31 mei 2011

Het kan verkeren

Gekleurd preparaat van de parasiet
Toxoplasma Gondii
Het was alweer enige jaren geleden dat we elkaar voor het laatst zagen: Hans Sluijters, parasitoloog in ruste. Ik werkte nog maar kort aan de VU en had ruimschoots kennis gemaakt met Immuno Fluorescentie en wat virologische technieken bij het Centraal Diergeneeskundig Instituut (CDI) in Amsterdam toen ik voor de daadwerkelijke kennismaking met Toxoplasmose parasieten en de sero-diagnostiek op Toxoplasmose naar het RIV (Rijks Instituut voor de Volksgezondheid), tegenwoordig RIVM geheten werd gezonden door mijn chef, de hooggeleerde van Tongeren. In die tijd, we schrijven zomer 1971 maakte ik al kennis met Hans. We woonden beiden in Amsterdam en aangezien ik nog geen auto had, laat staan kon rijden, reed ik met hem mee; twee jonge academici, aan het begin van hun carrière. Niet veel later kwam hij aan de zelfde afdeling Medische Microbiologie aan de VU werken; op de afdeling parasitologie. We waren elkaar uit het oog verloren tot we ergens in de tachtiger jaren beiden forensten naar Rotterdam en elkaar zeer regelmatig spraken in de trein en lopend op weg naar huis. Zacht lispelend vertelde hij over zijn wederwaardigheden op werk en thuis. En dan nu twee grijze heren, klaar met het werkend leven en bij Albert Heijn pratend over vroeger.
Bij het RIV kwam ik op de afdeling van Joost Ruitenberg en leerde daar alles over de Toxoplasmose serologie en over het kweken van de Toxoplasmose parasiet in levende muizen. Dat je daarbij uiterst voorzichtig moest zijn en vooral niet met de vlijmscherpe naaldjes in je vingers moest prikken werd er niet bijverteld; uit de literatuur wist ik gelukkig dat een dergelijk prikaccident dodelijk af kon lopen, althans dat was een keer in Frankrijk gebeurd.
Nog jaren heb ik de wetenschappelijke gangen van Ruitenberg ter zijde gevolgd; ik bewonderde hem. Toen we later in Bilthoven kwamen wonen kwam ik hem regelmatig tegen in het Houdringhe bos en groetten we elkaar met een afstandelijk knikje. Ergens in de tachtiger jaren werd hij directeur van het CLB waar ik mijn wetenschappelijk carrière heb vervolgd na de VU.
Vanavond sprak hij de leden van de bridgeclub Groenekan toe vanwege het eind van het bridgeseizoen en het begin van het zomer reces. Joost is voorzitter van de club en we spelen regelmatig tegen elkaar. Het kan verkeren zei Bredero al.

30 mei 2011

Simon Vestdijk

Portret van Simon Vestdijk
Van Internet geplukt

"De dokter en het lichte meisje", ik noemde het al eerder, een leesadvies van mijn goede vriend Peter C. en vanouds bewoner van mijn vroegere boekenkast, die deels was gevuld met verplichte afnames van die verrekte ECI, (handige verkoopconstructie die merkwaardig genoeg nog steeds functioneert). Uiteindelijk heb ik het boek onlangs ter hand genomen en nagenoeg in één ruk uitgelezen. Wat mij betreft is het een psychologische roman waarin het spectrum van de manlijke psyche wordt beschreven waar het liefde en houding tegenover sexualiteit betreft.
Gezien mijn werkachtergrond binnen de huisartsenwereld vond ik het eerste deel van het boek ook hilarisch; Vestdijk was zelf huisarts, maar beschrijft in de eerste hoofdstukken "het vak" van binnenuit, gezien door de ogen van een jong en vroeg cynisch huisarts. Het kwam overigens akelig goed overeen met het beeld van huisartsengeneeskundig handelen uit de mond van een gefrustreerd en afgehaakt huisarts die ik vroeger goed heb gekend.
Vestdijk beschrijft de wederwaardigheden van de jonge huisarts die begint als waarnemer in praktijken van anderen. Hij wordt daarbij terloops verleid door verschillende vrouwen, patiëntes, maar vooral echtgenotes van de waargenomen huisartsen en verleidt intussen ook dienstbodes en wordt ook door één van hen verleid.
Maar dan wordt hij dodelijk verliefd op een jonge dame die haar brood, zij het met enige tegenzin, toch vooral horizontaal verdient; gezien de titel van het boek ook niet zo vreemd. En dat biedt dan een heel ander aspect van liefde en sexualiteit. Fascinerend hoe hij dit thema vanuit zo verschillende hoeken binnen dit boek met elkaar versmeed heeft.
Ik ben blij dat ik Vestdijk uit het stof heb opgediept. Destijds heb ik "De dokter" vast niet gelezen en zo ja, zeker niet begrepen. Ik vraag me af of ik überhaupt ooit wel eens iets van Vestdijk had gelezen. Maar nu ben ik vastbesloten om zijn werk te gaan consumeren. Ik was al eerder begonnen met "De koperen tuin", zijn muzikale roman; ook dat boek is literair fantastisch.

29 mei 2011

Huisje in Frankrijk

Al zo lang als ik in Frankrijk kom, en dat is zo vanaf halverwege de zeventiger jaren, heb ik "een huisje in Frankrijk" als een soort ideaalbeeld gehad. Weinig ondernemend als ik ben, heb ik nooit aan die neiging toegegeven, maar vooral dankzij de realistische houding van mijn beide echtgenotes heb ik het idee ook nooit over de barrière van de daadwerkelijke beslissing proberen te trekken. Ergens in mij was toch ook een stemmetje dat altijd zei: "wil je dan wel elke keer naar de zelfde plek", en ook "is dat nou echt wat je zo graag wilt?"
Als je dan ouder wordt en veel mensen tegenkomt die naar hun huis in Frankrijk gaan, hoor je ook de nadelen. Zoals dat het regelmatig volledig wordt leeggestolen of toch in ieder geval  dat de wijnkelder is leeggehaald. Maar ook dat je het gras moet gaan knippen en het onderhoud moet (laten) doen. Kortom, er zijn wel degelijk nadelen, net als bij het hebben van een eigen boot. Er is ook zo'n gezegde: Bezit geeft zorg.
En dan lees ik in Vrij Nederland, op de terugweg van Vaals naar huis, afgelopen woensdag, dat er zo veel Nederlandse schrijvers neerstreken in Frankrijk en daar dan over schreven. En dan hoor je, niet eens tussen de regels door, dat je voorgevoelens toch wel juist waren en dat de beslissing de juiste was. Als nu iemand mij vraagt of ik een huis(je) heb op één van de plekken waar ik graag naar terugkeer antwoord ik altijd dat dat inderdaad het geval is, maar wel in de vorm van een vast hotelletje. Kan ik iedereen aanraden.
Komt tegenwoordig ook nog eens bij dat de Franse belasting heffingen gaat leggen op tweede huisjes en dat je ze ook niet meer aan de straatstenen kwijt kunt als je ze wilt verkopen. Wat ben ik dat stemmetje en mijn twee toenmalige ega's dankbaar voor hun terughoudendheid dienaangaande.

28 mei 2011

Zomerbijeenkomst NEV 2011 te Hengstdijk


Het was voor mij de eerste keer dat ik deelnam aan de zomerbijeenkomst van de NEV. Dit jaar was er voor het eerst bemoeienis van de sectie Thijsse met deze jaarlijkse inventarisatie gebeurtenis. Het gebied betrof Zeeuws Vlaanderen en de centrale plek was Hengstdijk in de kampeerboerderij van de Camping de Vogel. De eerste maaltijd zou om 19.30 uur plaatsvinden teneinde eenieder de gelegenheid te geven om de tijd te nemen om aan te reizen naar deze relatieve uithoek van NL.  Aan het eind van de middag begon het gezelschap binnen te druppelen.
Bekenden groeten elkaar

En zitten geanimeerd met elkaar te overleggen.

Sommigen zoeken de buitenlucht op om even te roken.

Terwijl anderen zich over de kaarten buigen om de
verschillende gebieden vooraf te karakteriseren.

