31 juli 2012

Het houden van kippen II


Een fraaie kippenren, erve Groot Bavel, De Lutte

De kippenren
Ik geef toe dat ik geen uitgesproken timmerman ben en dat mijn kipperen geen architectonisch hoogstandje was. Ik had hem op een zomeravond aangelegd en hij functioneerde na 20 jaar nog prima. De grootte van de ren moet je natuurlijk aanpassen aan de grootte van je tuin. Hoe groter de ren is hoe meer (biologisch) afval je zonder problemen kwijt kunt. Onze ren was wel 50 vierkante meter voor 5 kippen, maar de kippen gebruiken slechts de voorste helft en vroeger hielden we er 10 kippen in de zelfde ren zonder problemen. Ik schat zo dat je per kip genoeg hebt aan 2 tot 5 vierkante meter als je het niet zo vaak omspit; mijn zonen spitten het ongeveer 3 keer per jaar om. Indien het iedere maand omgespit zou worden kun je volstaan met 2 vierkante meter per kip. Als je nog minder ruimte hebt (wat best kan want kippen vinden alles best als je ze maar genoeg te vreten geeft), dan moet je de stront wekelijks verwijderen en over de tuin verspreiden. Een eenvoudige ren maak je door gaas van twee meter hoog ongeveer 30 centimeter in te graven. Palen sla of graaf je in de grond om de twee meter en het gaas maak je vast met nieten. Natuurlijk kan het allemaal wat fraaier (zie foto). Een kennis van me heeft een ren waarbij tot op dertig centimeter hoogte tegels zijn geplaatst om de muizen tegen te houden. Dat ziet er wat beter uit, maar aan mij is dat niet zo besteed; ik houd meer van een wat improvisorisch geheel, maar dat is een kwestie van smaak en timmeraanleg.

Een zeer professioneel nachthok, onvergelijkbaar
met wat ik ooit had.
Het nachthok 
Kippen stellen nauwelijks eisen aan hun behuizing; een eenvoudige droge overdekte ruimte met wat stro, een zitstok en een voerbak met legkorrels is genoeg. Gedurende de nacht kruipen ze lekker tegen elkaar; het is een heel gezellig geluid als je 'snachts een keer gaat luisteren. Dat slaperige kippegetok heeft iets heel kneuterigs. Verwarming is niet nodig. Kippen kunnen tegen de strengste vorst. In een strenge winter in de tachtiger jaren heb ik het meegemaakt dat de punten van de kammen waren bevroren en in het voorjaar zwart werden en afvielen zoals de vingers van een beklimmer van de Mount Everest. Ze legden er geen ei minder om en vraten er geen hap minder om.

Het branden van snavels

Het is een triest gezicht als je kippen met afgebrande snavels ziet eten; ze moeten wel vijf keer pikken voordat ze een graantje naar binnen krijgen. Als je dat vergelijkt met het rustige pikken van een kip met volledige snavel, dan weet je wat zo'n beest wordt aangedaan. Ik vind het dieren-kwellerij dat afbranden en voor de kippen die door particulieren worden gehouden is het klinkklare onzin dat de snavels gebrand worden. Helaas is het heel moeilijk om nog kippen met volledige snavels te kopen.
Kortwieken; vliegen ze niet meer
over de omheining van de ren

Kortwieken
Om te voorkomen dat de kippen over het gaas heen vliegen moet je ze kortwieken. Zorg daarbij dat je ze niet in hun vel snijdt. Verwijderen van de slagpennen aan beide zijden werkt het beste is mijn ervaring. Ze zien er dan niet meer uit, maar dat moet je dan maar voor lief nemen.

Slachten van de kippen
Vroeger slachtte ik de kippen als ze drie jaar waren en gingen ze in de soep; voor iets anders waren ze niet meer geschikt: zo taai als sinterklaas z'n achterste. Naarmate de kinderen ouder werden en begonnen te protesteren liet ik de kippen vanzelf doodgaan. Ik raad iedereen aan om dat te doen; het heeft iets ondankbaars om die beesten geen oude dag te gunnen. Het is overigens verbazend hoe oud kippen kunnen worden en hoe lang ze nog eieren leggen; ze worden soms wel 7 jaar. Ach, eigenlijk ging het me al lang niet meer om de eieren maar vooral om de gezelligheid die kippen geven. 
Als een kip aan het eind van z'n leven komt dan zie je dat aan de kam. Die begint te schrompelen en wordt licht van kleur. Meestal duurt dat niet lang en wordt de kip steeds slomer. Op enig moment gaat zij rustig in een hoekje zitten, vreet niet meer en gaat heen. Ik begraaf de kippen aan de voet van een fruitboom die daarmee de nodige extra voedingsstoffen krijgt. Ik geloof dat je ze eigenlijk moet meegeven met de vuilnisman, maar stopte ze altijd in de grond. Toen ik de kippen nog slachtte deed ik dat altijd pijnloos voor de kippen. Daartoe deed ik een stropje om het kopje om de hals strak te kunnen trekken. De kop ging dat op een hakblok en met een slag met de bijl werden kop en romp van elkaar gescheiden. Het is dan zaak om de romp direct van je af te richten want het bloed spuit je anders om de oren. Als de romp is leeggestroomd wordt deze aan de poten met twee stropjes aan een boom vastgemaakt. De buik open snijden en de ingewanden verwijderen. Vervolgens veren met vel en al van het vlees losmaken en verwijderen. De poten met een tuinschaar afknippen en de soepkip is klaar. De bouillon die je van deze kippen kunt trekken is heerlijk en onvergelijkbaar met bouillon, bereid van een supermarktkip die nauwelijks zes weken is geworden. Het vlees is donker alsof het van fazant afkomstig is. Het is ook heel stevig vlees, om niet te zeggen bijzonder taai door al het krabben.

30 juli 2012

Het houden van kippen I


Toevallig vond ik tussen mijn documenten een uitgebreid stuk, ooit de basis voor een aparte website, over het houden van kippen. De tekst is nog prima en ga ik nu gebruiken voor m'n Weblog. Ik heb gemerkt dat er veel belangstelling bestaat voor m'n Weblog over het bouwen van de kippenren en dan nu over het houden van kippen. Het is te groot voor 1 Weblog, dus er volgen er meerdere over het onderwerp. Nu eerst over wat ze allemaal vreten.

