember en natuurlijk uien en knoflook. Met de staafmixer pureren. Afmaken met creme fraiche jammie jammie!

Dankjewel Riet. Dat ras al hanoet spreekt me aan! Ik ben al lang op zoek naar lekkere oosterse kruiden. En dit klinkt goed. Waar koop je dat?

Riet schreef: Onder andere bij Dille en kamille en ook in turkse winkels en op sommige markten. Het is erg lekker, ik doe het ook in veel vegetarische gerechten.  Je kunt op internet ook veel info vinden over ras al hanout.


02 oktober 2012

Die Eifel ist wunderschön

Herfstkleuren, foto geplukt van Internet
Tussen al onze bezigheden konden we afgelopen weekend toch twee dagen vrij maken om weer eens heerlijk in de Eifel door te brengen. Ach, die omgeving heeft ons niets nieuws te brengen, maar het feest van het weerzien, de pracht van de natuur in het begin van de herfst; het zijn de elementen waar we het voor doen maar niet in de laatste plaats ook om weer eens lekker verwend te worden in Hotel zur Post in Simmerath. Herr Friedhelm Braun is onze altijd vriendelijke en heerlijk kokende gastheer en stelt er een eer in om het ons geweldig naar 't zin te maken.
En zo vertrokken we zondagmorgen vroeg met de trein van vier minuten voor 8 naar Utrecht; met de snelbus (vanwege geplande werkzaamheden) naar den Bosch en door met de trein naar Maastricht. Met een Euregioticket met bus 50 naar Aachen en daar net de aansluiting gemist, maar niet getreurd, naar Aachen Bushof en daar konden we wel een bus in de gewenste richting nemen.
Door alle wandelingen van de afgelopen twee weken was ik eigenlijk behoorlijk afgetaaid en tot mijn opluchting stelde Roos voor om eerst lekker te gaan lunchen bij "Herr Braun". Nou dat werd me een lunch; we hebben ons aan de grond vast gegeten. En toen lekker aan de wandel over de Höckerlinie, het lineaire natuurgebied dat ik al eerder beschreef. En daar hebben we in de volop schijnende zon (wat een schitterend weer was het!) op een bankje zitten uitbuiken. Met de verrekijker heb ik vogels bekeken; een grijze roodstaart, een boomklever maar ook een stel reeën. We hebben die zondag vooral lekker zitten eten, want 'savonds hebben we het ons opnieuw laten smaken. En doordat we het rustig aan deden (nog geen 10 kilometer) was ik maandag weer helemaal uitgerust en hebben we een uitgebreide wandeling naar Monschau gemaakt. Bij binnenkomst in het dorp maakte Roos me attent op de schitterende herfstkleuren van het bos dat bijna verticaal oprijst achter de eerste huizen. Monschau ligt in het dal van de Ruhr en is werkelijk een plaatje. Het is niet voor niks zo geliefd bij NLse toeristen.
We dachten snel met bus en trein thuis te zijn, maar door pech en stommiteit van mij werd het twaalf uur dat we thuis waren en met een heerlijk glaasje witte wijn onze tweedaagse af rondden. Roos zei de volgende dag dat het wel twee weken had geleken en niet slechts twee dagen.

01 oktober 2012

Spectaculaire lemniscaten

Voor mijn vriend Peter C. is een vrije tijds onderneming pas echt geslaagd indien deze "spectaculair" genoemd kan worden. In die zin was mijn wandeling van afgelopen vrijdag in Oost Groningen zeker spectaculair. Een belangrijk doel voor mij betrof toch wel de Dollard en met name de kwelders van de Dollard. Die waren prachtig om te zien. De foto van de kwelder bij het Bloggie van vrijdag spreekt voor zich. Maar wat ik werkelijk spectaculair vond dat waren toch wel de vogels. Ik had vanzelfsprekend mijn kijker thuis gelaten; niet vanwege vergeetachtigheid maar vanwege mijn draagvermogen. Mijn keuze bij het vertrek betrof thermosfles koffie of de verrekijker. En de eerste genoot mijn voorkeur, met name vanwege de "Beilage", het puntje appeltaart. (Ik vind het zo leuk om de medereizigers te laten "meegenieten" van de lucht van verse koffie en zeker van het zien van die heerlijke appeltaart, gemeen als ik ben).
Maar goed, aangekomen bij de Dollard, bij kilometerpaal 1 (het begint grappig genoeg met kilometerpaal -1,5 km) zag ik een groep vogels opvliegen; het bleken kieviten, waarschijnlijk oefenend en fouragerend voor de vlucht naar het Zuiden. En wat zo spectaculair was dat was de steeds weerkerend kleuromslag wanneer ze van richting veranderden, lemniscaten vormend in de lucht met de lage zon als belichting. Kunnen spreeuwen schitterende figuren in de lucht vormen, daar illustreren de kieviten dat met de omslag van zwart (hun bovenkant) naar wit (de kleur van hun buiken). Ik vond het spectaculair en moest aan Peter denken. Ik heb er geen foto van kunnen maken zo gefascineerd was ik door de aanblik.