Om 19.30 zou de ontvangst en de maaltijd plaatsvinden. Het gezelschap werd vergast op een voortreffelijke maaltijd, afkomstig van een Chinees restaurant vermoed ik zo. Het was zeer ruim want ondanks dat velen voor een tweede en misschien wel een derde keer opschepten, was er nog over aan het eind van de maaltijd.
Iedereen laat het zich goed smaken.
Na de maaltijd was er een presentatie namens of van de beheerders van resp. Zeeuws Landschap en Staats Bosbeheer. We kregen nadrukkelijk toestemming om de verschillende natuurgebieden te betreden en eventueel over prikkeldraad versperring heen te klimmen. De plaatjes die gepresenteerd werden door Peter van SBB beloofden al veel goeds, althans de flora die werd gepresenteerd zag er veelbelovend uit. Tijdens de lezing zat ik al te knikkebollen van de slaap en we waren dan ook snel vertrokken.
'sNachts hebben Jap Smits en Henk Hunneman met een lichtval op nachtvlinders gezeten waarbij Jap terloops de Myrmica Specioides, nieuw voor Zeeland heeft gesnapt aldus vertelde Jap mij de volgende morgen bij de koffie. Iedereen was present en ging op tocht. Allereerst de groeve bij Nieuw Namen. Officieel zou dit natuurgebied pas in de loop van het weekend voor publiek worden opengesteld, maar wij hadden van SBB toestemming gekregen om te gaan inventariseren en dan niet alleen vanaf de publiekstribune die was aangelegd om te voorkomen dat men de 2 miljoen jaar oude wand zou kunnen beschadigen, maar vanaf de grond. Het was een schitterend plekje niet alleen geologisch maar ook entomologisch. Als relatief schamele mierenman kon ik met gemak drie, vier verschillende soorten te pakken krijgen waaronder een Myrmicaatje. Maar verschillende bijen en wespen hadden hun sporen achter gelaten in de wand.
De publiekstribune, geeft geen toegang tot de grond.



Sporen van graafbijen

Vondsten worden onderling uitgewisseld.
Groepje boven de helling.
Helaas was het einde van dit bezoek niet slechts abrupt maar ook nogal hilarisch; plotseling stond er bovenop de helling een schreeuwende meneer, die in onvervalst Zeeuws duidelijk maakte dat we op moesten donderen en dat hij anders de politie wel zou bellen. Het dikwijls herhaalde feit dat wij toestemming hadden van SBB en dat zelfs schriftelijk konden aantonen ging aan hem voorbij. We waren toch al rond met deze plek dus zijn we maar vertrokken; het was wel het gesprek van de dag natuurlijk. Het betrof iemand die zich zelf meer gezag toekende dan hem toekwam maar wel met hart en ziel aan dit schitterend stukje natuur was verknocht. Geef hem eens ongelijk.
Volgende gebied was het verdronken land van Saeftinghe en de Braakman.
Ik reed met Henk Hunneman mee; hij wilde nog wat gebiedjes verkennen om 'savonds weer op vlinderjacht te kunnen gaan met "de lamp". Misschien was het niet zo'n geschikt gebied voor vlindervangst; het waaide nogal en er was weinig luwte in het gebied. Maar voor vogelaars was het schitterend. De Braakman is een oude kreek en bestaat nu vooral uit slik. Daarop waren tal van kluten, een toch wel zeldzame vogel volgens mij. Toen we aan kwamen rijden deed een fuut net alsof hij/zij niet meer kon vliegen, ongetwijfeld om onze aandacht van de jongen af te leiden. In de Braakman zelf schatten wij het aantal op minstens 10 vanaf de plek waar wij stonden.
Kluten in de Braakman
Verderop was nog een stuk (aangelegd) dennenbos waarin een kolonie reigers zat te schreeuwen en te scheiten; misschien wel luw maar niet zo geschikt om rustig vlinders te gaan vangen met een lamp. Dus nog even verder naar het waterwingebied waar Henk en Jap de avond tevoren hadden gevangen. Daar nog wat verkend en een fraaie plek gevonden met veel vlinders en hommels. Toen ik Eric van der Spek 'savonds attent maakte op dat gebied bleek dan ook dat hij er al geweest was.
Moe maar voldaan terug naar de kampeerboerderij. Een aantal heren zat achter het binoculair de oogst van de dag te prepareren voor de reis.

Aan de slag





27 mei 2011

Fysieke kracht in de natuur

Deze week liep ik door mijn bekende bos en hoorde het gepiep van een stel jonge spechten in een nest. En ja hoor, hoog in de boom was een spechtengat en je zag af en toe de hongerige schreeuwlelijkerds met hun rode kuifje voor het gat. De ouders vlogen af en aan met voedsel. Er ligt in ons bos erg veel dood hout; daarin groeien allerlei insectenlarven, het voedsel bij uitstek voor de spechten. Die zitten hier dan ook volop. Ik vroeg mij af hoe die oudervogels dat nest zo voor elkaar hadden gekregen want het was geen dode, half verrotte boom, maar een vitale Amerikaanse eik. Ergens verderop in het bos staat een den die lang geleden door de bliksem is getroffen; een deel van de schors is daar verdwenen en het kernhout is half verrot. Dat lijkt wel een flat voor spechten met boven elkaar zeker zo'n 8 nestopeningen. Maar je ziet spechtennesten eigenlijk steeds in dode bomen, die gelukkig ook volop in ons bos blijven staan; een zegen voor spechten maar ook voor de insecten(larven) die leven van dood hout!
Megarhissa vagatoria vrouwtje terwijl zij dwars door de schors en hout
 van een boom haar eitje legt
foto Jap Smits, met toestemming hier gepubliceerd.

De prestatie van de specht wil ik zeker niet onderschatten, maar ik bedacht mij de wonderlijke prestatie van houtwespen en sluipwespen. Mijn al eerder genoemde vriend en insectendeskundige, Jap Smits had mij onlangs een paar schitterende macro-foto's laten zien van een reusachtige sluipwesp, de Megarhissa vagatoria, die predateert op de larven van houtwespen. Voor onbekenden in deze materie: de houtwesp legt haar eitjes met behulp van een legboor in het hout van een boom; de sluipwesp gaat met haar legboor dwars door het hout heen en legt haar eitje(s) vervolgens in de inmiddels volgevroten larve van de houtwesp en eet die dan van binnenuit weer leeg. Ja ja, zo gaat dat in de natuur. Jap was zo vriendelijk om twee van deze foto's aan mij ter beschikking te stellen voor dit Blog.

Het is ongelooflijk hoe zo'n subtiele legboor dwars door die harde lagen heen kan boren en dan ook nog die larve kan vinden. Kees Zwakhals, eveneens insectendeskundige vertelde mij bij die gelegenheid dat aan het puntje een soort zaagje zit en dat er weerhaakjes aan de boor zitten. Ik zou er wel eens een hoge vergroting van willen zien. Wat is de natuur toch schitterend.

26 mei 2011

Drie in de pan

Mijn lieve Zaanse grootmoeder bakte op mijn verzoek, als ik bij hen logeerde, "Drie in de pan"; op een petroleumstelletje dus heel langzaam. Ze had wel meer van die ouderwetse dingen als "broeder". Dat was een onsmakelijke meelbal die in een zak werd gekookt, in plakken gesneden en dan met een boter-stroopsaus werd begoten. Ik ben van dat laatste als kind zo misselijk geweest dat ik jaren lang geen stroop meer lustte. Maar "Drie in de pan" betekende veel voor me; ik hield ontzettend veel van m'n oma. Op haar sterfbed heb ik haar nog gevraagd hoe ze nu die "Drie in de pan" maakte. Dat is inmiddels alweer ruim dertig jaar geleden. Ik zie haar nog zeggen:"en een paar handjes krenten en rozijnen". 
Maar nu heeft Roos, bij het opruimen van haar ouderlijk huis een receptenboekje gevonden, van de hand van haar moeder, met daarin o.a. het recept van "Drie in de pan". Het boekje is minstens 75 jaar oud.
Hier gaat ie dan:
200 gram bloem
250 ml melk
1 ei
wat zout
100 gram krenten en rozijnen
15 gram gist
slaolie
Doe de bloem in een  kom. Meng zout, ei melk en gist en doe dat in het kuiltje in de bloem en maak een glad beslag. Doe er de gewassen krenten en rozijnen door. Laat 90 minuten rijzen. Bak de koeken in een koekenpan met slaolie op niet al te hoog vuur. Presenteer ze warm met wat suiker bestrooid. 