Een bak met korrels krachtvoer; een stukje van de grond,
anders komen er muizen in de bak en lopen de kippen
er dwars doorheen
Wat eten kippen?
Als basis krijgen kippen krachtvoer en daarnaast dagelijks wat ruwvoer, d.w.z. gemengd graan. Met name legkippen moeten voldoende binnen krijgen omdat het dagelijks leggen van een ei veel voeding vraagt. Dus krachtvoer en water moeten permanent beschikbaar zijn. Ook kalk gaf ik de kippen in de vorm van grit; dat strooide ik in de ren en de eierschalen kregen ze weer terug. Wel eerst goed tussen je handen fijn maken. Daarnaast krijgen ze keukenafval. Verder groenvoer niet vergeten; gooi het afgemaaide gras in het hok of bladeren van de paardebloem. Van het bladgroen maken ze de kleurstof die de eieren zo mooi geel/oranje maakt. Verhoogt de smaak van de eieren en ze zijn er dol op.
Drinkwater
Het is belangrijk om er voor te zorgen dat kippen altijd drinkwater hebben. Voor het verteren van het voedsel hebben kippen altijd water nodig. Voer is belangrijk, maar water is zo mogelijk nog belangrijker voor kippen. Vooral in de winter is dat wel eens moeilijk. Ik haalde in de winter gedurende de nacht de waterbak binnen en zette hem dan morgens met lauw water voor het gaas. Dat werkt beter dan dat je de waterbak in het hok zet. 
Kippen zijn zo ontzettend stom dat ze de bak omgooien, er dwars doorheen lopen en er zand in krabben. Daarom werkt het beter om het water buiten de ren te zetten zodat ze met hun koppen door het gaas moeten om te drinken. Het water blijft dan schoon. Ze leren dat snel als ze de waterbak kennen. Je kunt natuurlijk ook zo'n dure waterbak kopen met een drinkgootje, maar een afwasbakje buiten het hek werkt prima en de wilde vogels maken er ook gebruik van.
En dan de stront
Kippen hebben de nuttige eigenschap dat ze weinig kieskeurig zijn met wat ze eten en dat ze ook weinig gevoelig zijn voor ziekten, althans dat is mijn ervaring van meer dan twintig jaar. Als tegenprestatie zorgen ze voor de meest verse eieren die je maar kunt bedenken. De kippen vreten alles op en pikken net zo lang tot het in hapklare brokken is. Kaaskorsten pikken ze net zo lang tot ze helemaal verdwenen zijn. Maar ook ander afval, schillen van appels, sinaasappels, gekookte aardappels; de kippen vreten, pikken, peuteren en krabben het zo lang dat het in de grond verdwijnt, hetzij als stront, hetzij als fijn biologisch afval. Ondanks dat mijn gezin destijds heel milieubewust was, hadden wij geen biobak; alles ging het kippenhok in en dat meer dan twintig jaar. 
Je moet ze gewoon weg jagen om ze niet te verwonden,
zo lekker vinden ze de bij het spitten opgegraven wormen.
Je hoeft het hok eigenlijk alleen maar af en toe diep om te spitten en de grond neemt alle afval en kippenstront op (dat stinkt dan wel, dus regelmatig doen!). Stront en biologisch afval worden in de grond door bacteriën verder afgebroken. De bacteriën worden weer door wormen opgegeten. In de grond leven daarom heel veel wormen die door de kippen ook weer worden opgevroten als het hok wordt omgespit. Je moet gewoon voorzichtig zijn met het plaatsen van de spade in de grond om de kippen niet te verwonden. Zo'n vette worm is een lekkernij! Het enige dat ik nooit in het hok gooi is knoflook afval. Die smaak vind je terug in de eieren; uiterst smerig moet ik bekennen.

Als je genoeg ruimte hebt, is het goed om de kippen jaarlijks te verplaatsen, maar strikt nodig is dat niet. Eerst had ik een moestuin waar ik de kippen in de winter op liet lopen. In de zomer gingen ze naar een andere ren. De snijbonen en de sla deden het prima op de grond die goed bemest werd door de kippen. Na Tsjernobyl wilde ik geen moestuin meer; op de plek van de moestuin kwam de schommel voor de kinderen. De stront bleef gewoon in de ren; de stront uit het nachthok werd in het vroege voorjaar samen met het stro uit het nachthok over het gras verspreid. In het voorjaar vind je niks meer terug van stront en stro. Deze bemesting doet het gras goed; ondanks de arme zandgrond waarop wij woonden bleef het gras in redelijk goede doen.

29 juli 2012

Roken en bewegen

Onder de kop ""Niet bewegen is net zo dodelijk als roken", presenteerde Lucas Brouwers op 18 juli een artikel in de NRC. Het zijn ook wel de twee items waar ik altijd over loop te zeuren in mijn Weblogs; het artikel spreekt mij dan ook aan zoals Roos al dacht, want zij zond mij de link naar het artikel. Het gerenommeerde tijdschrift "The Lancet" heeft aan het onderwerp een heel nummer gewijd vanwege de OS in Londen.. 
Elektrische fiets
Volgens mij weet iedereen het ook wel. Desondanks zijn bewegen en alle andere zaken die "moe maken" taboe voor de meeste mensen. Elektrische fietsen; die lullige sleepkarretjes in plaats van een rugzak of tas en overal de auto voor nemen; het is volstrekt bon ton. Met de auto naar de sportschool; nooit naar buiten; bruin worden onder de zonnebank of even vlug op vakantie naar Thailand of een Europees zonneland.
Maar het roken is ook niet mis. Jonge mensen (en vooral meiden lijkt wel) roken zich vaak helemaal het lazarus. Ze zijn een jaar of achttien en dan moeten ze 10 minuten wachten in de trein, of soms nog korter; nog even snel een sigaret. Kennelijk wordt het nog steeds stoer gevonden om te roken. Niet bewegen misschien ook. Je verkort er niet alleen je leven mee; (dat is op zich niet zo belangrijk want je weet tevoren toch niet hoe oud je wordt) maar je vermindert de kwaliteit van leven zo sterk, zowel met roken als met niet-bewegen en hier niet genoemd, ook met ongezond eten en drinken.
Het is allemaal tegen dovemansoren gezegd, dat weet ik nu al. Maar het was toch goed om mijn stokpaardjes op gezondheidsgebied weer eens bevestigd te zien, ook al zal het niets opleveren vrees ik. Gemakzucht is een eigenschap die bij ieder levend wezen hoort; het is a.h.w. ingebouwd inde biologie (met zo weinig mogelijk inspanning zo veel mogelijk bereiken) en dus ook bij de moderne mens. Alleen werkt het helaas bij de moderne mens zo verschrikkelijk averechts.
Zo, dat moest me even van het hart na al die wandelverhalen van de laatste week.

28 juli 2012

Van Ootmarsum naar Glanerbrug

Doorzichtje in Ootmarsum
Met dit prachtige weer zijn we niet meer te houden; nauwelijks terug uit Boekelo zijn we donderdag op weg gegaan naar Ootmarsum om opnieuw twee etappes te lopen van het Noaberpad: van Ootmarsum, via De Lutte naar Glanerbrug. En dat viel weer helemaal niet tegen. "Wat is Nederland toch een prachtig wandelland", zeiden we regelmatig tegen elkaar. Het was op sommige momenten zo heet dat het wel op "wandelen in Andalucia" leek, ook zo'n geliefd wandelgebied voor ons.
De start in Ootmarsum was wat hilarisch; we belandden in een toeristenkermis in de vorm van een rommelmarkt. Maar al snel kwamen we via een buitenwijk en een zwembad in de landerijen. Ik liep in het begin wat te mopperen over asfaltwegen maar al snel liepen we over nostalgie veroorzakende zandpaden. Dat Twentse landschap is wel heel bijzonder. Tegen de avond bereikten we De Lutte alwaar we ons eerst even telefonisch meldden bij Erve Groot Bavel, ons overnachtingsadres van "Vrienden op de fiets". Na een overheerlijk ijsje van de ijssalon in het centrum van De Lutte, bij de kerk spoedden wij ons naar Groot Bavel alwaar wij werden opgewacht door mevrouw Rolink, onze gastvrouw. Het betreft hier een heel professioneel overnachtingsadres voor de bekende vriendenprijs; aan te bevelen als overnachtingsplek indien je het Noaberpad loopt of anderszins in De Lutte moet zijn. Tel: 0541-552003.
Roos pelt de tuinbonen
Na het ontbijt vertrokken we richting Glanerbrug. Onderweg kwamen we bij zorgboerderij Judithhoeve alwaar groenten van het land te koop werden aangeboden. Nu haal ik mijn etenswaren bij voorkeur van ver weg, dus dat kwam helemaal van pas. Ik kocht heerlijke nieuwe uien die de rest van de reis m'n rugzak uit stonken en Roos kocht tuinbonen, een grote zak vol. Het leek ons een goed idee om die ter plaatse uit hun schil te helpen en aldus gedaan. De wandeling voerde ons in de grote hitte van afgelopen gisteren over zandpaden en door schaduwrijk bos. Uiteindelijk kruisten we de, opnieuw in de treindienstregeling opgenomen lijn Enschede-Gronau en zowaar, daar passeerde een treintje richting Duitsland! Alle tracks die we tot dusver van het Noaberpad hebben geregistreerd zijn beschikbaar.
Thuisgekomen hebben we de tuinbonen direct soldaat gemaakt. Spek (uit Simmerath) gebakken met ui (van de Judithhoeve) en voorgekookte aardappelschijfjes uit Opperdoes. En dat heerlijke boerenmengsel met de verse, gekookte tuinbonen: een heerlijke afsluiting van een heerlijke tweedaagse wandeling!

27 juli 2012

Drie etappes van het Noaberpad

De dame van de bakkerij te Schoonebeek fotografeerde ons
voor de jaknikker
Al vele jaren wil ik het stuk lopen dat van Schoonebeek (drente), via Duitsland (graafschap Bentheim) loopt naar Ootmarsum in Twente.
Dat hebben we afgelopen weekend inderdaad gedaan. Het was niet altijd even eenvoudig om de route die in het boekje was aangegeven te volgen. De tekens hadden de neiging om sterk af te wijken wanneer een stad in zicht kwam; je werd dan richting van de stad gestuurd (Hoogstede met name) terwijl de route daar officieel helemaal niet doorheen gaat. Het was makkelijk om dan de route toch weer terug te vinden. Op de track wordt de route van het boekje nagenoeg gevolgd. Hier en daar hebben we klein stukjes verkeerd gelopen maar steeds weer de route terug gevonden.
Het is een fraai, wat ouderwets landbouwgebied. Dus kleinschaliger dan dat we in NL gewend zijn. Veel koeien in de weilanden, veel korenvelden, veel bloemen. Wij natuurliefhebbers hebben genoten. We hebben overnacht bij adressen van de organisatie "Vrienden op de fiets" en dat was weer bijzonder aangenaam.
Veel energie verbruikt maar ook weer terug gekregen. Het was prachtig weer; daar hadden we de drie dagen ook op uitgezocht!
De route begint iets voorbij Schoonebeek; goed bereikbaar vanuit Coevorden met bus 26. Bushalte "Europaweg 38" en niet "Europaweg 40". Je houdt het niet voor mogelijk maar deze twee haltes bestaan echt aan deze busroute en wij waren helaas te vroeg uitgestapt omdat we dachten dat 40 erg dicht bij 38 moest zijn; niet dus; heel Schoonebeek ligt daar nog tussen. Het is overigens wel aan te bevelen om te beginnen met een kopje koffie in Schoonebeek bij de bakker met de "jaknikker" en dan verder te lopen naar bushalte Europaweg 38, de plek waar de etappe begint. De bediening bij de bakker is beslist bereid om een geposeerde foto van je te maken voor de jaknikker! (kijk maar naar ons tweeën). Al mijn tracks van het Noaberpad staan ter uwer beschikking (is inmiddels verder aangevuld).
 1 Schoonebeek-Emmlichheim; 2 Emmlichheim-Uelsen; 3 Uelsen-Ootmarsum
Het is een aanbevelenswaardige wandeling, zeker met het prachtige weer dat wij daarop hadden uitgezocht.

26 juli 2012

Duinparelmoervlinder

Duinparelmoervlinder vrouwtje
Ab en ik hebben die enorme wandeling gemaakt door de Veluwe en over de Loenermark. Daarbij kwamen we net alleen fraaie vogels tegen als de kuifleeuwerik en de wespendief maar ook veel vlinders. Van de hier getoonde vlinder vermoedde Ab dat het de grote Parelmoervlinder was, maar hij was er niet zeker van. Derhalve heb ik weer aan groot vlinderspecialist Frits B. uitsluitsel gevraagd. En hij gaf het volgende, uitgebreide antwoord.



Dag Ferry,Ja het is een parelmoervlinder. Het is een vrouwtje van de duinparelmoervlinder, Argynnis niobe. Op de Veluwe komt nog een tweede parelmoervlinder voor, de grote parelmoervlinder, Argynnis aglaja, die op dezelfde locaties leeft als de duinparelmoervlinder en in biologie ook heel sterk overeenkomt met de duinparelmoervlinder. Het merwaardige is dat deze twee soorten in de loop der jaren zo kunnen verschillen in aantallen. Er zijn jaren dat een van de twee practisch ontbreekt terwijl het normaal is dat beide in ongeveer gelijke aantallen voorkomen. Het belangrijkste verschil zit in hun manier van overwinteren. De duinparelmoervlinder overwintert als eitje, de grote parelmoervlinder als piepklein rupsje. Met kweken heb ik gemerkt dat de soorten die als ei overwinteren, een voorspelbaarder verloop in het voorjaar moeten hebben wil de opname van vocht door het rupsje in het ei goed verlopen. Bij het kweken gaat dat vaak mis en zijn de soorten die als rupsje overwinteren zijn veel makkelijker.

Met dank aan Frits B.

Niobe is de trieste moeder uit de mythologie die door haar hoogmoed haar 14 kinderen verloor. Ik zou wel eens willen weten waarom deze vlinder naar haar vernoemd is.

25 juli 2012

4 euro verdiend!

Zomerhit!!!
Na een hete, zonnige dag gisteren aan het strand in Zandvoort, vandaag maar weer eens stevig aan de wandel met dit heerlijke hete weer. Natuurlijk had ik me goed voorbereid op de hitte: vier halve liters water had ik bij me; aan de zijkant van de rugtas. Een heel gewicht, maar je hebt dat wel nodig als het zo warm is. Op station Deventer zag ik een reclame van Albert Heijn: zomerhit van deze week, een halve liter water voor 1 euro. "Zo", dacht ik bij mezelf, "dus vier euro verdiend door zelf water mee te nemen". 
Je ziet het al een paar jaar dat mensen zomer en winter, in de trein of op de fiets, maar aan zo'n flesje/blikje water of erger nog, zo'n dikmakende frisdrank zitten te lurken; net als de iPhone een item dat je beslist bij je moet hebben; stel je toch voor! zonder?!