Ik zal ze binnenkort eens bakken; niet op een petroleumstelletje, maar op m'n inductieformuis. Dat kan ook op lage temperatuur bakken net als mijn grootje deed in Zaandam.

25 mei 2011

Die eerste sollicitatie

Misschien was het niet echt mijn eerste sollicitatie, maar ik heb dit verhaal toch altijd wel zo ervaren. Het is veertig jaar geleden in 1971. Dat waren toch wel heel andere tijden aan de universiteit. Ik behoorde bij de voorlopers van de "baby boom" generatie; van 1948, snel door de middelbare school en snel afgestudeerd. De universiteit werd plotseling overladen met studenten en de wetenschappelijke staf moest groeien; geld was kennelijk niet het probleem. Ik zocht een baan, bij voorkeur in de wetenschap.
Ik studeerde aan de VU en had een tweede bijvak gedaan op de medische faculteit, afd. chemische fysiologie meen ik. De hoogleraar van die afdeling, professor Oosterhuis was tevens decaan van de faculteit. Ik kende hem alleen van "de gang". Van mede-studenten vernam ik dat er aan de medische faculteit een aantal vacatures was. Dus maakte ik een afspraak met de decaan om hier navraag naar te doen. En inderdaad, hij kon mij vertellen dat er een vacature was voor een biochemicus bij dermatologie. Ter plekke belde hij en maakte een afspraak voor mij voor een half uur later. Dat was dus mijn eerste sollicitatie gesprek. Maar er gebeurde iets geks: terwijl ik met de decaan in gesprek was, ging de telefoon; het was de hoogleraar van de verdieping hoger, de afdeling microbiologie, die vroeg of de decaan niet een biochemicus wist met belangstelling om in de faculteit te komen werken. Nou, die link was snel gelegd en die ochtend legde ik mijn eerste twee sollicitatiegesprekken af.
De eerste bij dermatologie, waar ik werd ontvangen door een buitengewoon sympathieke lector; later hebben we nog samengewerkt en zijn we ook nog privé met elkaar omgegaan, de helaas veel te vroeg overleden Gotze Kalsbeek. Hij vroeg mij of ik wel eens van de Immunofluorescentie Techniek had gehoord. Welnu, dat was niet het geval en hij legde mij deze techniek precies uit. In het tweede gesprek bij microbiologie, met de hooggeleerde van Tongeren ging het om de Toxoplasmose diagnostiek. Ook hij vroeg of ik de Immunofluorescentie Techniek kende. En dat was natuurlijk het geval, dus ik kon het precies uitleggen en ik kreeg direct de baan. Dat was wel heel erg snel gegaan. Het ging om een vaste baan en als ik dat had gewild had ik daar nu dus nog gezeten.

24 mei 2011

Een dag naar Nunspeet


Daar stond ze, een niet onknappe vrouw van een jaar of veertig. Mooi figuur, witte zomerrok, model jaren vijftig, een paar mooie, bruine en gespierde benen met slanke enkels en op hoge hakken. Ze leek wel wat op het beeld van Jan Wolkers van vrouw met kat zoals ik dat ken uit "Werkkleding". In de verte kwam de trein van 9.01 naar Zwolle. Ze stak nog snel een sigaret op en stond die met een fanatisme op te roken of haar leven er van af hing. Dat is natuurlijk ook zo, alleen dan wel in den negatieve. Het leek wel of er met een Stanleymes door een mooi schilderij werd gekrast zo zonde vond ik dit.
Aangekomen in Nunspeet een kopje koffie met het onvermijdelijke puntje appeltaart en slagroom genuttigd bij restaurant "de Stroopstok". Leuk met de baas van het établisement gesproken over wat ook zijn interesse bleek te zijn: de natuur.
En dan het bekende pad richting Hulshorsterzand, ditmaal gewapend met een schepje en buisjes om mieren te verzamelen. Ik wilde eens kijken hoeveel verschillende soorten ik kan vinden. Vooral Myrmica's hoopte ik te vinden. De vangst viel me uiteindelijk een beetje tegen. Vooral veel kleine miertjes, allemaal dezelfde, ik vermoed Tetramorium en natuurlijk veel bosmieren. Van elk nest 1, hooguit 2 stuks verzameld. Op de terugweg heb ik een andere route gevolgd en daar kwam ik tot mijn verbazing een bosmierennest tegen zonder koepel; het leek wel een nest van de zwarte wegmier, Lasius Niger. 2 miertjes apart gevangen om eens te zien of het misschien om de satermier gaat; die bouwen nauwelijks een nest aldus Peter Boer.
De coördinaten opgenomen en een foto gemaakt van het nest. Heerlijke dag en dan vanavond nog bridgen.

23 mei 2011

Mijn eerste laboratorium herinneringen

Door dat artikel in de Pers over AIDS ben ik aan het denken geslagen over het proefdiermodel waar ik aan gewerkt heb maar ook aan mijn hele loopbaan in de wetenschap. Naarmate je ouder wordt realiseer je je dat een loopbaan toch vooral door toeval ontstaat; natuurlijk is er een aantal ingrediënten dat bepalend is voor de klasse loopbaan. Of je studeert of niet; wat je studeert; wat je aanleg is, karakter, ambitie, doorzettingsvermogen etc.
Door een gelukkig toeval kwam ik in 1971, nadat ik als biochemicus was afgestudeerd, op de afdeling Microbiologie van de faculteit der geneeskunde van de VU terecht. Een afdeling met veel interne problematiek; de hoogleraar was een eigenzinnig man en niet ieder staflid kon daar even goed mee omgaan. Zo kreeg ik de opdracht om een bepaalde diagnostiek op te zetten; dat had hij eerder opgedragen aan de staf maar die hadden in zijn ogen zo veel noten op hun zang dat hij zijn eigen, kordate weg had gevolgd en een chemicus had aangetrokken. Nou, dat was ik als jong broekkie zonder enige ervaring op werkgebied. Eigenlijk had ik deze techniek voor de serologie van Toxoplasmose, vooral dankzij de zeer ervaren analiste, die ik mede mocht aanstellen, snel in de rails. Dus na een half jaar had ik mijn taak er eigenlijk op zitten; de Toxoplasmose serologie liep als een trein. We deden dat met de Immunofluorescentie Techniek (IFT), waarover later meer.
Ik vroeg de hooggeleerde wat ik nu verder aan zou pakken. Daar had hij volgens mij nooit bij stil gestaan en noemde het ontwikkelen van een snelle methodiek om twee typen Herpes Simplex (HSV-1 resp. HSV-2) van elkaar te onderscheiden. De oude hoogleraar was een echte doener; van achtergrond was hij veterinair en als hoogleraar microbiologie aangesteld aan de VU. Hij werkte graag met dieren; ik mocht hem wel en kon, ondanks zijn kuren, goed met hem opschieten. Hij spoot babymuizen in met patiëntenmateriaal en kon dan aan het effect zien of het om Herpes Simplex Virus (HSV) ging en zo ja, welk type. Ook inoculeerde hij bebroede kipeëieren met patiëntenmateriaal en kon dan aan de grootte van de pokken op het embryonale vlies zien of het om type 1 of 2 ging. Dat duurde soms lang en, waarschijnlijk meer om van mij af te zijn dan om de diagnotische noodzaak van snelle techniek, gaf hij mij aan dat ik me maar eens op dat onderwerp moest gaan storten. Hij had ook een stam waarvan hij niet precies kon uitmaken of het nou type 1 of 2 was en liet mij dat verder uitzoeken.
We hadden in die zeventiger jaren aan de universiteit geen problemen van financiële aard, in tegendeel. Er was budget over en de komst van een chemicus was welkom, want die wisten van dure apparaten. Maakte je het budget niet op dan verviel het voor het volgende jaar, ja ja, kom daar nu maar eens om. Ik had een heel groot laboratorium met weefselkweek faciliteiten, een proefdierstal met dierverzorger en alle apparatuur, chemicaliën en noem maar op tot mijn beschikking; een situatie waar een beginnend academicus tegenwoordig alleen maar van kan dromen. Het enige dat ik miste was ervaring, maar dat hadden mijn twee analistes wel. Dus hup met de geit, aan de gang met weefselkweek techniek, gecombineerd met immunofluorescentie en het leverde al snel resultaat op ook! Met weefselkweek techniek, gebruik makend van kippe-embryo fibroblasten en IF techniek kon je na 1 dag al HSV aantonen en ook om welk type het ging. Volgende keer... meer.

22 mei 2011

Opnieuw naar Texel

Gisteren weer eens lekker naar Texel geweest. Vrijdagavond waren we allebei zo moe dat we vroeg zijn gaan slapen en uiteindelijk toch pas de trein van 8.57 hadden uit Bilthoven. We hadden een vrij reizen kaart van de NS die Roos met veel moeite aan het computer systeem had ontfutseld. Eigenlijk zouden het er twee voor twee personen zijn, maar het weergaloze systeem gaf aan dat het om 2 eenspersoonskaarten ging, jammer dan. Maar daarom niet getreurd en een heerlijk dag op Texel genoten.
In de trein las ik in "De Pers" een artikel over een patiënt die genezen was van de HIV infectie, dus van AIDS. Daar was een beenmergtransplantatie aan vooraf gegaan vanwege een andere aandoening. Ooit werkte ik aan een proefdiersysteem in het onderzoek naar ziekten van het immuunapparaat. Hoewel AIDS destijds als syndroom onbekend was kenden wij het beeld van de systemische immuunsuppressie wel als onderdeel van het spectrum aan immunologische aandoeningen dat wij met ons model konden induceren (van SLE tot AIDS zou ik nu zeggen). De in "De Pers" beschreven bevinding is wel te verklaren in "mijn model", beter gezegd "ons model" van destijds, maar kennelijk niet met het huidige, nog steeds gehanteerde model voor AIDS dat uitgaat van het infecteren en vernietigen van T-cellen, althans lymfocyten (dacht ik begrepen te hebben van de lezingen destijds en uit een ontmoeting twee jaar geleden met een Amerikaanse hoogleraar tijdens een toevallige ontmoeting in een restaurant in de Dordogne). Moet ik ook maar eens een Bloggie aan wijden, maar dit ter zijde en terug naar Texel.
Direct van de boot af langs de dijk richting natuurgebied via het Texelpad. Lekker een uurtje in het zonnetje gelegen bij het duinmeertje totdat Roos bang was dat ze zou verbranden. Doorgelopen naar een gezellig koffieplekje, middenin het bos; Rivella en een portie bitterballen. Door naar het strand en weer terug richting Den Hoorn. Heel moe weer aangekomen in Den Hoorn en lekker gegeten daar in het restaurantje vlakbij de bushalte: Roos een vispotje en ik een lamsbiefstukje. Zeer voldaan de bus genomen en met de boot van 20.00 uur weer terug naar huis. In bed gerold en om half tien pas wakker geworden. En toen regende het, dat werd tijd; de natuur heeft het moeilijk met die langdurige droogte. Het is verbazingwekkend dat er nog aardappels met groen loof op het veld staan.
PS
Vrijdag heb ik de eerste (kas)Opperdoezen gekocht; je kunt de schilletjes er zo afborstelen. In plakjes koken met ruim zout in het water en direct bakken in de roomboter; Hollands trots!

21 mei 2011

Liefdesleven van een insect

Toen ik terugkwam uit Vaals moest ik op de bus wachten bij het station Utrecht. Ik nam het ervan en ging lekker op een bankje zitten even verderop van de halte; de bus kon ik goed in de gaten houden. Voor mij was een stel duiven naar wat verdwaalde kruimels aan het zoeken; de doffers maakten van de gelegenheid gebruik om de duivinnen het hof te maken. Koerend, met hoge borst liepen zij maar om de vrouwtjes heen. Die trokken zich niets van de macho's aan en gingen rustig door met voedsel zoeken. Geen doffer die zich niet meer kon inhouden en tot ongewenste bestijging over ging; nee, rustig voortkoeren en hopen op succes. Zo doen deze vreedzame vogels het!
Vroeger, als jongen hield ik vogeltjes in een volière op zolder in mijn ouderlijk huis. Daar leerde ik alles van het liefdesleven van tropische vogels als Japanse meeuwtjes, parkieten, zebravinkjes, spitsstaart amadines en andere. De mannetjes fluiten, piepen of koeren zoals de duiven, of kraaien als hanen om indruk te maken. Als het vrouwtje ook genegen is dan wappert zij met haar staartje op en neer; het mannetje bespringt haar vervolgens met wederzijdse instemming en naar beider genoegen.
Maar het kan er bij vogels soms ook best wild aan toegaan; zo hoorde ik van Huib dat hij een keer zag hoe twee zwanen het deden in het water, zoals het watervogels betaamt, maar dat het vrouwtje daarbij bijna verdronk. Na afloop van de daad beurde het mannetje de kop van het kennelijk verslapte vrouwtje omhoog zodat zij niet kon verdrinken. Is toch liefdevol als je het vanuit de menselijke psyche beoordeelt.
Het kan ook andersom hoor, dat de vrouwtjes de mannen het hof maken. Vorig jaar zag ik in het weiland bij ons achter in het bos hoe een merrie haar partner aanspoorde; ze ging steeds met haar bevallige achterwerk naar z'n kop staan en gaf hem daarbij liefdevol een trap met haar achterpoten. Helaas voor haar was "hij" een ruin en probeerde hij wel om aan haar wens tegemoet te komen door haar te bestijgen, echter hem ontbrak de kracht in de lendenen en moest hij haar telkens teleur stellen. Een lullig gezicht vond ik het voor die twee.
Degenen die mij beter kennen weten dat ik vooral in insectenleven ben geïnteresseerd en tot mijn schande moet ik erkennen dat het er bij die beestjes heel wat minder subtiel aan toe gaat. Mijn goede vriend en insecten deskundige Jap Smits noemt het een groepsverkrachting als je ziet hoe met name de maagdelijke mierenkoninginnen worden bevrucht. Er ontstaat een kluwen van mannetjes dieren om het "slachtoffer" heen. Tijdens haar bruidsvlucht moet ze zich soms wel tien mannetjes laten welgevallen. Dat gaat er heel wild aan toe dus. Voor geïnteresseerden kan ik het boek "The Ants" van Wilson en Holldöbler" adviseren!
Ik moest onwillekeurig aan deze wijze van copulatie denken toen ik van de week las hoe Strauss-Kahn in het nieuws kwam.

20 mei 2011

Tevreden

Aardbeien op het balkon met volle zon.
Als ik zo op een wat regenachtige 19e mei achter m'n PC'tje zit om gezellig te mailen en Bloggies te schrijven, terwijl het appeltaartje in m'n oven staat te garen, kan ik me zo tevreden voelen. Op m'n balkonnetje staan de aardbeien er prachtig bij. Ze hebben de koude winter en het droge voorjaar prima doorstaan. Vanaf maart ben ik ze gaan begieten en daar geven ze me nu dankbaar hun vruchten voor.

De bloeiende tijm op m'n achterbalkonnetje

Op m'n achterbalkonnetje staat de tijm in bloei; ook zij heeft de winter en de droogte overleefd. Zojuist heb ik een omelet gebakken met champignons uit Vaals en wat tijm van m'n achterbalkonnetje. Lekker op zelf gebakken boerenbrood, gemaakt met biest, dus lekker zacht. Dat is toch wel genieten voor een smulpaap als ik ben.

Dampend vers appeltaartje
En dan gaat het rinkeltje van de wekker: de appeltaart is klaar. Snel via de chat zoon Hugo op de hoogte gebracht, want die is er gek op en krijgt zijn deel als hij vandaag tijd heeft, maar dat lukt vast wel. Wat is die electronische communicatie toch makkelijk; had ik niet gedacht toen ik er in 1982 mee begon bij de SSDZ in Delft. Roos komt straks lekker koffie drinken; voor haar heb ik het taartje gebakken.