Mijn rugzak met vier halve liters water





Maar goed, ik heb genoten van een ongehoord fraai natuurgebied, mij tot nu toe onbekend: het Haaksbergerveen. Eerder dit jaar had ik de laatste etappe van het Trekvogelpad, van Usselo naar Haaksbergen al eens uitgeprobeerd. Maar het was toen zo koud dat ik de route sterk heb bekort en het Haaksbergerveen had overgeslagen. Als beloning kreeg ik toen in Haaksbergen een ontvangst door de fanfare vanwege het carnaval.

Oevers met veel zonnedauw (de rode planten)
Maar nu, na die regen van de laatste weken stond het veen er optimaal bij; heel veel zonnedauw, meertjes, oevers met parende, eierleggende libelles; een fascinerend gezicht hoe snel die beesten als koppel eieren kunnen afzetten aan de rand van een oever; had ik nooit eerder gezien. 
Kortom, een heerlijke wandeling door een fantastisch mooi gebied. Hier de GPS-track.

24 juli 2012

Opperdoeser rondjes




John van der Kroon, mijn aardappel"boer".
Normaal koop ik mijn aardappelen altijd op de markt; maar sinds vorige week ook bij de producent zelf. Begon ik in Venhuizen met 2 kilootjes van een onbekend merk, maar wel zo van het land, daar sprak ik vorige week mijn nichtje Janneke met connecties in Opperdoes. Haar "verloofde" is een echte Opperdoezer en van mijn broer hoorde ik dat zij via schoonfamilie over de echte Opperdoesjes beschikken kon. Dus ik was zo brutaal om haar te vragen of ze een paar kilootjes voor me kon scoren. En ja hoor, afgelopen maandag was ik speciaal voor de Opperdoessies (zoals ze aldaar worden genoemd) naar Noord Holland getogen. Ze had drie kilo voor me via een tante en natuurlijk ben ik er direct van gaan koken en eten. Goed gewassen en gekookt in de schil en op het bord ontschild; haché erover en samen met Roos hebben we ervan gesmuld. De volgende dag nog wat opgebakken. Natuurlijk meldde ik Janneke dat ze zo lekker waren en toen vertelde ze me hoe de Opperdoezers (de mensen uit Opperdoes har har) zelf hun aardappels bereiden. Hier het citaat uit haar mailtje:
De echte Opperdoeser ronde
Maar wij schrappen de aardappelen voordat we ze gaan koken, niet schillen maar de schil eraf schrapen. Als je ze van te voren een paar uur onder water legt gaat het schilletje er gemakklijker af. Daarna geheel onder water koken met zout en een klontje boter. Als we ze gekookt eten dan is de jus gesmolten roomboter en als we ze bakken dan bakken we ze in de roomboter. Tja dat heb je met opperdoezer schoonfamilie dan leer je het wel goed eten. En ondanks de vele roomboter val ik af dus gaat goed hahaha.

Verder zei Janneke dat ik ze vooral moet eten zoals ik dat zelf het lekkerste vindt. Zij zal het op de Opperdoezer wijze moeten doen vanwege haar Opperdoezer man.
Nou, dat klontje roomboter bij het koken durf ik niet aan omdat ik bang ben dat het in m'n afvoerpijp van de gootsteen kan stollen en die afvoer loopt al zo slecht. Maar dat compenseer ik vervolgens ruimschoots met een klont boter op de gekookte aardappelen. 
Bij het bakken proefde ik zo'n koud stukje aardappel voordat ik echt ging bakken; gesmolten roomboter met gekookte, koude Opperdoes is ontzettend lekker. Ik heb alles koud opgegeten met gesmolten boter. Een gouden combinatie! Het water loopt me in de mond wanneer ik denk aan gebakken paling met Opperdoeser rondjes!

23 juli 2012

Met Huib op de Strabrechtse heide

Dode boomstammen blijven staan voor de insecten
Nu het zomer is, gaan Huib en ik soms ook wat verder van huis wandelen; het is toch langer licht. Het was Huibs' voorstel om eens op de Strabrechtse heide te gaan wandelen. En laat nou de wandeling eigenlijk daar beginnen waar ik voor de kinderen de natuurexcursies doe in het kader van mijn vrijwilligerswerk voor SBB. Op het paadje waar de solitaire bijen zich soms "en masse" met graafwerk bezig houden liep onze route verder. Het was de Vennekesroute. Hij slingerde door het heide landschap met talloze vennen. Daar was ik allemaal nog niet eerder geweest. Meestal heb ik het na afloop van zo'n excursie wel gehad en wil ik gewoon naar huis. Er vloog een bepaald niet zeldzame "vlinder" rond die ik nog niet ken en daarom hier plaats. (Jap S heeft me de naam inmiddels verteld).
Amata phegea of Phegea vlinder
Dit gebied heeft in het kader van het 75-jarig bestaan van de Uyttenboogaart-Eliasen stichting een bedrag ontvangen om het vierde insectenreservaat van Nederland in te richten. Dit is het gebied waar de voorzitter van de sectie Thijsse zijn sporen heeft verdiend. Van deze sporen zie je e.e.a. terug; in de buurt van het "Hoenderbos" zie je hoog afgezaagde boomstompen. "Geen gezicht" zullen velen bij het passeren van deze plek denken. Maar dat zijn de houtwespen niet met deze passanten eens. Opstaand dood hout, op warme plekken in de zon zijn voor sommige houtwespen van levensbelang. Het is hier niet voor niets een insectenreservaat. 
Van Ab vD leerde ik het schapenzuring kennen; kennelijk heet dat onooglijke maar talrijk voorkomend plantje niet voor niets zo, want ik zag zo'n Kempisch heideschaap met genoegen knabbelen op de stengels van dit op zeer schrale grond voorkomend plantje. 
Kempisch heideschaap "smult" van de schapenzuring
We rondden het Beuven en kwamen bij het stuk van Strabrecht waar 2 jaar geleden een stevige brand had gewoed. Kranten spreken dan van "de verwoesting" van een stuk natuurgebied. En natuurlijk is het ogenschijnlijk een ramp, zeker voor de dieren die bij de brand omkomen. Jap vertelde mij de tragiek van hagedissen die tegen de blussers opsprongen om in veiligheid te komen; smeulende mierennesten; vluchtende insecten die met brandende vleugels in de vlammen omkwamen. Dat is tragiek, natuurlijk. Maar "im grossen ganzen" wordt een gebied er niet slechter van. Juist door het verdwijnen van oude bomen, hoog opgeschoten verhoutte heide ontstaat er weer ruimte voor vernieuwing. Brand geeft zelfs merkwaardig genoeg een impuls aan sommige insecten om erheen te vliegen en eieren te leggen op de omgekomen dieren of op het (half)verbrande hout. Ook bepaalde paddenstoelen komen slechts voor in bossen nadat er een brand is geweest. De natuur heeft overal een oplossing voor kennelijk.
Deel van het verbrande deel van de heide. Nu fraai hersteld.
Het bos zag er nu triest uit met allemaal dode, verbrande bomen. Maar ..... dat is weer heel goed voor de insecten. En de kruidenlaag met de eenjarige planten had nu alle ruimte en het had al met al een bijzonder frisse en bonte aanblik. Fraai zoals het geheel zich aangepast en hersteld had. En ook hier de stompen van hoog afgezaagde bomen. Ik ben reuze benieuwd hoe dit nieuwe insectenreservaat zich zal ontwikkelen.
Huib en ik sjokten natuurlijk verder door het fraaie natuurgebied. uiteindelijk werd het toch weer 24 kilometer. Het is een zeer aan te bevelen wandeling die we hier hebben gemaakt, zeker nu in de vroege zomer.