19 mei 2011

Krentjebrij

Van mijn vakantie kameraad Luuk uit Sleen heb ik het recept voor Watergruwel, in het Drents Krentjebrij gekregen. Gisteren kreeg ik deze e-mail in onvervalst Drents van Luuk:


Moi Ferry,

Bij disse dan de vertaoling van het recept Krentjebrij.
Eem veur de dudelijkheid het is gien krentjebrie, dat is meer Grunnings.
Hier in Slien proot wij zand drents, dat is ien van de zeumen dialecten in Drenthe.
Zand drents lek het miest op het Nederlands zo as ie dat proot, van daor dat ie mij ok zo goed kunt verstaon.

Nou daor komp e dan.
Krentjebrij:
Ien halve kan bessensap                                         
Eemtueel  water
Gewelde krenten en rozienen (ien ons)Zakie tuttifrutti wieken in water (omnaobij een nacht) in kleine stukkies snien.
Suker nao smaak toevoegen
Eemtueel gort toevoegen

Breng de sap met water, krenten, rozienen en tuttifrutti an de kook

Gaar koken en suker toevoegen.
Eemtueel licht binden met eerdappelzetmeel.

Ik zul zeggen, kook ze en eet smakelijk.

De Groent’n,
Luuk

Dankjewel Luuk voor dit recept dat je op mijn verzoek in het Drents hebt geschreven. 

18 mei 2011

Fukuyama in China

Dick koopt altijd de Volkskrant op zaterdag; ik kan het nooit laten om een krant ongelezen te laten en zo las ik de krant van afgelopen zaterdag. En daarin staat een bijdehandte Japans-Amerikaanse meneer Fukuyama ons met een kennersblik wijs te maken dat na de val van het communisme het de wereld duidelijk moet zijn dat er geen plaats is op dit ondermaanse voor andere economische systemen dan het liberaal kapitalisme; hij noemt met name dat het staatskapitalisme van China geen kans van slagen heeft.
Dick suggereerde al dat F. hier in het land was voor een lezingencircuit; ik kwam, gezien zijn Amerikaanse achtergrond, met de suggestie dat hij een boek had geschreven en hier was voor de promotie daarvan. En inderdaad, dat laatste is het geval. Hoef ik in ieder geval niet te lezen; ik ben die Amerikaanse deskundigen helemaal zat; hun boeken zijn schreeuwerig, herhalen zich bij voortduring en zijn slechts bedoeld voor de verkoop.
In die zelfde Volkskrant staat op de voorpagina: Shell onder druk gezet in China. En inhoudelijk verbaast me het artikel allerminst; China heeft in de samenwerking met Shell voldoende technische "know how" opgebouwd om een nieuwe "plant" zonder buitenlandse hulp op te zetten en dus wordt Shell min of meer afgeserveerd.
Eerder las ik dat Airbus samen met China 1000 vliegtuigen gaat maken in China. Verwacht je nou heus dat Airbus daarna vaste grond krijgt in China? Welnee, dan gaat zij de zelfde weg via de zijdeur. De tijd dat China alleen maar goedkope arbeid leverde om bulkartikelen te produceren is nu echt over. Het zal weinigen zijn ontgaan dat China heel veel kennis op velerlei gebied verzameld heeft middels haar opvallend ijverige studenten in vele buitenlanden. Kennis, contacten, het opbouwen van een internationaal netwerk en het spreken van de vele talen is daarvan het gevolg voor dit voormalig ontwikkelingsland dat nog maar enkele decennia het hongerstadium is ontgroeid (o.a. door haar stringente bevolkingspolitiek).
Is dat staats kapitalisme of gewoon verstandig een liberaal kapitalistisch, centraal aangestuurde economie? Ik neem mijn pet af voor China en word wat lacherig van Fukuyama met z'n boekie. Maar ach, wie ben ik dat ik zo mag oordelen over een deskundige; ik ben maar gewoon een praatjesmaker die dagelijks een Bloggie schrijft.

17 mei 2011

De zinkviooltjes


Gezellig gisteren bij Dick langs gegaan om een paar dagen te logeren. En natuurlijk vanmorgen een stevige wandeling. Eerst naar de markt; ik stond opnieuw verbaasd van de lage prijzen van groenten en fruit. Voor 1 euro per pond heb ik schitterende aardbeien ingeslagen en voor een dergelijk bedrag ook de mooiste asperges. Maar dat terzijde want Zuid Limburg heeft zoveel meer dan lage prijzen. Natuurschoon, heuvels, beken. En zo maakten we een wandeling die uiteindelijk in België langs de Geul uit kwam; zinkviooltjes alom!

16 mei 2011

Vestdijk

Vorige week mailde Peter C mij dat hij "De dokter en het lichte meisje" van Simon Vestdijk weer ter hand had genomen. In onze middelbare schooltijd had hij daar een spreekbeurt over gegeven. Nu achteraf schrijft hij daarover: Ik ben nu met De Dokter en het lichte meisje uit 51 van Vestdijk bezig en dat is een intrigerend boek vanwege het larmoyante beeld dat hij oproept van z'n leven als arts in de jaren 20 maar waar ik nooit aan begonnen was als ik er niet een spreekbeurt over gehouden had in de 3de klas van het HLW. Moet je bij geweest zijn dus! Wat me daar toen toe gedreven heeft is me een raadsel en ik geloof dat Minnema die keuze ook wat vreemd vond. NB Het HLW was onze middelbare school en Minnema onze leraar Nederlands.
Dat boek heb ik ook ooit gekocht en het heeft jaren op mijn plankje gestaan. Inhoudelijk weet ik het mij niet meer te herinneren; maar ik zal Vestdijk ter hand nemen. Het blijkt dat de samenwerkende bibliotheken van Utrecht Midden al z'n boeken op de plank heeft staan. Ik ben benieuwd.

15 mei 2011

Kaiser Karls Bettstatt


Het verhaal gaat dat Keizer Karel de Grote ooit de nacht doorbracht hier bij deze steen. Het is in de buurt van Müzenich in de Eifel bij Monschau. Het is een markante rots die ik vanaf mijn eerste bezoek hier aan de Eifel ergens begin tachtiger jaren al heb leren kennen. Deze oude foto moest toch een keer op de Blog geplaatst worden om dit favoriete wandelgebied van mij eens te markeren. 
Mijn eerste grote wandeltocht langs de Helle was in 1986 met Dick, precies in de week dat Tsjernobyl ontplofte. Het was prachtig weer die week, hetgeen Dick wat ironisch de omschrijving "een stralende tocht" ontlokte.
We zouden van Eupen naar Monschau wandelen maar ik was zo moe dat we niet verder kwamen dan Müzenich. Van die tijd herinner ik me nog deze rotsformatie en het hotelletje zur Buche, aan de rand van de Hautes Fagnes. Later kwam ik geregeld hier in de buurt en overnachtte altijd in Hotel Hirsch in Kalterherberg, vlakbij Müzenich, altijd in "zimmer acht", naast de badkamer met ligbad.
Posted by Picasa

14 mei 2011

Het kerkje van opa Tom

Posted by Picasa
Heel wat jaartjes geleden was ik hier in de kop van Groningen met mijn voormalige buurman Tom Kuiper, voor de kinderen "Opa Tom". Goede buurman die in tijden van grote drukte binnen het gezin z'n steentje bijdroeg. Hij bracht Joke, onze oudste zeker een hele winter lang naar de kleuterschool nadat nummer vier het levenslicht had aanschouwd. In die tijd forenste ik, zodat Anneke er de hele dag in haar eentje voorstond. 
Dit kerkje betekende veel voor Tom, die oorspronkelijk uit het Groningse platteland voortkwam. Hij liet me bij die gelegenheid de sloot zien waarin hij met een vlot de liefde voor het water had leren kennen. Maar dit kerkje ten Noorden van Appingedam was hem het dierbaarst. Later heb ik het nog eens opgezocht en aan Tom gedacht.

13 mei 2011

Slovenië, land van schoonheid en rust



Slovenië, land van schitterende landschappen en wonderlijke geologische verschijnselen. Land van lekker eten, afwisseling, rust. Wat zijn we met die paar bezoekjes ontzettend veel van dit land gaan houden. Hoop er in de toekomst nog vaak heen te kunnen gaan. Het is alweer een poosje geleden dat we hier voor het laatst waren, maar fijn om te herinneren.
Posted by Picasa

12 mei 2011

Hulshorsterzand




Afgelopen zondag voor het eerst dit jaar naar het Hulshorsterzand. Eerst een kopje koffie bij het pannenkoekenhuis de Stroopstok, voorzien van appeltaart met slagroom; men serveert daar de lekkerste slagroom die ik ken. Ik vroeg de baas of we, na afloop van onze ongetwijfeld zeer dorstige wandeling, onze flesjes mochten bijvullen; dat was natuurlijk OK. En hup, daar gingen we met de GPS om te oefenen met het maken van tracks. Ik heb al jaren een GPS maar snap eigenlijk geen bal van hoe tracks, routes e.d. kunnen worden geregistreerd. GARMIN blinkt niet uit in gebruikersgemak dus kom ik niet verder dan het registreren waar ik heb gelopen en hoeveel km het precies was.
Onderweg langs onze bekende route zagen we o.a. een schitterende boktor; gefotografeerd om later te kunnen determineren. We kwamen nog langs het verbrande stukje dat ik eerder meldde in deze Blog; er waren nog geen mieren te zien. Ik ben benieuwd welke soorten zich het eerst vestigen in zo'n afgebrand stukje. Wèl zag ik wat konijnensporen en gaatjes van gravende insecten. De vegetatie had het moeilijk door de droogte van de afgelopen weken.
Verder gelopen naar wat wij altijd "de woestijn" of "de Sahara"  noemen; de zomers zo hete zandvlakte waar je vrijwel geen mens tegenkomt. En inderdaad, uitgestrekt lag het voor ons en geen mens te zien. We hebben een plekje in de luwte opgezocht en zeker een uur lang heerlijk liggen zonnen; de wind bracht wat verkoeling, anders zou het echt te heet zijn geweest. Het keerpunt lag (onverwacht) op meer dan 11 km, dus totaal zou het zo'n 23 km worden. Zuinig gedaan met de 2 liter water die we bij ons hadden maar ik voelde me toch wel uitgedroogd toen we weer bij het pannenkoekenhuis aankwamen. Met de trein terug; was weer een heerlijke zomerdag zo vroeg in het jaar.
We hebben de dag afgesloten met een STEP bridge toernooi en daarna nog een glaasje wijn bij Roos in de tuin.

11 mei 2011

Genealogie voor Gijs

Mijn kleinzoon Gijs
Vanouds ben ik nostalgisch ingesteld; vooral mijn jongste broer weet mij daar met enige spot op te wijzen wanneer ik probeer om met warmte iets "van vroeger" te vertellen; hij noemt mij dan een sentimentele ouwe zak?! Inderdaad hecht ik erg aan kennis over vroegere gebeurtenissen, zowel geschiedkundig maar vooral ook in de direct persoonlijke sfeer. Zoals de oude fotoboeken van mijn grootouders; daarvan heb ik een tweetal. Ik ben één van de zeer weinigen die nog wat weet van de personen die op deze foto's staan; mijn grootmoeder van moeders kant heeft mij in mijn prille jeugdjaren heel veel verteld over vroeger en daar weet ik mij sommige dingen nog van te herinneren. Gebeurtenissen van meer dan honderd jaar geleden inmiddels. Ik loop met plannen om dit fotomateriaal eens te scannen en daar iets mee te gaan doen. Roos is mij daarin aan het voorgaan. Zij heeft vanuit de erfenis van een tante en het opruimen van haar ouderlijk huis nogal wat oud foto materiaal bij elkaar gescharreld. Maar ik vraag me wel af voor wie ik dat nou zou doen. Als ik al die vergeten gezichten zie in die oude fotoboeken vraag ik me ook af wie daar nu echt in is geïnteresseerd. Mijn kinderen niet en mijn broers en nakomelingen evenmin. En voor mezelf hoef ik het niet te doen. Voor mijn kleinzoon Gijs, heden 4 maanden oud?
Ik heb foto's en nog enige kennis over bet-bet-overgrootouders van Gijs, maar heb zo het idee dat dit Gijs c.s. nooit ene moer zal interesseren; men leeft (terecht) toch vooral in het heden.
Mijn grootmoeder heeft mij in mijn jeugdjaren zo veel verteld (allemaal niet relevant natuurlijk zoals dat mijn destijds reeds overleden grootvader zo van postelein hield en van gebakken kruim van aardappelen) en dat heb ik voor een groot deel onthouden. Maar hoeveel weetjes zijn er in die honderdduizenden jaren niet verdwenen; dat hoort gewoon bij het verloop van de tijd. Het opschrijven van al die dingen is in mijn ogen toch een beetje narcisme, net als genealogie. Aan dat laatste heb ik een broertje dood omdat bijna altijd alleen de afkomst in de manlijke lijn wordt uitgezocht. Uiteindelijk is iedereen verwant aan iedereen als je maar ver genoeg teruggaat; dat maakt genealogie in mijn ogen onzinnig. Maar goed, ik ben een eigenzinnig man met veel twijfels naast uitgesproken meningen.
PS Dit Blog komt voort uit de correspondentie die ik voer met mijn goede vriend en leeftijdsgenoot Peter C die ook een onbedwingbare neiging heeft om oud foto materiaal te ontsluiten, zij het niet zo verrekte oud als dat van mij.

10 mei 2011

"Rot muziek"

Vanmorgen bij de koffie hadden we het zo over Noorwegen en mijn enig bezoek aan dat land in 2003. Dat was rondom deze tijd; ik heb mijn verjaardag daar toen gevierd met mijn toenmalige collega Marlies. We waren op een wereldcongres aldaar over kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg. Een imposant congres waarvan ik me nog wel enkele wetenswaardigheden weet te herinneren, maar dat ter zijde.
Daar in Noorwegen had ik heerlijk maar vooral schandalig veel gegeten waaronder, ja ja, walvis; dat kon je daar gewoon in een restaurant bestellen (eigenlijk kon het moreel niet, maar ik kon het niet laten staan omdat ik alles wil proeven en het was heerlijk, net haas). Maar toen ik terugkwam leek ik zelf wel een walvis zo dik was ik geworden. Ik ben niet eens meer op de weegschaal gaan staan; ik woog meer dan 92 kilo en ben direct rigoureus gaan lijnen. Van die tijd heb ik mijn kennis opgedaan van vetverbranding door de spieren. Iedere dag liep ik voor zes uur 'smorgens naar m'n werk en 'savonds weer terug; ik at heel weinig en viel door het regime van weinig eten èn heel veel bewegen razendsnel en zonder al te grote honger af. Ik weet nog dat mijn vader enkele maanden later (hij lag toen in het ziekenhuis) direct zag dat ik zo ontzettend was afgevallen.
2003, het was het jaar dat mijn vader overleed; dat jaar zong ik in het koor Ein Deutsches Requiem van Brahms. De aria: Herr, lehre doch mich, das ein Ende mit mir haben muss. Dat was natuurlijk ontzettend van toepassing. Ik mocht die aria van de dirigent tegen het koor in zingen. Dat raakte mij diep met mijn stervende vader voortdurend in mijn gedachten.
Daarover hadden Roos en ik het vanmorgen bij de koffie. En dan kijk je op Wikipedia en merk je tot je afgrijzen op dat die Jan Rot ook deze prachtige muziek in een "Rot-hertaling" heeft omgezet. Hoe durft iemand dit te doen met zo'n meesterwerk. Maar ook, hoe kan publiek zo stom zijn om daar naar te gaan luisteren en daarmee deze waanzin in stand te houden. Dat doet mij denken aan het geven van een Euro op station Utrecht aan zo'n "muzikant met een harmonica uit één of ander Oost-Europees land". Maar dat doe je dan nog uit medelijden. Bah.

09 mei 2011

Een kroon van 12 meter

Op weg naar onze wekelijkse bridgeavond kwamen we langs de Akker. Hij was me nooit zo opgevallen die kastanjeboom; maar daar stond hij met z'n enorme kroon. Ik schat deze op wel zo'n 12 meter. Gelukkig hadden we het fototoestel bij ons en maakte Roos deze schitterende opname van die reusachtige kastanjeboom in volle bloei. Ik moest hem gewoon even bewonderen in het licht van de ondergaande zon.