22 juli 2012

Tussen duim en wijsvinger

Peter voor het tuinkasje
Onlangs was ik bij mijn vriend Peter C op bezoek. Vol trots toonde hij mij zijn nieuwe aanwinst: een kasje om groenten in te kweken in de tuin. En in het kasje waren al veel planten stevig aan de groei gegaan. Als ik me goed herinner tomaten, sla, broccoli en nog enkele. Keurig op rij zoals het hoort. Dat had Peter overigens niet zelf gedaan maar zijn partner Urdice; ze kan niet alleen lekker koken maar houdt ook van tuinieren.
Met deze toch wat koude zomer is het natuurlijk fijn om een kasje te hebben. En Peter meldde me dan ook dat ze al regelmatig uit het kasje hadden gegeten. Maar, nu was er een probleem van entomologische aard, oftewel, er zitten heden rupsen in de broccoli. Groene rupsen dus vast van het koolwitje, waarvan de rups zich graag tegoed doet aan, u raadt het al, koolbladeren en dus ook aan broccoli. Peter had mijn Weblogs over de rupsen gezien en vroeg mij of ik ook een biologische manier van verdelgen wist van deze mede-consumenten van de broccoli. 
Alles keurig op rij
Nu heb ik daar eigenlijk helemaal geen verstand van maar ik heb een geheugen voor grappige zaken en ik wist mij nog te herinneren dat iemand ooit schreef dat de meest biologische manier van verdelging van rupsen gaat tussen duim en wijsvinger. Wanneer je dat dagelijks doet dan krijg je de rupsen er wel onder.
Ik had in de Hoflaan ook een keer koolplanten gezet, boerenkool om precies te zijn. Op een zeker moment zat dat ook vol met de bekende groene rupsen. Maar de volgende dag waren ze allemaal verdwenen?! Opgegeten door de wespen! Alleen die laten zich zo slecht sturen anders zou dat een prachtige biologische wijze van verdelgen zijn. In professionele tuindersbedrijven wordt in de kassen wel degelijk gebruik gemaakt van wespen, van sluipwespen om precies te zijn. Die leggen hun eitjes in de rupsen waarmee die worden uitgeschakeld. Net als in de natuur.

21 juli 2012

Foto voltaïsch effect in Westwoud

In mijn studententijd maakte ik theoretisch kennis met het foto-voltaïsch effect (of misschien was het zelfs al op de HBS, dat weet ik niet zeker meer). Een merkwaardig fenomeen dat al in de eerste helft van de 19e eeuw werd ontdekt. Wanneer je bepaalde materialen aan licht bloot stelde ontstond er een spanningsverschil in dat materiaal. Ik herinner me nog iets met plaatjes Zinksulfide, maar in teksten op internet vind ik dat niet terug. Het spanningsverschil dat ontstond hing niet af van de hoeveelheid licht maar van de golflengt van het licht. Einstein zelf moest eraan te  pas komen om het verschijnsel honderd jaar na de ontdekking te verklaren. Hij kreeg daarvoor dan ook de Nobelprijs.
Zonnepanelen op het dak van m'n broer
Maar inmiddels wordt dit verschijnsel op grote schaal toegepast: zonnepanelen. Zelfs in Hoogwoud, tussen de bloemkolenvelden bij mijn broer is het dak van de schuur met zonne-panelen bedekt. Sinds de Chinezen zich met de ontwikkeling en de productie bezig zijn gaan houden is de prijs zo enorm gedaald dat het puur rendabel is om je huis ermee te bedekken en zelf voor je dagelijkse energie te zorgen. Hadden we die technologische ontwikkeling niet hier in het Westen tot stand kunnen brengen? Iedereen heeft altijd zo de mond vol over innovatie. Eén van onze technische universiteiten had toch het voortouw kunnen nemen, daartoe "gestimuleerd" door de overheid. Dat we ooit met z'n allen over moeten naar alternatieve energie ligt al decennia vast. Maar er iets aan doen, ho maar. En dan pakt China de markt. Logisch toch? Ik heb niks tegen China, integendeel, maar we moeten ons collectief schamen met de USA voorop.

20 juli 2012

Drenthepad van Gieten naar Borger

Bloemenrand voor de insecten. Zaten niet veel vlinders
Er werd mooi weer voorspeld, dus hup een étappe van het Drenthepad. Ik had expres een kleintje uitgezocht, maar het werd toch nog bijna 20 kilometer. Onderweg landbouw, veel bloemen en vlinders en een schitterend stuk heide. Fijne dag gehad en nog lekker gegeten na afloop in het zonnetje op het balkon. Wat wil een mens nog meer.
Hier kun je de track downloaden; is wel handig want de aanloop van en naar de busaansluitingen zijn lastig te vinden.

19 juli 2012

Tenerife in de brand

Vakantiefoto uit zo'n lekker wamr land
De laatste maanden ben ik zo gewend om er voortdurend maar uit te vliegen; op weg naar de uithoeken van ons heerlijke wandelland, museumbezoek, concerten, familie en vrienden in combinatie met wandelen, natuurverkenningen, vrijwilligerwerk. Mijn buurvrouw beneden dacht al dat ik zo gek was op fietsen want ze zag me vaak met m'n rugzakje op met de fiets vertrekken. Maar nee, ik heb helemaal niks met fietsen maar ga met de fiets naar het station; zet de fiets op een vast plekje bij de winkel van Jules, onze drankenman en ga eropuit met m'n Dalvrij abonnement. 
Maar na de wandelingen van de afgelopen dagen heb ik mezelf een rustdag beloofd, niet in de laatste plaats omdat het zulk slecht weer zou worden vandaag (valt als gewoonlijk erg mee!). Overigens worden zomers, als die van dit jaar onze normale zomers, aldus de weermodellen. Door de invloed van de zogenaamde broeikasgassen (m.n. CO2) zal de wereld opwarmen, maar juist in onze streken worden de zomers kouder en grauwer. Nou ja, dit jaar is daar een voorlopertje van; ik vind dat niet zo erg eigenlijk; er zijn nog genoeg warme dagen tussendoor. Maar je zult op een camping zitten met een stel kleine kinderen of een huisje gehuurd hebben aan het strand.
Overigens blijven Roos en ik in de maanden juli en augustus eigenlijk zoveel mogelijk in NL. Het is heerlijk rustig als veel mensen de grenzen zijn overgetrokken. We liepen maandagavond even door ons bos en het was zo verrukkelijk stil. En stilte is zo zeldzaam geworden in onze streken; altijd hoor je wel kabaal van auto's waar je ook bent.
Galaroza, Andalucia in november. Bevalt ons beter
En terwijl het hier in NL zo wisselvallig is staan de vakantielanden in brand, althans ons geliefde Tenerife heeft het moeilijk. Het is er over de veertig graden en de bossen staan in brand. Zul je toch meemaken tijdens je vakantie. Wij gaan graag in het najaar naar die hete landen en niet in hoog-zomer.
Maar vandaag doe ik lekker rustig aan; met Vivaldi's concerten voor viola d'amore op m'n koptelefoontje zit ik vreselijk van m'n huis te genieten; foto's nog eens nalopen of er geen aardige illustratie is voor dit Bloggie. Ben hier thuis eigenlijk alleen maar met slecht weer; verder ben ik net zo'straathond: altijd buiten. Maar niet alleen maar Bloggies schrijven; m'n krentenbrood staat te rijzen en ruikt heerlijk. Straks kneden en afbakken en misschien nog naar m'n zoon Hugo want die is vandaag jarig.