08 mei 2011

Verwende krengen

Voor het verblijf op Malta had Roos één van haar befaamde buitengewoon voordelige onderkomens gevonden via www.booking.com: het Alborado Apart Hotel in Sliema. Uitstekende lokatie! Per nacht voor twee personen kostte het slechts 27 euro. Zeer eenvoudig inderdaad, maar proper en alles was aanwezig. De waterdruk was wat laag zodat het lang duurde voordat het reservoir van de WC was volgelopen en een douche nemen was een trage onderneming. Maar schone handdoeken en een balkonnetje en je kon er eventueel zelf wat koken hetgeen wij overigens niet hebben beproefd. De bedden werden niet opgemaakt, dat was eigenlijk het enige waar we min of meer op hadden gerekend en waarin niet was voorzien. Al met al was ik zeer tevreden en heb ik in die zin ook de vragenlijst, die booking.com opstuurde beantwoord. Ik kreeg het overzicht terug en daarin kon je analyseren hoe de verschillende categorieën van bezoekers hadden gereageerd. En dan zie je dat de oudere paren veel en veel positiever beoordelen dan de jongere paren. Het eerste wat mij te binnen schoot was: "verwende krengen". Door het veranderend behoeftenpatroon van de verwende nieuwe generaties verdwijnen helaas allerlei gezellige familiehotelletjes, een trend die zich in de verschillende gebieden die wij bezoeken duidelijk heeft ingezet. Vind ik jammer.

07 mei 2011

Raar toeval

Nooit las ik iets over het ontstaan van het heilige boek. En nu zie ik in de NRC van 7 mei 2010 het volgende van de hand van Kate Zernike en Michael T. Kaufman over het ontstaan van de Koran in het kader van het omleggen van staatsvijand nr 1 van de VS: "Zoals Mohammed de Koran aan zich geopenbaard zag toen hij onderdrukt werd, zag Bin Laden het bewijs dat hij een uitverkorene was in het feit dat hij uit Saoedi-Arabië en in de jaren negentig uit Soedan werd verjaagd". En deze week las ook iets over dit onderwerp in de mémoires van Churchill. Churchill over het ontstaan van "Mein Kampf" van de hand van AH dat dit in het gevang ontstond: "Hier had men dan een nieuwe Koran vol blind geloof in de oorlog: gezwollen taal, breedsprakig en vormloos - maar onheilspellend". Ik weet niet wat ik hiervan moet denken. Tegenwoordig zou Churchill toch wel als blasfemisch worden weggezet denk ik; zo spreek je niet over een heilig boek.
Raar toeval dat ik nu juist deze week beide citaten onder ogen krijg.

Koken met inductie

Gisteravond kwam Hugo onverwachts bij me eten. Eigenlijk zou ik bij de koffie met een zelfgebakken appeltaartje naar Roos gaan die haar twee jongens te eten had. Hugo zou bij mij komen eten en ik dacht dat makkelijk te kunnen combineren. Hugo belde nog dat hij graag na het eten samen met mij naar z'n nieuwe kamer zou gaan kijken. Appeltaartje gebakken en bedacht hoe ik dit allemaal aan elkaar zou knopen. Belde de andere zoon, Peter ook op; hij was samen met z'n meissie Solvej z'n nieuwe kamer aan het schuren en natuurlijk wilde ik ook die kamer zien. Ja, ja, de verhuizing van hun moeder moet hen als een stelletje jonge zwanen naar eigen behuizing doen uitkijken!
Gezellige afsluiting van een week waarin ik al m'n kinderen, schoonkinderen en zelfs m'n kleinzoon zou zien. Helaas was Tycho, de jongste zoon van Roos al weg toen Hugo en ik bij Roos aankwamen om de appeltaart te consumeren anders had ik ook haar kinderen allemaal gezien deze week.
Later kwamen Peter en Solvej ook appeltaart eten in de tuin bij Roos. Ik vroeg of Peter en Solletje (zoals ik haar vaak noem) misschien vanavond ook bij me wilden komen eten, dat scheelt hen in tijd; dat wilden ze wel en ook Orlan, vriend van Peter, zou meekomen. Dat wordt dus weer een gezellige boel vanavond. Vanmorgen bedacht wat ik zou gaan eten en daar was natuurlijk als afsluiter en gaatjesvuller het "magisch voedsel" bij, zoals Jim, andere vriend van zoon Peter, rijstebrij ooit benoemd heeft. Tijdens de afwas opgezet en natuurlijk kookte het over. En dan zie je de enorme voordelen van koken met inductie. Het fornuis wordt een beetje nat, maar het brandt niet aan en zelfs de pan wordt niet smerig van buiten. Ideaal! om dit platgetreden superlatief maar weer eens in te zetten.

06 mei 2011

De oudste vondsten op Malta


Op weg naar Marsaxlokk, het vissersplaatsje op Malta waar je zo lekker verse vis kunt eten, kwamen we langs Tarxien; een archeologische vindplaats. Op de eerste dag hadden we al geprobeerd om te voet aldaar te komen, maar we hadden onvoldoende rekening gehouden met het weinig voetgangersvriendelijke karakter van de Maltese wegen. 

Opening in het bouwwerk

Het was levensgevaarlijk om via de drukke wegen de stad te bereiken, dus maar terug naar het vliegveld en daar de bus genomen. Overigens hebben we twee dagen heerlijk gewandeld in het landbouwgebied en langs de kusten, maar dit ter zijde.
Op de terugweg van Marsaxlokk, u raadt het al, zijn we uitgestapt en hebben we Tarxien bezocht; duizenden jaren oude restanten van de neolithische cultuur; ten tijde van de Egyptenaren (of zelfs voor die tijd?) waren er al lieden die op Malta huisden en bouwwerken produceerden die de tand des tijds hebben weerstaan. Imposant! 

In elkaar passende megalieten

Ik mag op dergelijke locaties graag in alle rust wat gaan zitten peinzen en me voorstellen hoe dat zou kunnen zijn geweest; dus lekker een kwartiertje op een bankje met uitzicht op al dat ouds. Natuurlijk hebben wetenschappers geconcludeerd dat het hier om tempels gaat, alsof iedere cultuur zich toch vooral bezig houdt met occulte zaken en alleen die restanten van zodanige kwaliteit zouden zijn dat ze de tand des tijds doorstaan. Maar ik moet me niets verbeeld want de archeologen hebben er in ieder geval veel meer verstand van dan ik.

Uitgehouwen in de grond en nog intact
Maar ik dacht eigenlijk meer aan een marktplaats. Roos heeft over deze opgravingen een interessante Blog geschreven die u hier aan kunt klicken.
Onlangs sprak ik iemand die over Malta opmerkte: "Nou, vind ik niks aan", als of dat meer over Malta zou zeggen dan over de eigen interessen. Nou ja, net als de persoon die ik sprak en die al "overal" geweest was buiten Europa, liefst zo ver mogelijk weg en die ik vroeg waarom ze niet voor cultuur en natuur gewoon eens naar Frankrijk ging: "Ach, dat trekt me niet zo". Ik snap daar niets van en ga lekker zitten peinzen in Tarxien of genieten op zo'n schitterende locatie in Florence of, nou ja, noem maar een willekeurige plek in Europa. Mooier is er toch niet, toch?