18 juli 2012

Een eik uit 1200

Eikeboom uit de dertiende eeuw
Tijdens de wandeling afgelopen zondag kwamen we een wat oudere heer tegen die bijzonder veel van het gebied wist. Het betrof de Loenermark. Wij waren hier naartoe op weg o.a. omdat hier een aantal heidekoetjes voorkomen. Deze voormalige gids van dit gebied wist dat de eiken die hier stonden uit het jaar 1200 stamden. Ik verwachtte eerlijk gezegd hoge kruinen met enorm dikke stammen. Echter, het waren een soort heuvels rond de wortels met daaruit stekend enkele forse bomen met niet al te dikke stammen. Volgens Ab waren deze bomen tot voor honderd jaar door de schapen en andere knabbelaars "kort gehouden", oftewel regelmatig aangeknaagd en hadden dus nooit de gelegenheid gehad om hoog uit te groeien. 
Ab geeft een hand gras aan een heidekoetje
Wat mij dan bekruipt is de gedachte wat er in de jaren dat deze bomen hier in alle eenzaamheid stonden allemaal gebeurd is. Ze stonden er al in de middeleeuwen, dus ver voor de tachtigjarige oorlog, voordat Noord- en Zuid Holland werden veroverd op de zee.
Verderop, bij de schaapskooi vonden we inderdaad de heidekoeien. Gewend aan schraal voer zijn ze inderdaad klein van stuk. Hier op de foto kunnen ze genieten van een grazige weide maar normaal schijnen ze met de schaapskudde, op de heide hun kostje bij elkaar te moeten zoeken, aldus onze deskundige "gids".

17 juli 2012

Lasius Niger, de wegmier

"Weg" van de wegmier, de Lasius Niger
Lasius Niger, eigenlijk betekent het gewoon zwarte mier, maar in het Nederlands noemen we hem de "wegmier". Ik heb altijd gedacht dat dat kwam omdat hij overal op de weg voorkomt; het miertje dat tussen de stoeptegels voorkomt en daar het zand verspreidt is vrijwel altijd dit miertje. Het doet niemand kwaad maar wordt wel als hinderlijk ervaren wanneer het in huis voorkomt. Ze zijn gek op suiker.
Maar de reden dat zij wegmier worden genoemd is gelegen in het soort structuren dat ze maken in het vrije veld. Hiervan maakte ik afgelopen zondag op de Veluwe de hier getoonde foto. Dit is wel een heel mooi voorbeeld van zo'n mierenweg van de Lasius Niger.
Overigens zie je ook wel eens "paden" van een familielid van L. Niger, van Lasius Fuliginosus, de glanzende houtmier, maar dan gevormd door de mieren zelf die achter elkaar lopen langs geurpaden. Deze mieren hebben van zichzelf een heel kenmerkende geur. U kent ze vast wel, kijk anders eens heel precies naar de bast van eiken. Daar komen ze veel voor; ze leven o.a. van de afscheiding van schorsluizen die vooral op eiken voorkomen. Vang dan een miertje en wrijf dat voorzichtig tussen je vingers en ruik vervolgens aan je vingers. Een heel kenmerkende geur!

16 juli 2012

Wandelrecord verbeterd

Het ging er helemaal niet om om het record te verbeteren; de laatste keer dat ik met Ab over de Veluwe had gewandeld hadden we 34 kilometer gewandeld en was ik in de auto op de terugweg in slaap gevallen. Maar afgelopen zondag, toen we ruim halverwege waren, leek het erop dat het opnieuw zou gebeuren; het record zou worden verbroken. Het is ongelooflijk hoe ver een mens over zijn "grenzen" kan gaan. Eigenlijk had ik nog wel verder gekund, maar de GPS bleef steken op 36,92 kilometer toen we weer, tijdens een forse maar zeer kort durende regenbui, bij de auto kwamen; zo ver heb ik bij mijn weten nooit gewandeld. Misschien die keer met Dick over een hoogvlakte in Frankrijk. Maar toen was ik na afloop zo moe, dat ik met verhoging direct in het hotelbed ben gekropen; dat was precies op de dag dat in China op het Tienanmen plein werd geschoten weet ik nog.
Een wespennest dat is bezocht door een wespendief
(foto Ab en Dick van Dorp, Hijkerveld, Drenthe)
Bijna 37 kilometer hebben we afgelegd en we hebben bepaald niet gemarcheerd. We waren al om 7 uur op de Veluwe in de buurt van Terlet. We werden als gebruikelijk welkom geheten door de Schotse Hooglanders. Gewapend met verrekijkers speurden we naar herten en vogels. Herten hebben we ditmaal niet gezien; wel veel sporen, maar geen enkele bok of hinde, laat staan een kalfje. Maar tot enthousiasme van Ab zagen we een wespendief; een vogel met een bijzondere leefwijze. Hij speurt naar insecten en ziet hij een wesp, die met voedsel beladen op weg is naar het wespennest, dan gaat hij er als een speer achteraan en plundert vervolgens het nest en vreet een deel van het broed op.
Hij is zo zwaar bevederd dat hij zich van de stekende verdedigers van het nest niets hoeft aan te trekken. Oogjes een beetje dichtknijpen is voldoende. Wij zagen overigens, net als op deze foto alleen het silhouet; een sperwer met een duivenkop  zo benoemde Ab hem.
Duivels naaigaren
Maar ook op het gebied van de flora kreeg ik onderweg bijles: drie verschillende soorten klaver: de kleine klaver, de liggende klaver en de hopklaver. De grappigste flora vondst vond ik het Duivelsnaaigaren of warkruid. Een plantje dat ik niet eerder heb opgemerkt met uitlopers die zich om grasjes en dergelijke wikkelt. Slangenkruid en nog meer soorten; soms duizelt het gewoon maar door er aandacht aan te besteden zie je steeds meer. En het is die opmerkzaamheid die het genieten van de natuur nog vergroot.
Eenmaal thuis gekomen heb ik voor een voedzame maaltijd gezorgd en we hebben nog gezellig zitten kouten. Wel was ik zo moe dat ik, terwijl mijn hoofd naar het kussen viel in slaap ben gevallen. Heerlijke dag gehad zo wandelend in de natuur.