05 mei 2011

Winston Churchill

Deze Blog van 5 mei gaat wel over een toepasselijk onderwerp. Overigens speelt toeval hierin toch wel een belangrijke rol; normaliter schrijf ik mijn Blogs vooraf en worden zij "automatisch" op een tevoren vastgestelde dag gepubliceerd. Maar ik was er nu een beetje doorheen en heb deze Blog daadwerkelijk op 5 mei geschreven, de dag waarop de bevrijding van WO II wordt gevierd in ons land.
Afgelopen dinsdag heb ik met Huib in het kader van onze wandelhobby een (schitterende!) étappe van het waterliniepad gewandeld en spraken we o.a. over de boeken die we zoal lezen. Huib is bezig met de mémoires van Churchill waarvan hij de oude serie van zijn vader bezit. Hij wilde die wel exemplaar voor exemplaar aan mij uitlenen, maar gezien mijn zeer slordige omgang met boeken (ik val regelmatig met boek en al in slaap!) heb ik dat vriendelijk aanbod afgewezen. Als bekend lees ik al sinds een eeuwigheid, naast allerlei andere boeken, de Lanny Budd serie van Upton Sinclair. Maar sinds langere tijd wil ik toch ook die mémoires van Churchill eens ter hand nemen. Ik stelde mij zo voor dat die toch vooral uit een opsomming van de daadwerkelijke feiten, die zich afspeelden gedurende die fascinerende donkere jaren van WO II zou bestaan. De bibliotheek heeft zeer degelijke exemplaren hiervan die vast wel tegen een stootje kunnen (har har).
Op 4 mei had ik een afspraak in Amsterdam en vooraf hadden we bij buitensportzaak Kathmandu nieuwe wandelschoenen voor mijzelf en wandelsandalen voor Roos gekocht. Eigenlijk had ik ook nog naar de bieb in Bilthoven gewild om eens een ander boek van Sinclair te halen en het eerste exemplaar van de mémoires van Churchill. Maar tegenwoordig kun je ook in Utrecht bij de bieb terecht met je bibliotheekkaart van Bilthoven, maar helaas, het was daarvoor te laat; ik moest naar mijn afspraak. Maar die lieve Roos wilde wel voor me naar de bieb gaan. En zo vond ik gisteravond op m'n flatje deze boeken! Dankjewel Roos.
Natuurlijk bij thuiskomst direct begonnen met Churchill, fascinerend en een aanrader voor wie meer wil begrijpen van de moderne geschiedenis. Ik ben wel bang dat ik met deze serie weer zo'n verslavende reeks heb aangeboord, net als met Lanny Budd.

04 mei 2011

De Victoria lines

Een brede gang als onderdeel van de linie
Het lijkt wel of het mijn grote voorkeur heeft: het zoeken en vinden van ongebruikte verdedigingswerken. Na Hackenberg, onderdeel van de Maginotlinie en de nieuwe Waterlinie nu de Victoria lines op Malta. Er gaan verhalen dat deze werden aangelegd om de aldaar gelegerde soldaten iets te doen te geven, maar de verdedigingswerken stralen weer de geweldige professionaliteit uit die we inmiddels kennen. Ik weet dat er op Malta ontzettend vaak gevochten is en niet alleen tijdens WO II en door de kruisridders, maar al veel eerder in de oudheid.
Een kazemat of bergplaats
Het ligt natuurlijk geweldig strategisch zo tussen Europa en Afrika; de Engelsen gebruikten het dan ook als verdediging bij de doorvaart naar het Suez kanaal. Malta heeft wel iets weg van een gigantisch vliegdekschip, zij het met een geringe actieradius, maar wel heel strategische gelegen en niet tot zinken te brengen.
Verscholen tussen het struweel
De Victoria lines, zo kunt u lezen op Wikipedia waren vooral bedoeld om de doorvaart naar het Suezkanaal te garanderen; zij moesten invasie van Malta, zo belangrijk in de strategie, verhinderen. Rond 1900 bleek echter dat zij niet zouden voldoen en werden ze ontmanteld.
Onderdeel van het landschap
Nu liggen ze er als een soort Chinese muur in het landschap. Eigenlijk wel mooi, zo opgetrokken uit natuursteen. De natuur had alles behoorlijk overwoekerd in die ruim honderd jaar dat ze daar nu ongebruikt liggen. De bekende rotzooi lag bij de gebouwtjes die er vaak nog heel goed uitzagen. Degelijk bouwwerk, net als Hackenberg.

03 mei 2011

De Phoeniciërs op Malta

Bootjes in de baai van Marsaxlokk
De tweede dag van ons bezoek aan Malta gingen we naar het plaatsje Marsaxlokk, aan de zo genoemde baai. We gingen natuurlijk voor de verse vis die je daar in de talloze restaurantjes langs het water kunt eten. Met vis gebruncht; beviel prima.
In de baai lagen tal van kleurige bootjes met daarop telkens karakteristiek een oog geschilderd. Naar ik meen is dat nog een relict uit de tijd van de Phoeniciërs, een zeevarend volk dat ongeveer in de tijd van de Romeinen heerste over de Middellandse zee (denk maar aan Carthago het belangrijke centrum van de Phoeniciërs, door de Romeinen overwonnen en verwoest). De bootjes hebben een karakteristieke vorm met hoge boeg.
Met op de boeg altijd een oog geschilderd
Op de markt zag ik een man lopen die naar mijn idee zo weggelopen kon zijn uit de Libanon, de oorsprong van de Phoeniciërs. Er zijn vele bevolkingsgroepen "aangespoeld" op Malta. Je merkt dat in de taal; Malta is maar een klein taalgebied met z'n 400.000 bewoners en ondanks de jarenlange overheersing van de Engelsen, die Malta gebruikten als militaire basis, spreekt de bevolking Maltees en is Engels gewoon een vreemde taal gebleven die niet eens door iedereen vloeiend wordt gesproken.

02 mei 2011

Malta, smeltkroes van culturen

Wat weten we zo van Malta behalve dat er aardappels vandaan komen. Het Maltezer kruis? De kruisridders hadden zich in ordes georganiseerd en nadat ze van Rhodos waren verdreven hadden ze zich op Malta gevestigd. Ook daar hebben ze zich stevig moeten verdedigen, met name tegen Turkse aanvallen. Nog steeds zie je de sporen van deze tijd in het stadsbeeld van Valetta, destijds de belangrijkste vestigingsplaats van de Maltezer kruisridders. Verschillende grote verdedigingswerken als het fort St Elmo staan er schitterend. Maar er zijn op Malta nog veel ouder sporen, waarover later meer.
We arriveerden afgelopen dinsdag op Malta. Ik wilde er vooral een keer naar terug vanwege de schitterende grafstenen in de vloer van de St John kathedraal in Valetta. Ik wist niet meer hoe het er precies uitzag maar wel dat ik er destijds erg van onder de indruk was. En inderdaad, het waren schitterend ingelegde stenen platen die daar rij na rij de vloer bedekten. Helaas was het grootste gedeelte bedekt met een mat, waarschijnlijk om slijtage te voorkomen. 6 jaar geleden was de hele vloer nog toegankelijk en dat maakte het toch wel bijzonder fraai.

01 mei 2011

De bus op Malta

Een karakteristieke Maltezer OV bus
Iedereen die een keer op Malta is geweest kent ze: de geel/oranje bussen die in grote getale door het verkeer rossen. Afgelopen dinsdag vertrokken we al met de bus van half zeven uit de Bilt. Het was een beetje fris, maar zeker niet echt koud. Maar in de bus stond tot mijn verbazing de verwarming aan; tegenwoordig staat in de bus altijd de verwarming of de airco aan, vaak zelfs tegelijkertijd; ik blijf me erover verbazen.
Kom dan in Malta; de oranje bussen kennen slechts 1 ingang/uitgang en die staat gewoon gedurende de hele rit open; airco in optima forma. Het is ongelooflijk als je op het busstation van Valetta staat te kijken hoeveel bussen daar rijden. Het lijkt een chaos, maar als je er een paar dagen gebruik van maakt dan realiseer je je toch hoe goed dit alles functioneert. De smalle straten van Malta, de dichte bebouwing, de grote hoeveelheid mensen. De bussen rijden af en aan; op de meest afgelegen plekken kun je met de bus komen. De chauffeurs rijden op een manier die soms met geen pen te beschrijven is. De bussen zijn vaak oud. Ik las in de krant dat ze nog dateren uit de zeventiger jaren; op een chassis van een oude (Engelse) legertruck werd een chassis gebouwd en daarmee wordt nog steeds gereden.
Interieur van een Maltezer bus
Eerlijkheidshalve moet ik wel vaststellen dat de meeste bussen van wat latere datum zijn; die hele oude zijn gewoon een toeristische attractie.
Helaas zal dit karakteristieke beeld binnenkort uit het Maltees straatbeeld gaan verdwijnen. In het zelfde artikel las ik dat in de bekende "Alles moet anders show", die kennelijk ook in Malta wordt opgevoerd, de firma Arriva het OV aldaar gaat overnemen en dat ook gaat doen met nieuwe bussen. Ik vind het een beetje jammer.