15 juli 2012

Een kaal gevreten vlakte

Struik vol met rupsen
 Aan de andere kant van de afscheiding ligt het landje waar de koeien niet kunnen komen. Verder is het landschap van nature geheel vergelijkbaar. Zandgrond met ruig grasland. Aan deze kant is echter sprake van een opvallende schraalheid. In de eerste plaats oogt het veel droger; geen uitbundige groei van gras, noch van andere opstaande planten. Het Jacobskruiskruid, voor zover het niet door de rupsen is opgevreten bestaat uit wat kleine, miezerige struikjes. Schapenzuring komt heel veel voor en is feitelijk eveneens kenmerkend voor het verschil tussen de twee gebieden. Bij de koeien komt schapenzuring niet of nauwelijks voor; ik heb er nog op gelet. Zal waarschijnlijk ook een kenmerk zijn van zeer schrale zandgrond. Op internet vond ik gemakkelijk de gegevens omtrent de biotoop van schapenzuring die ik hier gemakshalve overneem:
Bodem: Zonnige, open plaatsen op matig droge tot droge, vrij zure, kalkarme, voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofhoudende, dikwijls verstoorde grond (zand, leem en veen).
Groeiplaatsen: Kapvlakten, bosranden, brandplekken, akkers (rogge), grasland (kort blijvend grasland, o.a. schapenweiden), grazige heide, bermen, hellingen, tussen straatstenen, uitgeloogde duinen en bij bosjes in zandverstuivingen.

Het gebied dat ik heb bestudeerd en in deze weblog benoem voldoet aan deze beschrijving: zonnig, open en droge zandgrond die ongetwijfeld is uitgeloogd en derhalve weinig voedselrijk.
Ik heb dit schrale gebied eveneens intensief bekeken. Het aantal vlinders is veel geringer; vooral wat kleinere, licht gekleurde vlindertjes vlogen voor m'n voeten op. En dan die Jacobskruiskruid planten. Ze zaten onder de rupsen of waren volledig kaal gevreten. Een aantal rupsen vond je heel gedecideerd op de grond lopend, ongetwijfeld op weg naar een nieuwe plant van het Jacobskruiskruid omdat de oude "op" was.
Volledig kaal gevreten planten van het Jacobskruiskruid
En dan de schapenzuring; juist waar de planten van het Jacobskruiskruid omgeven waren door schapenzuring waren ze sterk aangedaan door de rupsen. Het lijkt wel of schapenzuring een voorkeur heeft voor schraalheid van de zandgrond, misschien de zuurgraad, die tevens de giftigheid van het Jacobskruiskruid beïnvloedt. Hoe schraler, hoe meer schapenzuring; hoe schraler, hoe minder giftig het Jacobskruidkruid, hoe meer rupsen. Zal ik ook eens bespreken met mijn deskundige maatjes. Het is toch wonderlijk hoeveel er te zien valt in de natuur als je maar nauwkeurig kijkt. En dit alles is nog eens gesuperponeerd op het micro-biologisch leven. Dat kent een variatie en potentie die nog vele malen groter is dan wij van de "zichtbare wereld" kennen en daarover beginnen we nog maar de randjes van de sluier op te tillen qua kennis.
Schapenzuring domineert hier wel heel sterk

PS Op 29 juli heb ik de landjes opnieuw uitvoerig bekeken. Op het schrale deel staat vrijwel geen enkele struik meer van het kruiskruid; alles is kaal gevreten op een enkele struik aan de kanten na.
Op een van deze struiken zag ik een rups met daarbij een insect dat ik hield voor een sluipwesp, maar ook een vlieg met rode ogen. De vlieg en de wesp waren actief; ze hadden af en toe interactie maar waren niet agressief tegen elkaar. De wesp leek de rups wel te verdedigen tegen de vlieg. Toen de vlieg op de rups ging zitten, bewoog deze zich een beetje. Verder was de rups erg passief, maar niet dood. Ik zag hem een drolletje uitscheiden. Even kwam er een tweede wesp die met de andere een pas de deux uitvoerde. Niet agressief, maar dat kun je slecht beoordelen van insecten. Deze vloog weer vrij snel weg.
In de kale vlakte kwam ik, afgezien van de enkele struik met rupsen, geen rupsen meer tegen. Wellicht aan het verpoppen. In de minder schrale gebieden waren veel hommels actief, en actief is bij hen ook echt actief. Wat zijn die beestjes ongelooflijk bezig met het verzamelen van nectar en stuifmeel; als razenden. Verder vlinders, vooral bruin zandoogje, maar ook 1 metaalvlinder en 1 kleine vuurvlinder en een vlindertje dat ik nog niet ken.

14 juli 2012

Waarschuwing: ik ben oneetbaar!

Bruin zandoogje (Maniola jurtina)
Na mijn eerste bevindingen met de Jacobsrups ben ik nog eens gedetailleerd verder gaan speuren in het natuurgebiedje achter bij de Lakenvelders. Allereerst om nog eens vast te stellen dat die rups vrijwel uitsluitend voorkomt in de gebieden waar de koeien niet lopen.
En nu is het fascinerende dat je bij nadere beschouwing altijd weer nieuwe dingen ziet in de natuur; de variatie maar ook de samenhang van levensvormen is zo groot dat je er alleen maar in verwondering en met bewondering getuige van kunt zijn.
Daar waar de koeien lopen staat het Jacobskruiskruid er prachtig bij: grote planten, veel bloesem en weer veel insecten die op de bloemen leven. Er fladderden vlinders rond; met veel geduld en vele pogingen kon ik een paar foto's maken met mijn daarvoor eigenlijk ongeschikte toestel. Frits B, mijn vraagbaak op het gebied van ecologie en vlinders heeft de verschillende vlinders die ik fotografeerde op naam gebracht, waarvoor dank.
Zuringspanner
Allereerst het fladderende vlindertje, dat ik voor een "blauwtje" hield, maar dat het veel voorkomende, door mij altijd over het hoofd geziene "Bruin zandoogje" bleek te zijn. Het bleef almaar vlakbij de grond onrustig rondfladderen, naar ik dacht op zoek naar geschikte mierennesten (gedrag waarop ik door Jap S. werd gewezen bij het Gentiaanblauwtje; blauwtjes hebben in een bepaalde fase van hun ontwikkeling mieren nodig, vandaar). Op zeker moment meende ik te zien dat er een kikker door het gras struinde, maar nee, dat bleek een enorme grasgroene sprinkhaan te zijn. Verder zag ik nog twee bijzonder fraai gekleurde vlinders. Eén ervan had een rode streping op een okergele achtergrond. Volgens Frits d zuringspanner, Lythria cruentaria. Was me ook niet eerder opgevallen en ik vond het van een grote schoonheid. Nog een vlindertje, een blauw beestje, de metaalvlinderAdscita statices. 
St Jacobsvlinder. Mooi rood is niet lelijk maar wel oneetbaar!
Uiteindelijk zag ik ook de opvallend rode vlinder van de St Jacobsrups, hoe kan het anders, de St Jacobsvlinder. Die bleef rustig zitten en na enkele pogingen kon ik hem/haar gewoon pakken en op de foto zetten vanuit de hand. Feitelijk een indirect bewijs voor de giftigheid van het beestje. Dit komt vanwege het gif dat de rups via het vreten van het giftige Jacobskruiskruid naar binnen krijgt, waarvan hij wel een behoorlijk deel kwijt raakt bij het vervellen maar dat uiteindelijk in voldoende mate in de vlinder aanwezig blijft om deze giftig te doen zijn voor predatoren; vogels zijn gewaarschuwd door de opvallende, felrode kleur en zullen hem, gewaarschuwd als ze zijn, met rust laten. Dat zie je eigenlijk altijd bij "gevaarlijke" dieren of ze nou giftig zijn of steken. Denk maar aan de wesp of de tropische gifkikkers. Een grappig waarschuwingssysteem.


13 juli 2012

Arja en Gijs en vrijdag de dertiende

We hadden het al een poosje geleden afgesproken; vandaag kwamen Arja en Gijs op bezoek. Gezellig dochter en kleinzoon. Ze zouden vroeg komen zo rond een uur of tien en dan zouden we met z'n drietjes door het bos wandelen, voor zover Gijs dat vol zou houden en dan uiteindelijk naar naar de flat. Ik had me er vreselijk op verheugd en m'n flat behoorlijk gekuist en opgeruimd. Maar die arme Arja had tegenslag op tegenslag. De eerste trein, de Intercity reed niet vanwege een ongeval. Vervolgens strandde ze in Woerden en nam ze de  verkeerde trein naar Breukelen (omdat dat niet goed was aangegeven en ze niet goed op het omroepbericht had gereageerd). Huilend had ze Walter opgebeld, maar alle moed weer bij elkaar geraapt en vrolijk en wel stapte ze uiteindelijk even over twaalven uit de bus, met een slapende Gijs in de wagen.
Om 12.05 uur stapten ze uit de bus
We hadden de boswandeling al uit het programma gesneden. Gewoon gezellig bij mij thuis op de flat een boterham eten en een verse jus d'orange (uitgeperst sinaasappelsap voor puristen) gedronken en een beetje bijkomen van de reis. Gezellig hoor zo'n kleine dribbelaar in huis en zo'n gezellige kletskous van een dochter op de bank. Ze is zo dol op haar Gijs. Het is leuk om te zien hoe zo'n jonge moeder met haar kind over de grond rolt en met hem speelt; bijna als twee jonge honden. Als opa kon ik er echt van genieten. Eindeloos met de deur klooien, het inductiefornuis in gang zetten. Tot mijn verbazing wist hij met z'n kleine vingertjes een functie op mijn moderne fornuis in werking te zetten waarvan ik wel vermoedde dat die erop zat, maar ik wist niet hoe ik die zou moeten instellen: een alarmklokje. Maar eigenlijk is hij met zijn 19 maanden behoorlijk gehoorzaam en voorzichtig. Roos kwam ook; leuk om te zien dat Gijs echt op Roos gesteld is. Later kwam Suus nog, vriendin van Arja; zij gingen na de thee naar de nieuwe flat van Suus. Dat was het einde van een roerig dagje dat wat anders liep dan ik had verwacht maar toch heel genoeglijk was. Tussendoor had Arja nog met veel moeite het peuterbedje, dat ik bij Wehkamp had gekocht opgezet. Natuurlijk wilde Gijs niet slapen. Toen ze weg waren hebben Roos en ik het weer met veel moeite in elkaar gevouwen. En nu belde Arja dat ze het bedje komt ophalen; ze blijven lekker bij Suus logeren. Nou, eind goed, al goed. Kijk hier voor de fotoserie van vandaag:

12 juli 2012

Zuiderzeepad in West Friesland

Het is niet echt een étappe die ik nog een keer ga overlopen omdat hij zo bijzonder was. Hij loopt geheel over asfalt. Nu had ik nog het geluk dat de dijk werd gerestaureerd zodat ik nauwelijks last had van doorgaand verkeer, maar normaal gesproken moet dit een rotstuk zijn. Ik begon op station Bovenkarspel Flora.
Mijn broer woonde vroeger vlakbij dit station, maar dat wist ik niet toen ik met Lien de eerste keer naar hem toe ging. We gingen met de trein; vond ik leuk ondanks dat we een auto hadden. Maar we stapten uit in station Bovenkarspel Grootebroek en moesten een behoorlijk eind lopen terwijl Lien "visite laarzen" aan had; mooie laarzen, maar lastig om een eind mee te lopen?! Toen we dit stationnetje passeerden kreeg ik dan ook de wind van voren. Ik moet er nog om lachen als ik hier langs kom.
Vanaf dit station naar de Zuiderzeedijk. Je komt dan langs de oude haven van Grootebroek met een scheepslift, vroeger een houten overtoom, glad gemaakt met klei. En dan verder langs de zeedijk. Een oud gemaal en een leuke B&B nog vlakbij Grootebroek. Er stond een forse wind tegen. Had ik me niet gerealiseerd, anders was ik wel in Hoorn begonnen met de wind in de rug ; nu blies de wind me bijna van de dijk.
De gerestaureerde scheepslift
Verder langs een modern gemaal, de Drieban en langs het treurig skelet van een verbrande boerderij, steeds de zeedijk volgend. Onderweg vooral landbouwgebied. Plotseling kreeg ik een onbedaarlijke niesbui en begon m'n neus te lopen; dat was op het moment dat de wind via een groot veld met bloemen en gras mijn richting op waaide; dat moet mijn nieuw verworven allergische rhinitis zijn. Lastig en een beetje hinderlijk. Hield verderop weer op, ik heb er verder ook geen last van gehad. Als gezegd werd de zeedijk met veel inspanning hersteld. Hij zag er toch stevig genoeg uit en de kracht is er toch wel uit sinds de afsluitingsdijk ons land beveiligt. Maar met grote machines werd grond verplaatst en grote hoeveelheden zwaar gesteente aangevoerd. Het zekere voor het onzekere; goede zaak. Het fraaie Zuiderzeeplaatsje Oosterleek werd gepasseerd.
Altijd dat gelazer met lekke banden; niks voor mij
Onderweg nog een stel fietsers met een lekke band; één van de redenen waarom ik veel liever wandel dan fiets: altijd dat gelazer met lekke banden!
Wel moest ik ter hoogte van het (vlucht)haventje van Wijdenes mijn tocht over de zeedijk onderbreken vanwege de werkzaamheden; ik werd terug gestuurd door een allervriendelijkste jongeman met een oranje hesje. Terug en via Wijdenes kon ik verderop weer op de dijk komen. Nou, dat bleek geen straf. In Wijdenes stond aan de weg een kraampje met ongehoord lekkere kersen en nieuwe aardappelen. Beladen met 2 kilo aardappelen (die naar later bleek buitengewoon smakelijk zijn, zoals ik al verwachtte), een pond kersen en een doos eieren, ging ik weer verder. Verderop weer mooie vogelbroedgebieden van Staatsbosbeheer en vervolgens Schellinkhout, een fraai plaatsje. Intussen had ik getelefoneerd met m'n broer Jan en ik zou hem nog even bezoeken. Dus in Schellinkhout de buurtbus en via Hoorn weer terug naar Enkhuizen en naar m'n broer. We hebben vervolgens nog een ontzettend gezellige avond gehad met schoonzus Thea erbij. Al met al een fijne dag.
Hier de hele fotoserie. Voor de zekerheid de gpx-file; je hoeft eigenlijk alleen maar die saaie dijk af te lopen; dat heb ik nu maar gehad. Nog de étappe van Hoorn naar Monnickendam en nog een paar stukken achter Zwolle en dan heb ik het Zuiderzeepad weer helemaal gelopen.